Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Onze toegetakelde aarde

Onze toegetakelde aarde

Onze toegetakelde aarde

IN 1805 bereikten de bekende ontdekkingsreizigers Meriwether Lewis en William Clark de Columbia, een rivier in de huidige Amerikaanse staat Washington. * Meer nog dan door de rivier zelf werd hun aandacht getrokken door de enorme hoeveelheden zalm die erin zaten. „Het is bijna niet te bevatten hoeveel van deze vissen er zijn”, schreven ze in hun dagboek. „Ze zwemmen in zulke massa’s stroomafwaarts en worden zo massaal de oevers op gestuwd dat de indianen ze alleen maar hoeven op te rapen, open te snijden en op houten frames te drogen.” Er was zelfs zo veel zalm dat de indianen de vissen droogden om ze als brandstof te gebruiken!

Tegenwoordig is de situatie heel anders. „Wetenschappers weten al meer dan tien jaar dat vis sneller uit de oceaan wordt gehaald dan hij zichzelf weer kan aanvullen”, zegt een bericht in Newsweek. In de Noord-Atlantische Oceaan bijvoorbeeld is naar schatting 90 procent van de wilde-zalmpopulatie verdwenen.

Maar niet alleen vis is schaars. Natuurlijke hulpbronnen, zoals fossiele brandstoffen, delfstoffen en bosproducten, worden in een verbazend tempo opgebruikt. Het Wereld Natuur Fonds bericht dat tussen 1970 en 1995 wel 30 procent van de natuurlijke hulpbronnen van de aarde verloren is gegaan. Het oogsten van de hulpbronnen van de aarde gebeurt vaak met een tweesnijdend zwaard, want door de methoden die men daarbij gebruikt, kunnen natuurlijke leefgebieden verloren gaan.

Sommigen redeneren dat aangezien de mens deze problemen heeft gecreëerd, hij ze ook kan oplossen. Om één voorbeeld te noemen: in veel industriesteden is de luchtvervuiling de afgelopen jaren afgenomen. Betekenen zulke sprankjes hoop dat de mens de situatie onder controle krijgt?

[Voetnoot]

^ ¶2 Lewis en Clark waren erop uitgestuurd om het pas aangekochte gebied ten westen van de Mississippi te verkennen en in kaart te brengen.

[Illustratieverantwoording op blz. 3]

© Kevin Schafer/CORBIS