Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Het „juweel van de zee”

Het „juweel van de zee”

Het „juweel van de zee”

Diatomeeën, microscopische algen die zich hullen in sierlijke glazen doosjes met ingewikkelde patronen, komen in alle oceanen overvloedig voor. Wetenschappers worden er al eeuwen door geboeid — eigenlijk vanaf het moment dat de microscoop werd uitgevonden en mensen diatomeeën in al hun schoonheid konden tekenen. De diatomee wordt dan ook terecht het juweel van de zee genoemd.

Alfred Nobel, de man die in de jaren zestig van de negentiende eeuw het dynamiet uitvond, gebruikte silica van diatomeeën om nitroglycerine te stabiliseren, waardoor hij staven van het explosief kon maken die vervoerd konden worden. Gefossiliseerde diatomeeënschalen worden tegenwoordig voor veel commerciële doeleinden gebruikt: bijvoorbeeld om verf voor strepen op de weg reflecterend te maken, om wijn te klaren en om zwembadwater te filteren.

Veel belangrijker is echter dat die minuscule eencellige planten een kwart van de fotosynthese op aarde voor hun rekening nemen. Allen Milligan en Francois Morel, onderzoekers aan de Universiteit van Princeton (VS), hebben ontdekt dat silica in de glazen schaal van de diatomee chemische veranderingen teweegbrengen in het water dat erin zit, waardoor de ideale omstandigheden worden geschapen voor fotosynthese. Volgens de wetenschappers heeft het glas zulke ingewikkelde patronen omdat er dan een groter oppervlak wordt blootgesteld aan het water in de cel, waardoor de fotosynthese efficiënter verloopt. Het is nog steeds een raadsel hoe die minuscule maar prachtige schalen worden gevormd uit in zeewater opgelost silicium, maar wat onderzoekers wel weten is dat diatomeeën door kooldioxide op te nemen en zuurstof af te geven, een belangrijke rol spelen bij de instandhouding van het leven op aarde, misschien zelfs een belangrijkere dan de meeste landplanten.

Morel rekent diatomeeën „tot de succesvolste organismen op aarde”. Milligan voegt eraan toe dat als ze niet zoveel behoefte hadden aan kooldioxide „het broeikaseffect misschien nog wel veel ernstiger zou zijn”.

Als diatomeeën sterven, zinken hun koolstofresten naar de bodem van de oceaan, waar ze uiteindelijk fossiliseren. Sommige wetenschappers denken dat diatomeeën in deze vorm, onder enorme druk, hebben bijgedragen tot de oliereserves van de wereld. Maar er is een groeiende bezorgdheid dat naarmate de temperatuur van het zeewater stijgt als gevolg van de opwarming van de atmosfeer, bacteriën de kans zullen krijgen de overblijfselen van de diatomeeën op te eten voordat ze kunnen zinken, en dat er koolstof in het oppervlaktewater terecht zal komen. Zo maakt zelfs dit minuscule „juweel van de zee” deel uit van een schitterend ontworpen levensonderhoudende kringloop die nu bedreigd lijkt te worden.

[Illustratieverantwoording op blz. 31]

© Dr. Stanley Flegler/Visuals Unlimited