Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Schoonheid verborgen in de duisternis

Schoonheid verborgen in de duisternis

Schoonheid verborgen in de duisternis

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN SLOVENIË

LUKA ČEČ nam een kleine lamp en liep langzaam door de dichte onderaardse duisternis. Toen hij diep onder de grond op een hoog rotsblok kroop, werd hij beloond met een onvoorstelbare aanblik. Voor zijn ogen ontvouwde zich een schitterende, fonkelende wereld. Wat had hij gevonden? Een nieuwe doorgang van de Postojnska jama, oftewel de grot van Postojna.

Die ontdekking in het voorjaar van 1818 luidde het begin in van wat nu een bloeiende toeristenindustrie is. Ze maakte ook de weg vrij voor verdere speleologie, dat wil zeggen „wetenschappelijk onderzoek naar of verkenning van grotten”. Ga eens met ons mee naar Postojna, een stad in het westen van Slovenië, om dit prachtige grottenstelsel van dichterbij te bekijken.

Een gebied met talrijke grotten

Met meer dan 20 kilometer aan gangen en zalen heeft Postojna een van de grootste grottenstelsels van Europa. De grotten bevinden zich in de Karst, een kalkplateau tussen de Julische en Dinarische Alpen dat vanaf de Adriatische Zee zo’n 50 kilometer landinwaarts loopt. Postojnska jama is een van de duizenden grotten in dit gebied.

Tegenwoordig heeft het woord „karst” een brede betekenis. De term wordt door geologen over de hele wereld gebruikt om landschappen te beschrijven die lijken op die van de Karst. Karstgebieden worden op veel plaatsen op aarde aangetroffen, zoals in Australië, Midden-Amerika, China, Rusland, het Caribisch gebied en het Middellandse-Zeegebied. Die streken worden gekenmerkt door kale, rotsachtige grond waarin door erosie grotten, verdwijngaten en ondergrondse rivieren en meren zijn ontstaan.

Omdat een groot deel van Slovenië karstgebied is, komen er in het land heel wat grotten en ondergrondse formaties voor. De grot van Postojna hoort thuis in de rij van beroemde karstgrotten als de Mammoth Cave in Kentucky (VS) en de ’Grot van de rieten fluit’ in Guilin (China).

Een kijkje binnen in de grot

De eerste beschrijving van de grot van Postojna dateert uit de zeventiende eeuw en is te vinden in het boek Die Ehre des Herzogthums Crain van de Sloveense wetenschapper Janez Vajkard Valvasor. Hij schreef dat de grotten in het gebied „vreemd gevormde pilaren” hadden die volgens hem leken op „allerlei ongedierte, slangen en andere dieren . . . of verschillende gedaanten van monsters, mismaakte gezichten, geesten en dergelijke”. Hij voegde eraan toe: „De afschuw en angst neemt nog toe door de vele gangen, putten en diepe afgronden aan alle kanten.” Het is dan ook niet verwonderlijk dat er nauwelijks mensen waren die zich na het lezen van zo’n intimiderende beschrijving erg diep in de griezelige duisternis van de grotten durfden te wagen!

Na verloop van tijd nam de populariteit van de grot van Postojna echter toe. Dat was vooral het geval nadat Čeč in 1818 zijn ontdekking had gedaan. Het jaar daarop werden de grotten opengesteld voor het publiek. Maar pas na de aanleg van een spoorbaan in 1872 en elektrische verlichting in 1884 konden velen deze natuurwonderen met eigen ogen zien. Wat viel er dan te zien?

Tegenwoordig staat het grottenstelsel van Postojna bekend om zijn prachtige gangen. De warme kleuren en bizarre vormen van stalactieten en stalagmieten geven de gangen een glinsterende uitstraling. Sommige schitteren alsof ze met diamanten zijn bezaaid, terwijl andere warme oker- en roestkleurige tinten vertonen. Uit de inscripties in de wanden blijkt dat bezoekers uit voorbijgegane eeuwen ook van de zeldzame schoonheid van de grotten hebben genoten.

De ontdekking van nieuwe diersoorten

Onderzoek in deze uitgestrekte grotten heeft niet alleen nieuwe en opmerkelijke geologische formaties onthuld, maar ook levensvormen die voorheen onbekend waren. Tot nu toe zijn er in het grottenstelsel van Postojna meer dan tien nieuwe diersoorten ontdekt.

In 1831 deed Čeč zo’n ontdekking, tot groot genoegen van grotonderzoekers over de hele wereld. Hij ontdekte een ongewone grotkever, die de naam Leptodirus hohenwarti kreeg, wat „met een dunne nek” betekent. Behalve die dunne nek heeft de kever een kleine kop, een bol achterlijf en bijzonder lange antennes en poten. Helaas werd het oorspronkelijke exemplaar per ongeluk beschadigd, zodat er geen grondige studie mogelijk was totdat er veertien jaar later een tweede kever werd gevonden.

Nog een merkwaardig beestje dat in dit gebied werd gevonden, was de olm, een blinde salamander. Al in 1689 beschreef Valvasor het beestje als ’de afstammeling van de draak’. Aan dit kleine amfibie zijn talloze wetenschappelijke onderzoeken gewijd.

Grotten in de omgeving

De grot van Postojna is maar een van de vele grottenstelsels in de streek. Met name de nabijgelegen grot van Škocjan, die sinds 1986 op de Werelderfgoedlijst van de Unesco staat, is opmerkelijk. Bezoekers van dit grottenstelsel raken enorm onder de indruk van de gigantische afmetingen van de zalen en ravijnen. Naar verluidt zijn het de grootste van Europa. Een deel van het grottenstelsel is bijvoorbeeld 300 meter lang, 100 meter breed en 110 meter hoog!

Vlak voor de ingang van de Predjamagrot staat een groot fort, de vroegere residentie van de legendarische ridder Erazem Jamski. Er wordt beweerd dat het kasteel eeuwenlang indringers heeft weerstaan. Via ondergrondse geheime gangen die in verbinding stonden met de grot onder het kasteel konden er voedselvoorraden en andere benodigdheden worden bezorgd. Naar verluidt tergde Erazem aanvallers door hen met verse kersen of geroosterd vlees te bekogelen, waarmee hij bewees dat hij tijdens zijn gedwongen verblijf binnen zijn kasteelmuren geen ontberingen leed. Of het verhaal waar is of niet, de geheime gangen bestaan in elk geval wel.

Het verkennen van de boeiende wereld van grotten in dit karstgebied kan in veel opzichten een verrassende en opwindende ervaring zijn. De wereldberoemde beeldhouwer Henry Moore beschreef de grot van Postojna als volgt: „Dit is de beste beeldententoontelling van de natuur die ik ooit heb gezien.” Als u ooit in de gelegenheid bent deze grotten te bezoeken, zult u het vast met hem eens zijn.

[Kader/Illustratie op blz. 24]

De ’menselijke vis’

De Proteus anguinus staat plaatselijk bekend als de menselijke vis, vanwege de ongebruikelijke kleur van zijn huid, die sommigen aan de menselijke huid doet denken. Dit amfibie komt alleen voor in de onderaardse wateren van de Karst in Noordoost-Italië, Slovenië en nog zuidelijker streken. Zijn kleurloze huid en zijn niet-ontwikkelde ogen vormen geen handicap, want hij leeft vanaf het eistadium tot aan zijn dood in totale duisternis. Verbazingwekkend genoeg zijn deze amfibieën in enkele gevallen naar verluidt wel 100 jaar geworden en kunnen ze het verscheidene jaren zonder voedsel stellen.

[Verantwoording]

Arne Hodalic/www.ipak.org

[Illustraties op blz. 24]

1. Een van de zalen in de Škocjangrot is 110 meter hoog

2. Dit fort waakt bij de ingang van de Predjamagrot

3. De grotten van Postojna zijn nu wereldberoemd

[Illustratieverantwoording op blz. 23]

Arne Hodalic/www.ipak.org