Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Ik was een spiritueel leider van de Kickapoo

Ik was een spiritueel leider van de Kickapoo

Ik was een spiritueel leider van de Kickapoo

VERTELD DOOR BOB LEE WHITE SR.

Ik ben geboren in een wickiup: een kleine indiaanse hut van staken bedekt met matten van boomschors en riet. Dat was in 1935 in McLoud (Oklahoma, VS). Mijn Kickapoo-indiaanse * naam is Pay-MEE-Ton-Wah, dat „Water dat langsstroomt” betekent. Als kleine jongen al werd ik ingewijd in het indiaanse spirituele leven. Hoe kwam dat?

JARENLANG was de vader van mijn moeder, net als zijn vader vóór hem, de spiritueel leider geweest van de Waterclan van de Kickapoostam in Oklahoma. Toen hij stierf zonder een zoon na te laten, besloten de twaalf clanhoofden, of ouderen, dat de oudste zoon van de oudste dochter van hun overleden spiritueel leider zijn plek moest innemen. En ik was die zoon.

Hoe ik een spiritueel leider werd

Normaalgesproken zou een nieuwe spiritueel leider die rol pas op zich nemen als hij dertig was, en zelfs dan pas na een periode van vasten, waarin hij visioenen zou zien of anderszins verlicht zou worden om zijn religieuze taken te kunnen verrichten. Mij werd als kleine jongen al de traditionele religie van de Kickapoo bijgebracht. Ik erfde de religieuze kleding en de MEE-shon, of heilige bundel. Dit is een verzameling religieuze voorwerpen die in dierenhuid is gewikkeld, ook wel een medicijnbundel genoemd. De bundel is ongeveer 60 centimeter lang en lijkt qua vorm op een rugbybal. Ik bracht veel tijd door in het heiligste deel van de religieuze tent, waar ik naar de onthullingen van stamhoofden luisterde. Zo werd ik op jonge leeftijd de nieuwe spiritueel leider van de Kickapoostam.

Al die details werden goed in mijn jonge geest geprent. Omdat die geheimen niet op schrift werden gesteld, werden de religieuze tradities van veel generaties nu uitsluitend aan mij toevertrouwd. Als het aan de clanhoofden van toen had gelegen, zou ik daar bij de stam zijn gebleven en tot op deze dag bij elke religieuze plechtigheid de leiding hebben gehad.

Maar ik vertrok naar Kansas om daar naar school te gaan. De oudere mannen maakten zich hier zorgen om, want ze waren bang me kwijt te raken aan ’de wereld van de blanken’. Toen ik van school kwam, ging ik naar Los Angeles (Californië), waar ik werd herenigd met mijn jeugdliefde, Diane. Haar indiaanse naam is Tu-NO-Thak-Quah, of Draaiende Beer, van de Beerclan. Onze moeders en grootvaders waren altijd goede vrienden van elkaar geweest. We trouwden in september 1956. Diane had ook een religieuze achtergrond. Haar grootvader had de peyote-religie bij de Kickapoostam geïntroduceerd. — Zie het kader op blz. 22.

De peyote-religie

De peyote-religie vindt tegenwoordig aanhang bij veel verschillende indianenstammen. Quanah Parker (rond 1845-1911), spiritueel leider en opperhoofd van de Kwahadi Comanche, „speelde een belangrijke rol bij de ontwikkeling en verspreiding van de peyote-religie in Indian Territory” (The Encyclopedia of Native American Religions). Door zijn enthousiaste uitspraken over de hallucinerende werking en de veronderstelde genezende krachten van de peyotecactus, bekeerde hij indianen uit veel Noord-Amerikaanse stammen tot de peyote-religie. En zo bestonden bij de Kickapoo, net als bij andere stammen, de traditionele religie en de peyote-religie naast elkaar.

Aangetrokken tot Hollywood

Toen ik in de omgeving van Los Angeles woonde, werd ik behoorlijk actief in indiaanse clubs en verenigingen. Van een aantal werd ik de voorzitter, onder andere van de Drum and Feather Club, de Indian Bowling Association en de National Indian Athletic Association. Ik zat ook in de bestuursraad van het Indian Center in Los Angeles.

Langzaam aan leerde ik een aantal Hollywoodsterren kennen, waaronder Iron Eyes Cody, beroemd om zijn voorlichtingsspots op televisie over ecologie, en Jay Silverheels, die de indiaan Tonto speelde in de tv-serie The Lone Ranger. De bekendste films waar ik zelf in speelde waren Westward Ho, the Wagons! met Fess Parker, en Pardners, met Dean Martin en Jerry Lewis.

Zowel Diane als ik werkten een tijdlang bij Disneyland. Ik speelde in sketches van tien minuten die de hele dag door elk uur werden opgevoerd. Diane zegt nu met een glimlach: „Het enige wat ik moest doen, was de hele dag verkleed tussen het publiek rondlopen, terwijl ik een indiaan ’speelde’.”

Een andere religieuze benadering

In 1962 kwam Diane in contact met een van Jehovah’s Getuigen en kreeg ze een kleine brochure. De Getuige bleef terugkomen, maar Diane bleef smoesjes verzinnen. Toen de Getuige haar vroeg of ze eigenlijk liever had dat ze niet meer langskwam, dacht Diane bij zichzelf: ja inderdaad! Maar uit beleefdheid zei ze: „Nee hoor, natuurlijk niet!” En dus bleven de bezoekjes doorgaan. Ze vertelde me altijd wat ze had geleerd. Als ze het een keer vergat, vroeg ik: „Is die vrouw van Jehovah’s Getuigen nog langs geweest? Wat heeft ze verteld?”

Op een keer vertelde de vrouw Diane over een speciale lezing tijdens een bijeenkomst van Jehovah’s Getuigen in het Los Angeles Forum. Ze bood aan op onze vier kinderen te passen zodat wij naar de lezing konden gaan. Omdat Diane dacht dat ik daar toch nooit heen zou gaan, zei ze er niets over. Maar op aandringen van de Getuige vertelde ze het toch. Tot haar verbazing zei ik: „Bedoel je dat ze hier blijft en op onze kinderen past en voor hun eten zorgt? Die blanke vrouw?”

En dus gingen we in 1969 naar onze eerste vergadering. Ik begreep niet alles wat er vanaf het podium werd gezegd. Maar wat echt indruk op me maakte, was de organisatie: hoe 20.000 mensen in zo’n korte tijd een lunch geserveerd kregen dankzij een regeling met vrijwilligers. Wat me ook opviel, was dat er geen rassenvooroordeel was — zwarte en blanke mensen noemden elkaar broeder en zuster.

In augustus 1969 begonnen de Getuigen een bijbelstudie met me uit het boek De waarheid die tot eeuwig leven leidt *. Ik geef toe dat ik een bijbedoeling had toen ik erin toestemde de bijbel te bestuderen. Ik zat in een aantal indiaanse organisaties en zag een politieke carrière wel zitten. Ik dacht dat ik er verstandig aan deed de bijbel te leren kennen omdat de politici er goed bekend mee leken te zijn en eruit citeerden. Nu besef ik hoe weinig velen van hen echt van Gods Woord wisten.

Een grote verandering in mijn leven

Toen ik eenmaal de bijbel begon te bestuderen, ging alles heel snel. Ik trok me terug uit alle clubs en verenigingen waarbij ik me had aangesloten, en ik wist dat ik de banden met mijn vroegere indiaanse religie moest verbreken. Ik herinner me nog dat ik mijn uittredingsbrief ging schrijven. Boven aan het vel papier zette ik de datum en daarna schreef ik „Beste . . .”. Maar nadat ik er een tijdje over had nagedacht welke naam ik moest opschrijven, besefte ik dat de brief gericht moest worden aan de traditionele spiritueel leider: aan mij! Dit dilemma loste ik al gauw op door er „Beste Ma” van te maken. Daarna schreef ik mijn moeder dat ik niet langer deze religie zou beoefenen of als spiritueel leider ervan zou optreden.

Mijn vrouw en ik werden beiden op 3 januari 1970 als Getuigen van Jehovah gedoopt. In 1973 werd ik ouderling in de gemeente. En daar was ik dan, een voormalig spiritueel leider van de Kickapoo, die nu in onze plaatselijke gemeente de leiding nam in de ware aanbidding van Jehovah, de Universele Soeverein. In juli 1974 gingen we weer in McLoud wonen om de indianen te helpen de ware hoop voor de hele mensheid zoals die in de bijbel wordt uiteengezet, te leren kennen.

Net als andere stammen gebruikten de Kickapoo tabak bij hun aanbidding. Maar het is interessant dat zij die niet rookten. De Kickapoo strooiden tabak op het vuur als wierook omdat ze geloofden dat hun gebeden met de rook naar de hemel zouden opstijgen. De oudste leiders van de Kickapoo vonden dat het verkeerd was tabak te roken, vonden het bespottelijk daar een pijp voor te gebruiken en dachten dat het gebruik van een pijp van Europese oorsprong was.

Er is me wel gevraagd of ik foto’s van vroeger heb waar ik op sta in religieuze kleding. Eigenlijk waren foto’s nooit toegestaan uit angst voor wat beoefenaars van tovenarij ermee konden doen. Al die jaren werd mijn haar, als het afgeknipt was, begraven, en niemand anders mocht het aanraken. Zo kon het niet gebruikt worden bij tovenarij, iets wat door de indianen echt serieus wordt genomen.

Nadat ik me uit de Kickapooreligie had teruggetrokken, namen de clanhoofden de religieuze taken van de stam over. Toen de twaalf die me ooit hadden uitgekozen, waren overleden, kwamen er nieuwe clanhoofden, die in de loop der tijd veranderingen in de religie doorvoerden. Nu is er nog maar één clanhoofd in leven, en hij is behoorlijk oud. Ik ben niet van plan om wat ik als kleine jongen heb geleerd, aan anderen door te geven.

Ik ben nu druk bezig om Gods Woord aan mensen uit alle volken en stammen te onderwijzen. Als pionier, of volletijdprediker, heb ik het voorrecht gehad de bijbel in veel indianenreservaten in heel Amerika te onderwijzen. Ik heb onder andere de Osage in Oklahoma en de Mohave, Hopi en Navaho in Arizona bezocht. Ik vertel andere indianen graag dat de uitdrukking ’eeuwige jachtvelden’, die we al heel lang gebruiken voor de hoop op leven na de dood, de aandacht richt op de ’velden’. Daaruit blijkt dat ze eigenlijk verwachten hier op aarde te leven en niet in de hemel. Ik kijk uit naar de opstanding van veel indianen van vroegere generaties, zodat ik misschien de kans krijg hen over Gods nieuwe wereld te vertellen. — Johannes 5:28, 29; 2 Petrus 3:13.

[Voetnoten]

^ ¶3 De naam Kickapoo komt van het woord kiikaapoa, „volk dat rondtrekt”. — Encyclopedia of North American Indians.

^ ¶19 Uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.

[Kader/Illustratie op blz. 22]

Wat is de peyote-religie?

De peyote-religie staat nu bekend als de Native American Church. De peyote is een kleine, doornloze cactus (zie rechts) die vooral voorkomt in het dal van de Río Bravo del Norte in Mexico en Texas (waar de rivier de Río Grande wordt genoemd). De peyote-religie telt onder de Noord-Amerikaanse stammen meer dan 200.000 leden. „Tegenwoordig zijn er in de peyote-religie, die zijn oorsprong had in het prehistorische Mexico, enkele christelijke elementen opgenomen, maar het blijft een pan-Indiaans gebeuren” (A Native American Encyclopedia — History, Culture, and Peoples). De twee belangrijkste rituelen in de peyote-religie zijn de Half-Moon en de Big Moon. In beide zijn „aspecten van de indiaanse cultuur en het christendom” vermengd. Het peyote-ritueel duurt de hele nacht en begint meestal op een zaterdag; daarbij zit een groep mannen in een kring in een tipi. Ze krijgen hallucinaties terwijl ze op de bittere knoppen van de peyote kauwen en begeleid door een trom en het ritmische geratel van een kalebas heilige liederen zingen.

[Verantwoording]

Courtesy TAMU Cactus Photo Gallery

[Illustratie op blz. 21]

Gekleed als een Kickapookrijger

[Illustratie op blz. 23]

Mijn vrouw, Diane, en ik nu