Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De sneeuwbaby’s van de Magdalen Islands

De sneeuwbaby’s van de Magdalen Islands

De sneeuwbaby’s van de Magdalen Islands

DE TRANEN schoten me in de ogen toen ik naar het donzige witte schepseltje voor me keek. Hier droomde ik al twintig jaar van en ik kon niet geloven dat het nu echt zover was: ik lag plat op het ijs, slechts enkele centimeters verwijderd van de snuit van een kleine zadelrob! Toen ik in zijn gitzwarte ogen keek, liep er een rilling over mijn rug — niet van de kou, maar van pure opwinding. Ik wilde niets missen: geen oogknippering, geen ademtocht, geen snorhaartrilling van dit hoopje bont dat voor me lag.

Onze groep bevond zich honderd kilometer uit de kust op een enorme ijsvlakte in de Gulf of Saint Lawrence, die tussen Newfoundland en het Canadese vasteland ligt. Mijn vrouw en ik waren naar de Magdalen Islands gevlogen, omdat daar vlakbij de werpplaats van de grootste zadelrobbenpopulatie ter wereld ligt. Onze gidsen hadden ons verzekerd dat de pups niet zouden schrikken van onze knaloranje isolerende pakken.

Wat is een zadelrob?

Zadelrobben zijn vinpotig, wat wil zeggen dat ze zwemvliezen aan hun poten hebben. De naam zadelrob is afkomstig van de zadelvormige vlek op de rug van de volgroeide dieren.

Zadelrobben zijn zoogdieren, dus ademen ze lucht in, zijn levendbarend en hebben borstklieren voor het zogen van hun jong. Ze brengen het grootste deel van hun tijd door in het ijskoude water van de noordelijke Atlantische Oceaan, maar ze zijn goed bestand tegen hun ijzige omgeving. De volgroeide exemplaren wegen gemiddeld 135 kilo en worden ruim anderhalve meter lang.

Met de scherpe nagels aan hun voorpoten kunnen zadelrobben zich over het ijs voortslepen en zich vastklampen aan luchtgaten die ze in de ijskap hebben gekrabd. Hun achterpoten zijn groter dan hun voorpoten en worden hoofdzakelijk gebruikt om zich in het water voort te stuwen. Deze zeedieren zijn opmerkelijk behendig in het water en kunnen in een jaar wel achtduizend kilometer afleggen.

Zadelrobben worden aangeduid als oorloos, maar dat wil niet zeggen dat ze doof zijn. Ze hebben geen oorschelpen maar aan beide zijkanten van de kop een klein gaatje, dat ze afsluiten als ze onderduiken. Zadelrobben hebben een heel scherp gehoor. Onder water kunnen ze heel precies vaststellen waar een geluid vandaan komt, iets wat mensen niet kunnen!

De zadelrob heeft grote, opvallende ogen, waarmee hij ondanks het zwakke licht onder water toch goed kan zien. Op het ijs, dat het felle zonlicht weerkaatst, vernauwen de pupillen zich tot een verticaal spleetje, zodat hij ook daar makkelijk kan zien.

Het leven als pup

In de groep die wij observeerden, waren de wijfjes vanuit Groenland naar Noord-Canada gekomen om te werpen. Hun drijvende kinderkamer van pakijs dient als bescherming tegen roofdieren. Het werpen gaat heel snel, vaak binnen een minuut. Tegen de tijd dat je je camera klaar hebt, ligt de nieuwe pup je al aan te staren! Onmiddellijk na de geboorte draait de moeder zich om en gaat neus aan neus met haar baby liggen. Ze neemt de unieke geur en het unieke geluid van haar pup in zich op. Daarna zal ze deze pup — en geen andere — ongeveer twee weken zogen.

De kleine zadelrob gaat al vlug op zoek naar voedsel bij zijn moeder. Wanneer de pups honger hebben, klinkt het alsof ze „ma, ma” jammeren. Eenmaal volgegeten nestelen ze zich in een spleet in de sneeuw en het ijs om een tukje te doen. Doordat ze steeds op dezelfde plek slapen, ontstaat er een knusse ’ijswieg’.

Bij hun geboorte wegen zadelrobben zo’n tien kilo en zijn ze ongeveer negentig centimeter lang. Aanvankelijk hebben ze geen speklaag om warm te blijven, maar dat verandert snel! Gedurende de eerste twaalf dagen komen zadelrobben elke dag zo’n twee kilo aan. Hun snelle groei is te danken aan de voedzame moedermelk, die voor wel vijftig procent uit vet bestaat. * In minder dan twee weken tijd weegt een pup al 35 kilo!

Kleurverandering

De leeftijd van een jonge zadelrob is makkelijk te schatten aan de hand van de kleur van zijn pels. Tegen het einde van de eerste dag is de pup opgedroogd en is te zien dat hij een donzige vacht heeft. Nu wordt de pup een yellowcoat genoemd. De gelige kleur is afkomstig van het vruchtwater en verdwijnt binnen drie à vier dagen in de zon. Wanneer de gele kleur verdwenen is, wordt de pup een whitecoat genoemd. Na zo’n twee weken gaat zijn moeder ervandoor en komt nooit meer terug.

Hoe hard de pups ook huilen, er reageert niemand. Soms zoeken ze troost bij elkaar en gaan ze in groepjes op het ijs liggen. Al gauw krijgen de pups grijze vlekken in hun witte vacht. Vanaf de 12de tot en met de 21ste dag veranderen ze in een graycoat, totdat tegen het eind van de eerste maand al hun donzige witte haar is uitgevallen en vervangen door een glanzend grijze, waterdichte vacht (ragged jacket).

Leren zwemmen

De pups teren op hun vet totdat de honger ze ten slotte het water in dwingt om naar voedsel te zoeken. Maar helaas! Eenmaal in het water blijven ze door hun vetlaag aan de oppervlakte drijven. Instinctief beginnen ze met hun vinpootjes op het water te slaan. In dit stadium worden ze daarom een beater genoemd. Door dat slaan worden hun vinpoten sterk genoeg om ermee te zwemmen en tegelijkertijd verbranden ze lichaamsvet, waardoor hun drijfvermogen zo afneemt dat ze onder water kunnen duiken. Nu kunnen ze hun rammelende honger stillen, want het water wemelt van de krill en van lodden en andere kleine visjes.

Als ze een jaar oud zijn, komen de robben in de rui. Tussen hun derde en zevende levensjaar worden ze geslachtsrijp, en ze zijn dan gemakkelijk te herkennen aan de zadelvormige tekening op hun rug. De zadelrob kan wel 35 jaar oud worden.

Een persoonlijke ontmoeting

Nadat we een overlevingspak hebben aangetrokken en zakwarmers voor onze handen en voeten hebben gepakt, stappen we met zeventien man in een helikopter voor een vlucht van zo’n tachtig kilometer. In welke richting we ook kijken, overal zien we onder ons een glinsterend witte ijsvlakte die geleidelijk overgaat in een blauwe horizon. Ten slotte landen we op de bevroren zee. We binden onze sneeuwijzers onder en gaan zo stil mogelijk op weg — voor zover de knerpende sneeuw onder onze voeten dat toelaat. Kijk! Daar achter die moeder heb je een sneeuwbaby, een yellowcoat! Het is net een grote donzige rups die zijn moeder nauwelijks kan bijbenen. Ik ben op slag verliefd!

Ik ga op het ijs liggen, want anders zou een rob me voor een ijsbeer kunnen aanzien. Moederrobben kunnen behoorlijk agressief zijn, dus wacht ik tot het wijfje dat ik observeer in een gat in het ijs verdwijnt. Zes meter van me vandaan ligt haar kleine pup, die ik Sadie heb gedoopt, stil te slapen. Ik kruip steeds dichterbij. Langzaam gaan haar ogen open.

Sadie’s ogen kijken me nu strak aan. Ik durf me niet te verroeren. Plotseling gaat Sadie op onderzoek uit! Ze schuifelt veel sneller naar me toe dan ik had gedacht, en ze lijkt ook veel groter. Maar te oordelen naar de kleur van haar vacht kan ze niet meer dan twee of drie dagen oud zijn. Op slechts een paar centimeter van mijn gezicht houdt Sadie stil en wiegt zachtjes van haar ene zij op de andere terwijl ze met haar neusje trekt. Ik kan haar horen snuffelen. Ze tilt haar kop op en trakteert me op natte ’kusjes’ op mijn gezicht en in mijn nek!

Tot mijn grote verbazing kruipt dit verrukkelijke schepseltje dicht tegen me aan en valt in slaap! Ik kan zelfs zachtjes mijn hand op haar leggen. Haar zachte haartjes steken tussen mijn vingers omhoog. Ik ben verrast hoe warm ze aanvoelt. Ik blijf Sadie aaien en knuffelen totdat het weer tijd is om aan boord van de helikopter te gaan voor de terugvlucht. Terwijl ik voorzichtig ga staan, slaapt Sadie rustig verder.

Met tranen in mijn ogen loop ik weg, vol ontzag voor onze God, Jehovah, die ik stilletjes bedank voor het scheppen van dit verrukkelijke diertje. Zo’n ontmoeting met een jonge zadelrob is een wonderbaarlijke ervaring. Het doet me denken aan de woorden van de psalmist: „Hoe talrijk zijn uw werken, o Jehovah! Gij hebt ze alle in wijsheid gemaakt. . . . Wat deze zee betreft, zo groot en wijd, daarin is dat wat zich roert zonder tal, levende schepselen, zowel klein als groot” (Psalm 104:24, 25). — Ingezonden.

[Voetnoot]

^ ¶13 Ter vergelijking: koemelk bevat vier procent vet.

[Kader op blz. 26]

Wist u dat?

▪ Als het weer heel slecht is of de situatie van het ijs ongunstig is, kunnen vrouwtjeszadelrobben de geboorte enkele dagen uitstellen om naar een geschikte lokatie te zoeken.

▪ Zadelrobben kunnen 240 meter diep duiken en wel dertig minuten onder water blijven.

▪ Robben kunnen onder water slapen. Eens in de vijf à tien minuten komen ze even met hun kop boven water om adem te halen. Dan zakken ze weer onder de oppervlakte — zonder wakker te worden!

[Kader op blz. 27]

Uitgestelde innesteling

„Op drie weken in het jaar na”, vermeldt het boek Seasons of the Seal, „is een volwassen vrouwtjeszadelrob altijd drachtig. Toch bedraagt de werkelijke drachttijd maar zeven en een halve maand.” Hoe zit dat dan? „Na de bevruchting”, zo wordt in het boek uitgelegd, „deelt het bevruchte eitje zich, wat zich een paar keer herhaalt, en dan stopt het delen. De blastocyste, dan nog steeds kleiner dan een speldenknop, houdt op met groeien. Dit brokje latent leven drijft nu in de baarmoeder, tot het zich elf weken later innestelt en weer begint te groeien.” De kennelijke reden voor deze uitgestelde innesteling? „Er moet vrijwel precies een jaar tussen het werpen van de pups zitten zodat de geboorte plaatsvindt wanneer de ijsvlakte waarop de pups geworpen worden het grootst en het dikst is.”

[Kaart op blz. 23]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

CANADA

[Verantwoording]

Map: Mountain High Maps® Copyright © 1997 Digital Wisdom, Inc.

[Illustratie op blz. 23]

Satellietfoto van de Magdalen Islands

[Verantwoording]

NASA JSC

[Illustratie op blz. 24]

Yellowcoat

[Illustratie op blz. 24]

Whitecoat

[Illustratie op blz. 25]

Ragged jacket

[Verantwoording]

© IFAW/David White

[Illustratie op blz. 25]

Beater

[Verantwoording]

© IFAW

[Illustratie op blz. 26]

Moeder en kind

[Verantwoording]

© IFAW/Igor Gavrilov

[Illustratie op blz. 26]

Een volwassen zadelrob zwemt onder een dikke laag ijs door

[Verantwoording]

© IFAW