Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Het land van het grote geld

Het land van het grote geld

Het land van het grote geld

Door een Ontwaakt!-medewerker in Guam

ERGENS in de uitgestrektheid van de Grote Oceaan ligt de eilandengroep Yap. Wegens de tropische schoonheid en het aangename klimaat is dit een favoriete vakantiebestemming voor mensen die de drukte willen ontvluchten. Maar de bezoekers zijn vaak nogal verbaasd dat de mensen hun spaargeld zomaar op straat laten liggen. En het gaat om groot geld!

Overal op de eilanden zijn voor gebouwen en langs paden stenen schijven te zien. Deze schijven worden in de plaatselijke taal rai genoemd en vormen de inheemse valuta. Hoewel sommige mensen hun stenen geld thuis bewaren, gebruiken de meeste de plaatselijke ’banken’. Bij deze instellingen staan geen bewakers en er is geen personeel om de klanten te helpen. Vaak is er niet eens een gebouw. Deze ’banken’ bergen het geld niet veilig weg in een kluis maar laten het gewoon op straat liggen. Daar staan, schuin tegen kokospalmen en muren, nog meer stenen schijven, elk met een gat in het midden. Ze kunnen een doorsnede van wel vier meter hebben en meer dan vijf ton wegen.

Waar u woont, hebben mensen misschien wat losse muntjes in hun zak zitten, maar hier zijn de munten zo groot dat ze niet eens in een auto passen. Na 1931 is er geen nieuw stenen geld meer gemaakt. Toch is het op de eilanden nog steeds een wettig betaalmiddel. Hoe is deze bijzondere geldsoort ontstaan?

Moeilijk verkrijgbaar

Volgens de overlevering voer in het verre verleden een groepje mensen van Yap naar Palau (Belau) waar ze in het bezit kwamen van enkele prachtige stenen. Ze namen ze mee terug naar Yap, waar men besloot ze als betaalmiddel te gebruiken. Uit de stenen begonnen ze schijven te houwen in de vorm van de vollemaan, met een gat in het midden.

De Yapezen kozen het materiaal voor hun stenen met zorg. Het liefst gebruikten ze de mineralen die we nu kennen als aragoniet en calciet. Aragoniet wordt in afzettingen in de grond aangetroffen en zit ook in parels; calciet is het belangrijkste bestanddeel van marmer. Uit beide materialen kan een vaardig steenhouwer iets moois maken, maar geen van beide komt op Yap voor. Dus bleven de Yapezen met hun vlerkprauwen naar Palau varen om aan stenen te komen. Palau ligt zo’n vierhonderd kilometer ten zuidwesten van Yap — een reis van vijf dagen over een gevaarlijke zee.

Op Palau kregen de Yapezen van het plaatselijke stamhoofd toestemming om massieve stukken rots uit te hakken. Met primitief handgereedschap hakten ze in grotten platte stukken steen uit, die ze vervolgens tot schijven hieuwen. Voor één geldstuk waren ze maanden en soms zelfs jaren aan het hameren en beitelen!

De stenen werden van een gat voorzien zodat ze aan stevige palen naar de kust konden worden gedragen. Daar werd het pas gehouwen geld op prauwen of bamboevlotten geladen. Als er een groot stuk geld vervoerd moest worden, zetten de werkers het rechtop in het water en bouwden er dan een groot vlot omheen. Met de wind in de zeilen en sterke roeiers aan de riemen sleepten ze vervolgens het vlot met hun pas verworven rijkdom naar Yap.

Al dit werk werd met de hand gedaan, en niet zonder gevaar. Bij het uithakken van de gigantische rotsblokken en het over land vervoeren ervan raakten velen gewond of verloren het leven. En de terugreis naar Yap kende zijn eigen gevaren. De zeebodem rond Yap en Palau ligt bezaaid met stenen geld, waaruit blijkt dat de schatten, net als de ’geldlopers’ trouwens, niet altijd behouden op Yap aankwamen. Toch is dat gezonken geld eigendom van iemand op Yap. Net als de stenen schijven op het droge land vertegenwoordigt het een bepaalde waarde.

Hoeveel is het waard?

Nadat een zakelijke transactie met rai is betaald, laat de nieuwe eigenaar de stenen meestal gewoon op hun plek liggen. Veel stenen liggen al tientallen jaren op dezelfde plek en bevinden zich op grote afstand van het huis van hun huidige eigenaar. Er zijn geen problemen met diefstal.

Mocht een dief zijn oog op een stenen munt laten vallen, dan zou hij ten eerste sterk genoeg moeten zijn om hem mee te nemen en ook nog brutaal genoeg. Dat laatste zou nog het moeilijkst zijn, omdat de omwonenden weten van wie elke stenen schijf is, en ze hebben veel respect voor eigendomsrechten.

Hoe wordt de waarde van een stuk stenen geld bepaald? Eerst wordt gekeken naar de grootte, de natuurlijke schoonheid en de kwaliteit van het werk. Vervolgens wordt de geschiedenis ervan in aanmerking genomen. Hoe oud is het? Was het heel moeilijk om het uit te hakken en vorm te geven? Zijn er tijdens de terugreis naar Yap mensenlevens in gevaar geweest of zelfs verloren gegaan? En als laatste: wat is de sociale status van de partijen in de transactie? Stenen geld heeft meer waarde als het in handen van een hoofdman is dan wanneer een gewone man het bezit.

Toen in 1960 een buitenlandse bank een stuk stenen geld met een doorsnede van anderhalve meter kocht, kwam de buitenwereld de geschiedenis van dat geldstuk te weten. Kennelijk was het al vóór 1890 in omloop. Ooit waren de bouwers van een huis ermee betaald. Bij een andere gelegenheid had een dorp het aan de bewoners van een ander dorp geschonken voor het opvoeren van een speciale dans. En later had iemand het geruild voor een partij zinken dakplaten. Al die transacties vonden plaats zonder dat de steen van zijn oorspronkelijke plek verwijderd werd, en er werd niets op schrift gesteld. Iedereen op Yap wist wie de eigenaar van de steen was en wat de geschiedenis ervan was.

Groter is niet altijd beter

Toen de rai honderden jaren geleden werd geïntroduceerd, waren de stenen munten zo zeldzaam en kostbaar dat alleen hoofdmannen ze zich konden veroorloven. Maar eind negentiende eeuw maakte de komst van ijzeren gereedschappen en vrachtschepen het mogelijk veel meer van deze munten uit te houwen en te vervoeren, zelfs heel grote exemplaren. Hoewel de nieuwere munten groter zijn dan de oudere, zijn ze minder waard omdat ze niet op de traditionele, arbeidsintensieve manier zijn vervaardigd.

Volgens een officiële telling in 1929 waren er 13.281 stenen — meer dan het aantal inwoners. Met de Tweede Wereldoorlog kwam daar verandering in. De soldaten namen veel stenen in beslag en verbrijzelden sommige ervan om als bouwmateriaal te dienen voor landingsbanen en fortificaties. Slechts de helft van de stenen schijven overleefde het. Vervolgens gingen souvenirjagers en verzamelaars met heel wat schijven aan de haal. Nu beschouwt de overheid het stenen geld als cultureel erfgoed en geniet het wettelijke bescherming.

Op Yap groeit het geld niet aan de bomen en zijn de wegen niet met goud geplaveid. Maar het is nog steeds zo dat het geld er op straat ligt!

[Kaart op blz. 20]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

Japan

GROTE OCEAAN

Filippijnen

Saipan

Guam

Yap

Belau

[Verantwoording]

Globe: Mountain High Maps® Copyright © 1997 Digital Wisdom, Inc.

[Illustratie op blz. 21]

’Bank’ voor stenen geld

[Illustratie op blz. 22]

Sommige geldstukken op Yap wegen ruim vijf ton