Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Is het onwetenschappelijk in God te geloven?

Is het onwetenschappelijk in God te geloven?

Is het onwetenschappelijk in God te geloven?

ALS u iets over wetenschap leest, kan het heel goed gebeuren dat u religieuze uitdrukkingen tegenkomt. Er is bijvoorbeeld wel over wetenschappers gesproken als „de hogepriesters van een nieuwe technologische cultuur”, en hun laboratoria zijn wel „tempels” of „heiligdommen” genoemd. Natuurlijk zijn zulke uitdrukkingen slechts beeldspraak. Maar ze kunnen tot deze belangrijke vraag leiden: bestaat er eigenlijk wel een kloof tussen wetenschap en religie?

Sommigen denken misschien dat hoe meer wetenschappers ontdekken, hoe verder ze van geloof in God af raken. Het is waar dat er velen in de wetenschapswereld zijn die het geloof minachtend afwijzen. Maar heel wat anderen zijn diep onder de indruk van de bewijzen voor ontwerp in de wereld om ons heen. Andere wetenschappers verbazen zich niet alleen over het ontwerp; ze beginnen over de Ontwerper na te denken.

Nieuwe ontwikkelingen

De evolutietheorie van Charles Darwin wordt al anderhalve eeuw in brede kring aanvaard. Sommige ontwikkelde mensen hadden misschien verwacht dat geloof in God inmiddels naar het rijk van de onwetenden, de lichtgelovigen en de naïevelingen verwezen zou zijn. Dat is absoluut niet gebeurd. Veel wetenschappers zeggen openlijk in een Schepper te geloven. Ze geloven dan misschien niet in een persoonlijke God of in de bijbel, maar ze zijn ervan overtuigd dat het ontwerp dat duidelijk in de natuur aanwezig is een intelligente Ontwerper vereist.

Kunnen die wetenschappers als naïef worden afgeschreven? Een boekrecensie in The New York Times zegt over wetenschappers die geloven dat onze kosmos en het leven erin het gevolg zijn van intelligent ontwerp: „Ze hebben een doctorsgraad en bekleden een positie aan enkele van de betere universiteiten. Hun betoog tegen het darwinisme berust niet op de autoriteit van de bijbel; nee, het is gebaseerd op argumenten die wetenschappelijk zijn.”

In dat artikel wordt tevens opgemerkt dat de voorstanders van intelligent ontwerp „geen pertinent onzinnige beweringen doen. . . . Ze ontkennen alleen dat de standaardtheorie van Darwin, of elke andere ’naturalistische’ theorie die zich tot redeloze, mechanische, geleidelijke invloeden beperkt, alles omtrent het leven kan verklaren. De biologische wereld, zo betogen ze, zit boordevol bewijzen van intelligent ontwerp — bewijzen die met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid op de tussenkomst van een Intelligente Ontwerper duiden.” *

Er zijn verrassend veel wetenschappers die tot een dergelijke conclusie komen. Een in 1997 gepubliceerd onderzoek bijvoorbeeld wees uit dat vier van de tien wetenschappers in de VS in een persoonlijke God geloofden. Die verhouding was sinds 1914, toen een soortgelijk onderzoek werd gedaan, praktisch onveranderd gebleven.

In landen waar men over het algemeen minder religieus is, zoals landen in Europa, ligt dat aantal lager. Toch zei de Britse krant The Guardian dat „het aantal gelovigen het hoogst is onder beoefenaars van de exacte wetenschappen, zoals natuurkunde en geologie, en lager voor de niet-exacte wetenschappen, zoals antropologie”. En er werd aan toegevoegd: „In het Verenigd Koninkrijk zijn organisaties zoals ’Christians in Science’ [christenen in de wetenschap].” De krant merkte ook op dat in Groot-Brittannië „het kerkbezoek onder studenten in de natuurwetenschappen naar verhouding veel hoger ligt dan bij de alfawetenschappen”.

Toch schijnen de meeste wetenschappers het idee van een Schepper bespottelijk te vinden. Een dergelijke minachting oefent veel druk uit op collega-wetenschappers. De sterrenkundige Allan Sandage merkt op dat „er een zekere tegenzin bestaat om ervoor uit te komen dat je gelooft”. Hoe komt dat? „Het wordt echt als een schande beschouwd”, zegt hij.

Het gevolg is dat de wetenschappers die het wagen te suggereren dat de wetenschap niet per se onverenigbaar is met geloof in een Schepper, merken dat hun stemmen gesmoord worden door sceptischer opvattingen. In de volgende artikelen zal aandacht worden geschonken aan deze vaak genegeerde stemmen en aan de vraag waarom deze wetenschappers er zo over denken. Maar wat heeft het met u persoonlijk te maken? Kan de wetenschap u helpen God te vinden? Lees alstublieft verder.

[Voetnoot]

^ ¶7 Vooraanstaande academici en wetenschappers die openlijk de gedachte dat er „een Intelligente Ontwerper” is hebben onderschreven, zijn onder anderen Phillip E. Johnson, die rechten doceert aan de Universiteit van Californië in Berkeley; Michael J. Behe, biochemicus en schrijver van het boek De zwarte doos van Darwin — Het biochemische vraagteken bij de evolutie; William A. Dembski, wiskundige; Alvin Plantinga, filosoof; John Polkinghorne en Freeman Dyson, natuurkundigen; Allan Sandage, sterrenkundige; en vele anderen, te veel om op te noemen.

[Illustratieverantwoording op blz. 3]

Stars: Courtesy of ROE/Anglo-Australian Observatory, photograph by David Malin