De charme van het ijsvissen
De charme van het ijsvissen
Door een Ontwaakt!-medewerker in Finland
DE prachtige winterdagen in het Noorden bieden heel wat gelegenheden voor activiteiten buitenshuis. Om te genieten van het schitterend witte sneeuwlandschap en de koude, frisse lucht trekken mensen eropuit om te gaan wandelen, skiën, schaatsen of sleeën. Er zijn ook mensen die liever gaan ijsvissen. Ik vroeg me al heel lang af wat daar nu zo leuk aan is. Dus vroeg ik mijn vriend Martti, een ervaren ijsvisser, of ik een keer met hem mee mocht.
Bij zonsopgang staat Martti me voor zijn huis op te wachten. Hij heeft de hele uitrusting al ingepakt: hengels, lokaas, stoeltjes en het belangrijkste gereedschap — een grote ijsboor. Het enige wat ik hoefde mee te nemen was voldoende warme kleding. Een ijsvisser zit uren achtereen op zijn stoeltje en op de open vlakten van zeeën en meren kan een ijzige wind staan. Omdat Martti vlak bij zee woont, vist hij meestal daar. Als hij landinwaarts zou wonen, zou hij waarschijnlijk graag op een meer of op een rivier gaan ijsvissen.
Als we bij de kust aankomen en op het ijs stappen, denk ik bij mezelf: is het wel veilig om over dit ijs te lopen? In deze tijd van het jaar is het behoorlijk veilig. Dankzij de vorst in het begin van de winter is het ijs nu uitzonderlijk dik. Toch moet je op het ijs altijd voorzichtig zijn. Zelfs tijdens strenge winters kan het ijs op sommige plekken dun zijn. Het is niet alleen van belang dat je weet wat de conditie van het ijs is en welke risico’s er zijn, maar ook dat je een goede uitrusting hebt. Nadat we een stukje hebben gelopen, boort Martti een gat in het ijs. De ijsboor gaat door het ijs heen alsof het boter is en in een handomdraai ontstaat er een gat van zo’n zeventig centimeter diep. Met een schuimspaan ontdoet Martti het gat van ijsresten en sneeuwbrij. Dan gaat hij op zijn vouwstoeltje zitten, maakt zijn vissnoer klaar en gooit de haak in het gat.
Hoewel het basisidee voor ijsvissen eenvoudig is — boor een gat in het ijs en begin te vissen — verloopt het proces soepeler als je er iets meer van weet. Het is bijvoorbeeld essentieel dat je de goede plek uitkiest. Omdat vissen ’s winters minder actief naar voedsel zoeken, is het belangrijk om te weten waar de scholen vis zich ophouden. Martti had deze plek al uitgekozen tijdens een van zijn eerdere ijsvistochten. Als we naar onbekende wateren waren gegaan, had hij waarschijnlijk van tevoren zorgvuldig de kaart bekeken en aan de hand daarvan bepaald waar we zouden gaan vissen. Daarnaast leert een ijsvisser het weer te observeren en te zien hoe dat van invloed is op de bewegingen van vissen. Hij kan naar vissen speuren door op verschillende plekken in het ijs gaten te boren. Een visser boort op een dag misschien wel tientallen gaten.
Vandaag lijkt het erop dat de vissen zich schuilhouden of geen honger hebben. Maar dat maakt ons niets uit. Ik heb immers geleerd wat de ware charme van ijsvissen is. Belangrijker dan iets vangen, is buiten zijn en genieten van de natuur. Martti vat het zo samen: „Vooral voor stadsmensen is het net vakantie. Je vergeet al je zorgen.”
[Illustratie op blz. 27]
Het boren van een gat
[Illustratie op blz. 27]
IJsboor