Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Een stukje paradijs

Een stukje paradijs

Een stukje paradijs

Door een Ontwaakt!-medewerker in Ivoorkust

ZOU u weleens terug willen gaan in de tijd en een bezoek willen brengen aan de ongerepte, weelderige wouden van vroeger die wemelden van de wilde dieren? Bestaan er nog zulke plekken? Eén schijnbaar onaangetast stukje paradijs is het Parc National de Taï, in de zuidwesthoek van Ivoorkust, bij de grens met Liberia.

Parc National de Taï is het grootste resterende deel van het maagdelijke tropische regenwoud dat zich ooit heeft uitgestrekt over wat nu Ivoorkust, Ghana, Liberia en Sierra Leone is. Ruim de helft van al het bestaande regenwoud in West-Afrika ligt in dit park. Dankzij beschermende en vernieuwende maatregelen die er sinds 1926 zijn getroffen, is dit biologische juweel bewaard gebleven. Ga eens met ons mee als we een kijkje gaan nemen bij de rijke verscheidenheid aan planten en dieren die er in dit park te vinden is.

Een enorme verscheidenheid

Tijdens onze wandeling door het woud worden we begeleid door een samenzang van vogelgeluiden en het geroep van apen, en staren we met ontzag naar de oude bomen met gigantische stammen die wel 60 meter boven ons uittorenen. Onze gids vertelt ons dat ruim de helft van de 1300 plantensoorten in dit park — dat 3500 vierkante kilometer groot is — alleen in dit deel van West-Afrika voorkomt.

De plantengroei hier is weelderig en zeer gevarieerd. In het dichte woud komen veel boomsoorten voor die bekend zijn vanwege hun timmerhout, met name de mahonieboom, de ebbenboom, de dabema en de makoré. We moeten grote stappen zetten over boomwortels heen omdat enkele daarvan een meter boven de grond uitsteken en wel 15 meter uitwaaieren. Soms zoeken dieren hun toevlucht tussen de wortelstelsels om roofdieren te ontwijken of bescherming te vinden tijdens een regenbui.

De bovenste boomtakken vormen een aaneengesloten bladerdak, waardoor het licht de grond niet kan bereiken en daar geen kleinere planten kunnen groeien. Maar er groeien wel lianen — houtachtige klimplanten — en epifyten (gastplanten). Sommige klimplanten gebruiken de bomen voor steun, slingeren zich eromheen en wurgen ze soms ook nog. Onze gids laat ons een wurgvijg zien die strak om een immense boomstam heen slingert. Na verloop van tijd zal de waardboom het afleggen tegen de vijg en sterven.

Het park levert een overvloed aan medicijnen en voedsel. Onze gids vertelt ons dat de Kru-stam de schors van de koortsboom gebruikt om malaria te behandelen. De vruchten van een andere boom bevatten een eiwit dat duizenden keren zoeter is dan suiker.

Krioelend van leven

Plotseling horen we hoog boven ons het geritsel van bladeren. Het geluid is afkomstig van een grote groep lawaaiige diana- en monameerkatten. Met hun krijsende waarschuwingsroep springen ze van de ene tak naar de andere. Eén monameerkat, met zijn grappige witgestreepte gezicht, kijkt net zo aandachtig naar ons als wij naar hem! Apen, chimpansees en vogels zijn gek op de vele vruchten en noten die tussen het gebladerte boven in de bomen groeien. Vaak zijn er in dezelfde boom apen en vogels te zien die zich luidruchtig te goed doen aan de vruchten.

In het park zijn vijftig soorten zoogdieren te vinden en vele daarvan komen in deze streek algemeen voor. Hier leven buffels, bosolifanten, bongo’s, penseelzwijnen, duikerbokken, reuzenboszwijnen, panters en dwergnijlpaarden. En ook kleinere bewoners zoals de Afrikaanse civetkat, de Afrikaanse goudkat, de pantergenetkat, de mangoeste, het schubdier en de dwerggalago.

Onze gids herkent heel wat dierensporen, zoals van de duikerbok, een kleine antilope. In het woud komen zeven soorten duikerbokken voor, waaronder de zeldzame jentinkduikers en zebraduikers. We zien de sporen van reuzenboszwijnen die op zoek waren naar eetbare wortels, en bezichtigen het woongebied van het reuzenschubdier, een dier dat mieren en termieten eet. Hier heeft een paartje een groot hol in de grond gegraven met twee kamers. Deze ondergrondse kamers zijn soms wel 40 meter lang en 5 meter diep. Het schubdier legt op zijn nachtelijke speurtocht naar voedsel al zwervend vele kilometers af en keert vervolgens vlak voor zonsopgang naar huis terug. Hij heeft harkachtige klauwen waarmee hij termietennesten openscheurt en een kleverige tong om de insecten eruit te halen.

Onze gids heeft een groep chimpansees gelokaliseerd die zich in dit gebied van 20 vierkante kilometer ophoudt. In het park leven meer dan 2000 chimpansees. We hadden gehoord dat ze altijd stenen of takken bij zich hebben om noten mee te kraken. Het is schitterend om een meter of vijf bij ons vandaan een chimpansee op de grond te zien zitten die met een tak op een notendop zit te hameren.

Een paradijs voor vogelaars

De volgende dag gaan we per kano de rivier de Hana op. Terwijl onze gidsen rustig voortpeddelen, vertellen ze ons de namen van de vele soorten vogels die we tegenkomen. We horen de blauwkeelneushoornvogel, die bekendstaat om zijn doordringende roep en het geluid dat zijn vleugels maken tijdens de vlucht. In het park leven zeven van de vele neushoornvogelsoorten die er op aarde zijn. In totaal komen hier meer dan 200 vogelsoorten voor. Zo zijn er bijvoorbeeld zes soorten ijsvogels, maar ook valken, toerako’s, papegaaien, duiven, frankolijnen, honingvogels en vliegenvangers. Ook de zeldzame en felgekleurde narinatrogons zijn hier gesignaleerd. Het mannetje heeft iriserend groene vleugels, een rode borst en witte staartveren. We zien nog meer buitengewoon kleurrijke vogels, zoals de reuzentoerako, de Madagaskarpapegaaiduif, de grijze roodstaartpapegaai, de teugelijsvogel en de hadada-ibis, met zijn metalliek groene verenkleed. Parc National de Taï is echt een paradijs voor vogelaars.

Op de rivieroever zijn nog meer dierensporen te vinden, zoals van het dwergnijlpaard — een miniatuurversie van het gewone nijlpaard. Dit dier heeft de afmetingen van een groot varken. Het dwergnijlpaard, dat alleen in West-Afrika voorkomt, brengt minder tijd in het water door dan zijn grotere neef en houdt zich nooit in een kudde op. We zien ook een nijlvaraan: een grote, gespikkelde hagedis die op een krokodil lijkt, maar veel kleiner is. Er zijn hier 3 soorten krokodillen te vinden en 34 soorten slangen, een grote verscheidenheid aan hagedissen en een levendige insectenpopulatie — in dit woud gedijen ze allemaal. Veel van de insecten hebben nog niet eens een wetenschappelijke naam gekregen.

Helaas verdwijnen de regenwouden van onze planeet in een schrikbarend tempo. De grootste bedreigingen vormen de uitbreiding van landbouwgronden en de houtindustrie. Het is een troost te weten dat de toekomst van onze aarde in de bekwame handen ligt van de Schepper zelf. — Psalm 96:12, 13.

[Kaarten op blz. 14]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

Sierra Leone

Liberia

Ivoorkust

Parc National de Taï

Ghana

[Illustratie op blz. 15]

Boomwortels die uitsteken

Mahonieboom

[Illustratie op blz. 15]

Olifantenkalf

[Illustratie op blz. 15]

Afrikaanse goudkat

[Illustratie op blz. 15]

Zwartrugduiker

[Illustratie op blz. 15]

Zebraduiker

[Illustratie op blz. 15]

Afrikaanse buffel

[Illustratie op blz. 16]

Narinatrogon

[Illustratie op blz. 16]

Afrikaanse zeearend

[Illustratie op blz. 16]

Reuzentoerako’s

[Illustratie op blz. 16]

Hadada-ibis

[Illustratie op blz. 16]

Teugelijsvogel

[Illustratie op blz. 16]

Langstaartschubdier

[Illustratie op blz. 16]

Dwergnijlpaard

[Illustratie op blz. 16]

Rietkikker

[Illustratie op blz. 16]

Nijlvaraan

[Illustratie op blz. 16]

Koesimanse

[Illustratie op blz. 17]

Monameerkat

[Illustratie op blz. 17]

Rode franjeaap

[Illustratie op blz. 17]

Chimpansee

[Illustratie op blz. 17]

Kleine witneusmeerkat

[Illustratie op blz. 17]

Panter

[Illustratie op blz. 17]

Penseelzwijn

[Illustratie op blz. 16, 17]

Afrikaanse civetkat

[Illustratieverantwoording op blz. 14]

Parc National de Taï

[Illustratieverantwoording op blz. 15]

Golden cat: © Art Wolfe/Photo Researchers, Inc.; all other photos except elephant: Parc National de Taï

[Illustratieverantwoording op blz. 16]

Ibis: © Joe McDonald/Visuals Unlimited; kingfisher: Keith Warmington; hippo: © NHPA/Anthony Bannister; narina trogon: © P&H Harris; all other photos: Parc National de Taï

[Illustratieverantwoording op blz. 17]

Pig: © Ken Lucas/Visuals Unlimited; all other photos except chimp and leopard: Parc National de Taï