Een onvergetelijk bezoek aan de Ngorongorokrater

Door een Ontwaakt!-medewerker in Tanzania

„ALS engelen voor fotograaf hadden gespeeld in de hof van Eden, dan hadden hun foto’s van het dierenleven niet veel verschild van de foto’s die je nu in de Ngorongorokrater kunt maken.” Dat zegt Reinhard Künkel in zijn boek over deze toeristische trekpleister in Tanzania. En inderdaad, de Ngorongorokrater is een prachtige plek, en het wemelt er van de wilde dieren. Ga maar eens met ons mee om er een kijkje te nemen!

Adembenemend uitzicht

Na vier uur rijden over stoffige wegen zijn we eindelijk bij de rand van de Ngorongorokrater. Vanaf het balkon van ons hotel genieten we van het prachtige uitzicht. Het panorama is werkelijk uniek. Natuurkenners noemen het zelfs „het achtste wereldwonder”, en we kunnen wel zien waarom.

Waar komt de naam Ngorongoro vandaan? Niemand weet het zeker, maar sommigen zeggen dat het de naam was van een Masaï die koebellen maakte en in de krater woonde. Anderen beweren dat de naam afkomstig is van een groep dappere Datogokrijgers die 150 jaar geleden bij een strijd in de krater door de Masaï werd verslagen. Maar de herkomst van de naam lijkt opeens onbelangrijk als we een paar zebra’s opmerken die dicht bij de parkeerplaats staan te grazen. Als we naar de auto lopen, komen we heel dichtbij, maar ze schijnen ons niet op te merken. We stappen in en rijden omlaag naar de bodem van de krater om het dierenleven van dichtbij te bekijken.

 De krater ligt op 2236 meter boven zeeniveau en is de grootste ongeschonden caldeira (ingezakte vulkaan) ter wereld. Hij heeft een doorsnede van ruim 19 kilometer en beslaat een oppervlak van 300 vierkante kilometer. Langzaam dalen we af langs de 600 meter hoge kraterwand, met ons hoofd uit het raam om foto’s te nemen. Toen we boven aan de rand stonden, was de ochtendlucht koel en fris. Binnen in de krater is het echter verrassend warm.

Terwijl onze chauffeur ons langzaam over de kraterbodem rondrijdt, komen we langs een zoutmeertje met allemaal roze flamingo’s. De kraterrand ligt nu ver weg en steekt scherp af tegen de blauwe lucht. Wanneer we het geluid van zebra’s en blauwe gnoes vermengd met andere exotische geluiden horen, maakt een gevoel van opwinding zich van ons meester. Dit is echt een paradijs!

Het dierenleven in de krater

In de Ngorongorokrater hopen we kafferbuffels, olifanten, zebra’s, gnoes, gazellen, zwarte neushoorns en groene meerkatten te zien, en we worden niet teleurgesteld. Er lopen ook roofdieren rond, zoals jachtluipaarden, hyena’s, jakhalzen en leeuwen met donkere manen. Een paar nijlpaarden zoeken verkoeling in een waterplas. Ze lijken het niet erg te vinden om voor een foto te poseren.

Plotseling trapt de chauffeur op de rem! Hij wijst naar een zwarte neushoorn, die slechts enkele meters voor onze auto ons pad kruist. Deze dieren lijken zich prima thuis te voelen in de krater.  Toch komt het maar zelden voor dat je een zwarte neushoorn in zijn natuurlijke omgeving van zo dichtbij kunt zien. Deze ontzagwekkende dieren zijn bijna uitgestorven; naar schatting bestaat de populatie in de krater uit nog geen twintig exemplaren. Stropers doden de neushoorn voor zijn hoorns, die illegaal verhandeld worden en waarvan dolkheften en medicijnen worden gemaakt. Parkopzichters patrouilleren dan ook geregeld in de krater om de stropers op afstand te houden.

Een vogelliefhebber kan hier zijn hart ophalen. Er is een enorme verscheidenheid aan soorten, zoals struisvogels, koritrappen, kroonkraanvogels, koereigers, zwartkopreigers, secretarisvogels, roodsnavelossenpikkers en talloze kleine flamingo’s. In de krater leven meer dan honderd soorten vogels die in het aangrenzende Serengeti Nationaal Park niet voorkomen, zoals de baardspecht, de geelborstapalis, de broebroe en de Maskarenenparadijsmonarch. In het hoge gras is de roodkeellangklauw te zien en zelfs de zeldzame Kaapse roek is weleens waargenomen.

Hoewel de meeste dieren ons negeren, moeten we in de auto blijven zitten. Maar de Masaï, die net buiten de krater in hun traditionele lemen hutten met daken van gras wonen, mogen in de krater vrij rondtrekken met hun kudden. De wilde dieren lijken aan hen gewend te zijn.

De schoonheid en rust van de Ngorongorokrater zijn inderdaad zo buitengewoon dat het ons met ontzag vervult. We zullen ons bezoek dan ook niet gauw vergeten.

[Illustratie op blz. 15]

Neushoorn

[Illustratie op blz. 15]

Masaï met hun vee aan de kraterrand

[Illustratie op blz. 15]

Masaïvrouw

[Illustratie op blz. 16]

Jachtluipaarden

[Illustratie op blz. 16]

Kroonkraanvogel

[Illustratie op blz. 16]

Flamingo’s

[Illustratie op blz. 16]

Nijlpaard

[Illustratie op blz. 16, 17]

Ngorongorokrater

[Illustratie op blz. 17]

Zebra’s

[Illustratie op blz. 17]

Buffel

[Illustratie op blz. 17]

Olifanten

[Illustratie op blz. 17]

Groene meerkat