Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De slinkende hulpbronnen

De slinkende hulpbronnen

De slinkende hulpbronnen

„In de natuur hangt alles met elkaar samen, en we krijgen nu de rekening gepresenteerd voor onze vroegere blunders.” — Het tijdschrift African Wildlife.

SOMMIGEN noemen het de ecologische voetafdruk. Die geeft aan hoeveel de mens van de natuurlijke hulpbronnen verbruikt in vergelijking met het vermogen van de aarde om ze weer aan te vullen. Volgens het Wereld Natuur Fonds geeft de mondiale ecologische voetafdruk te kennen dat er sinds de jaren tachtig een tekort bestaat. * Maar dat is nog maar één aanwijzing voor de enorme aanslag die op ons milieu wordt gedaan.

Nog een criterium is de toestand waarin de ecosystemen van de aarde verkeren. De term ’ecosysteem’ duidt op de complexe wisselwerking tussen alle organismen binnen een natuurlijk leefgebied, waaronder levende en niet-levende materie. De algemene gezondheid van deze ecosystemen — die blijkt uit het aantal dier- en plantensoorten die in de bossen, meren, rivieren en oceanen leven — wordt door het Wereld Natuur Fonds de Living Planet Index genoemd. Tussen 1970 en 2000 is deze index met ongeveer 37 procent gedaald.

Is er genoeg voor iedereen?

Als u in een westers land woont waar de winkels goed bevoorraad zijn en u misschien wel 24 uur per dag uw boodschappen kunt doen, is het moeilijk u voor te stellen dat er een tekort aan natuurlijke hulpbronnen zou dreigen. Toch kan slechts een minderheid van de mensen op aarde zich in welvaart verheugen. De meeste zitten gevangen in een dagelijkse strijd om te overleven. Men schat bijvoorbeeld dat ruim twee miljard mensen van drie dollar of minder per dag moeten leven en dat twee miljard mensen geen toegang hebben tot betaalbare commerciële energievoorzieningen.

Sommige mensen wijten de armoede van de ontwikkelingslanden aan de handelspraktijken van de rijke landen. „Op allerlei manieren”, zegt Vital Signs 2003, „gaat de wereldeconomie tegen de belangen van de armen in.” Als steeds meer mensen zich verdringen om een steeds kleiner en duurder wordend stukje van de milieu-’taart’ te pakken te krijgen, hebben de economisch achtergestelden niet de middelen om een evenredig deel te bemachtigen. En dat heeft weer tot gevolg dat er meer natuurlijke hulpbronnen overblijven voor degenen die er wel de middelen voor hebben — de rijken.

Verdwijnende bossen

Men schat dat 80 procent van de inwoners van Afrika hout gebruikt om op te koken. Bovendien „heeft Afrika de snelste bevolkingsgroei [en] stedelijke groei van de wereld”, zegt het Zuid-Afrikaanse tijdschrift Getaway. Het gevolg is dat er in het gebied rond sommige grote steden in de Sahel — een brede gordel semi-aride land aan de zuidelijke rand van de Sahara — tot wel 100 kilometer in alle richtingen geen bomen meer staan. Die bomen zijn niet zomaar omgehakt. ’De overgrote meerderheid van Afrika’s burgers vernietigt hun eigen milieu louter en alleen om te overleven’, zegt professor Samuel Nana-Sinkam.

In Zuid-Amerika is de situatie heel anders. In Brazilië bijvoorbeeld zijn er in het regenwoud bijna 7600 geregistreerde houtkapbedrijven. Veel van die bedrijven zijn het eigendom van goedgefinancierde internationale concerns. Een mahonieboom is voor een houtkapbedrijf ongeveer 30 dollar waard. Maar tegen de tijd dat makelaars, handelaars en fabrikanten hun winst hebben opgestreken, kan diezelfde boom een waarde hebben van ruim 130.000 dollar voordat hij in de meubeltoonzaal terechtkomt. Geen wonder dat mahonie groen goud wordt genoemd.

Over de vernietiging van Braziliës regenwoud is veel gepubliceerd. Satellietbeelden laten zien dat er tussen 1995 en 2000 jaarlijks wel 20.000 vierkante kilometer Braziliaans woud vernietigd is. „Dit angstaanjagende vernietigingstempo betekent dat er elke acht seconden een bosgebied ter grootte van een voetbalveld is verdwenen”, bericht het Braziliaanse tijdschrift Veja. Interessant is dat alleen al de Verenigde Staten in 2000 naar verluidt ruim 70 procent van Braziliës mahonie hebben geïmporteerd.

In andere delen van de wereld geldt wat ontbossing betreft hetzelfde verhaal. De afgelopen vijftig jaar bijvoorbeeld is de helft van Mexico’s bossen en jungles verdwenen. In de Filippijnen is het verlies van bossen nog drastischer geweest. Dat land raakt per jaar zo’n 100.000 hectare bos kwijt, en in 1999 schatte men dat als dat tempo zou aanhouden, binnen tien jaar bijna twee derde van de bossen van het land verdwenen zou zijn.

Het kan wel zestig tot honderd jaar duren voordat een hardhout leverende boom volgroeid is, maar hij kan in enkele minuten geveld worden. Moet het ons dan verbazen dat onze bossen het niet kunnen bijhouden?

Verdwijnende bouwgrond

Als de grond van zijn begroeiing wordt ontdaan, droogt de kale bovengrond snel uit en wordt door de wind weggeblazen of door water weggespoeld. Dat proces wordt erosie genoemd.

Erosie is een natuurlijk proces en vormt meestal geen ernstig probleem — behalve als de mens het door een slecht beheer van het land versnelt. Het tijdschrift China Today zegt bijvoorbeeld dat zandstormen, samen met andere factoren zoals ontbossing en overbeweiding, ’de uitbreiding van woestijngebieden hebben versneld’. Door ongewone droogte in de afgelopen jaren zijn de westelijke en noordwestelijke provincies van China kwetsbaarder geworden voor de koude Siberische winden die over het land razen. Daardoor zijn er miljoenen tonnen geel zand en stof verplaatst en in sommige gevallen zelfs in Korea en Japan terechtgekomen. Ongeveer een kwart van China’s grondgebied is nu woestijn.

De afbraak van de Afrikaanse bouwgrond heeft soortgelijke oorzaken. „Door bossen te kappen om graan te verbouwen,” zegt Africa Geographic, „hebben boeren het dunne laagje teelaarde onherstelbaar beschadigd.” Als een stuk land van struikgewas is ontdaan, is het naar schatting binnen drie jaar nog maar half zo vruchtbaar. Op die manier, zo zegt het tijdschrift verder, „zijn er al miljoenen hectaren reddeloos verloren gegaan, en het gaat met nog eens miljoenen diezelfde kant op, want in sommige gebieden worden de oogsten jaar na jaar minder”.

Men zegt dat Brazilië door erosie elk jaar 500 miljoen ton teelaarde verliest. In Mexico is volgens het ministerie van Milieu en Natuurlijke Hulpbronnen 53 procent van het met struikgewas begroeide gebied, 59 procent van de jungles en 72 procent van de bossen door bodemerosie aangetast. Alles bij elkaar genomen, zegt een rapport van het VN-ontwikkelingsprogramma, „is misschien wel twee derde van het bouwland van de wereld door erosie aangetast. Het gevolg is dat de landbouwproductie snel afneemt, terwijl het aantal te voeden monden blijft toenemen.”

Water — Gratis, maar van onschatbare waarde

Een mens kan ongeveer een maand zonder voedsel, maar zonder water sterft hij binnen ongeveer een week. Daarom zeggen deskundigen dat de slinkende zoetwatervoorraden de komende jaren een bron van toenemende spanningen zullen zijn. Volgens een rapport dat in 2002 in het tijdschrift Time verscheen, kunnen wereldwijd meer dan een miljard mensen niet makkelijk aan schoon drinkwater komen.

Watertekorten ontstaan door allerlei oorzaken. In Frankrijk speelt vervuiling een rol, en dit is een toenemende bron van bezorgdheid. „De Franse rivieren zijn er heel slecht aan toe”, zegt Le Figaro. Wetenschappers hebben ontdekt dat nitraatrijk uitspoelsel, voornamelijk te wijten aan meststoffen die in de landbouw worden gebruikt, de oorzaak van het probleem is. „In 1999 loosden de Franse rivieren 375.000 ton nitraten in de Atlantische Oceaan, bijna tweemaal zoveel als in 1985”, aldus de krant.

Een soortgelijke situatie bestaat in Japan. Om dat land van een constante voedseltoevoer te voorzien, „hadden de boeren geen andere keus dan zich op kunstmest en bestrijdingsmiddelen te verlaten om aan de vraag van de samenleving te voldoen”, zegt Yutaka Une, hoofd van een organisatie zonder winstbejag die zich inzet voor veiligheid op de boerderij. Dit heeft tot grondwatervervuiling geleid, en volgens de in Tokio verschijnende IHT Asahi Shimbun is dat „in heel Japan een groot probleem”.

In Mexico is 35 procent van de ziekten „aan milieufactoren te wijten”, bericht de krant Reforma. Bovendien blijkt uit een onderzoek door de minister van Gezondheid dat „één op de vier inwoners geen riool heeft, ruim acht miljoen mensen hun water uit putten, rivieren, meren of beken halen, en ruim een miljoen mensen water kopen bij tankwagens”. Geen wonder dat 90 procent van de diarreegevallen in Mexico aan vervuild water wordt toegeschreven!

„Rio’s stranden bieden meer dan warme zonneschijn, wit zand en blauwe zee”, zegt het Braziliaanse tijdschrift Veja. „Er zijn ook hoge concentraties darmbacteriën en soms olieresten te vinden.” Dat komt doordat meer dan de helft van Braziliës rioolwater onbehandeld in rivieren, meren en in de oceaan terechtkomt. Het gevolg is een chronisch tekort aan schoon water. De rivieren rond de grootste stad van Brazilië, São Paulo, zijn zo zwaar verontreinigd dat het drinkwater nu van zo’n 100 kilometer verderop wordt gehaald.

Aan de andere kant van de wereld, in Australië, is het tekort aan water voor een groot deel te wijten aan een proces dat verzilting wordt genoemd. Tientallen jaren zijn landeigenaars ertoe aangemoedigd hun land van begroeiing te ontdoen om het te bebouwen. Omdat er daardoor minder bomen en struiken waren om het grondwater op te zuigen, begon het grondwaterpeil te stijgen, en daarmee kwamen duizenden tonnen onderaards zout naar boven. „Zo’n 2,5 miljoen hectare land is al door verzilting aangetast”, zegt de CSIRO (de Australische Organisatie voor Wetenschappelijk en Industrieel Onderzoek). „In veel gevallen gaat het om de productiefste landbouwgrond van Australië.”

Sommigen zijn van mening dat als de Australische wetgevers voor het algemeen belang hadden gekozen in plaats van voor het maken van winst, het verziltingsprobleem wellicht voorkomen had kunnen worden. „Al vanaf 1917 was de overheid erover ingelicht dat de grond in de Wheatbelt bijzonder gevoelig was voor verzilting”, zegt Hugo Bekle van de Edith Cowan-universiteit in Perth (Australië). „De invloed van kaalslag op het zoutgehalte van rivieren was tegen de jaren twintig bekend, en de uitwerking ervan op een stijgend grondwaterpeil werd in de jaren dertig door het ministerie van Landbouw erkend. In 1950 stelde de CSIRO een uitgebreid verslag voor de [Australische] regering op, . . . maar de overheid heeft deze waarschuwingen consequent genegeerd en wetenschappers als bevooroordeeld afgedaan.”

Voortbestaan bedreigd

Ongetwijfeld is veel van wat mensen hebben ondernomen, met goede bedoelingen gedaan. Maar zoals zo vaak het geval is: we weten gewoon niet genoeg over het milieu om de consequenties van onze daden precies te kunnen voorspellen. De gevolgen zijn verwoestend geweest. „We hebben het evenwicht van het leven hier zo verstoord dat we zelfs het land dat ons onderhoudt, bedreigen, en daarmee ook ons eigen voortbestaan”, zegt Tim Flannery, directeur van het Zuid-Australisch Museum.

Wat is de oplossing? Zal de mens ooit in harmonie met het milieu leren leven? Is de aarde eigenlijk nog wel te redden?

[Voetnoot]

^ ¶3 Men schat bijvoorbeeld dat het tekort in 1999 de 20 procent bereikte. Dit betekent dat het meer dan veertien maanden kostte om de hoeveelheid natuurlijke hulpbronnen die de mensen in die twaalf maanden hadden verbruikt, weer aan te vullen.

[Kader op blz. 6]

Elke druppel telt

Een paar simpele stappen kunnen liters water besparen.

● Repareer lekkende kranen.

● Douche niet te lang.

● Draai de kraan dicht terwijl u zich scheert of uw tanden poetst.

● Gebruik badhanddoeken twee of drie keer voordat u ze wast.

● Wacht met wassen tot u een volle wasmachine hebt. (Hetzelfde principe geldt voor vaatwassers.)

[Kader/Illustratie op blz. 7]

Wie zuinig is, zal geen gebrek lijden

● Ook al is Australië het droogste continent van de wereld, ruim 90 procent van het irrigatiewater wordt daar „bij de gewassen gebracht door eenvoudige ’flood-and-furrow’-irrigatie [een combinatie van onder water zetten en irrigatiegreppels graven]”, bericht The Canberra Times. Dit is dezelfde „technologie die werd toegepast toen de farao’s nog piramiden bouwden”.

● Wereldwijd bedraagt het gemiddelde watergebruik per persoon (inclusief het water dat in de landbouw en de industrie wordt gebruikt) ongeveer 550.000 liter per jaar. Maar de gemiddelde Noord-Amerikaan gebruikt bijna 1,6 miljoen liter per jaar. Een voormalige Russische republiek heeft het hoogste watergebruik: gemiddeld ruim 5,3 miljoen liter per persoon per jaar.

● Volgens Africa Geographic „gebruikt elke Zuid-Afrikaan gemiddeld 4 mondiale hectare per jaar, terwijl het land zich maar 2,4 mondiale hectare per persoon per jaar kan veroorloven”.

[Illustratie op blz. 5]

Ontbost Sahel-landschap in Boerkina Faso. Dit gebied stond vijftien jaar geleden vol bomen

[Verantwoording]

© Jeremy Hartley/Panos Pictures

[Illustratie op blz. 8]

Regenwouden in Kameroen worden door zwerflandbouw vernietigd

[Verantwoording]

© Fred Hoogervorst/Panos Pictures

[Illustratie op blz. 8]

In de Verenigde Staten is door auto’s veroorzaakte vervuiling nog steeds een reden tot bezorgdheid

[Illustratie op blz. 8, 9]

Tussen 1995 en 2000 is er jaarlijks zo’n 20.000 vierkante kilometer Braziliaans woud vernietigd

[Verantwoording]

© Ricardo Funari/SocialPhotos.com

[Illustratie op blz. 9]

Ruim twee miljard mensen moeten van drie dollar of minder per dag leven

[Verantwoording]

© Giacomo Pirozzi/Panos Pictures

[Illustratie op blz. 9]

Het grondwater dat deze dorpsput in India voedt, is vervuild door plaatselijke garnalenkwekerijen

[Verantwoording]

© Caroline Penn/Panos Pictures