Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Artsen in een veranderende wereld

Artsen in een veranderende wereld

Artsen in een veranderende wereld

In 1174 werd Maimonides aangesteld als hofarts voor de heersers van Egypte, en hij bracht zijn dagen grotendeels op het paleis door. Over zijn dagelijkse thuiskomst schreef hij: „Ik neem een lichte maaltijd, het enige wat ik eet in vierentwintig uur. Dan besteed ik aandacht aan mijn patiënten en schrijf recepten en aanwijzingen voor hun kwalen. Tot het vallen van de avond is het een komen en gaan van patiënten, en soms . . . ben ik zo uitgeput dat ik nauwelijks kan praten.”

ER IS altijd al zelfopoffering voor nodig geweest om arts te zijn. Maar de wereld waarin artsen nu hun beroep uitoefenen, verandert snel. Hun werkschema kan nog steeds net zo afmattend zijn als dat van Maimonides. Maar worden ze nog net zo gerespecteerd als vroeger? Hoe zijn nieuwe omstandigheden van invloed geweest op het leven van de arts? En hoe hebben recente ontwikkelingen de arts-patiëntrelatie veranderd?

Een veranderde relatie

Sommigen kunnen zich de tijd nog herinneren dat een arts al zijn remedies in zijn zwarte dokterstas kon dragen. In die tijd had men gemengde gevoelens over artsen, net zoals dat nu het geval is. De meeste werden geëerd om hun bekwaamheid, gerespecteerd om hun positie en bewonderd om hun ethiek. Maar tegelijkertijd konden ze bekritiseerd worden om hun honorarium, gehekeld om hun fouten en veroordeeld om hun schijnbare gebrek aan medeleven.

Toch gaf het veel artsen diepe voldoening dezelfde familie generaties lang te helpen. Ze legden talrijke huisbezoeken af, en in plattelandsgebieden aten ze soms mee of bleven de hele nacht als er een kind geboren moest worden. Veel artsen bereidden zelf medicijnen voor hun patiënten. Onbaatzuchtig behandelden ze arme mensen gratis en ze waren 24 uur per dag, 7 dagen per week beschikbaar.

Natuurlijk werken sommige artsen nog steeds zo, maar op veel plaatsen is de aard van de arts-patiëntrelatie de laatste tientallen jaren waarschijnlijk meer veranderd dan in de afgelopen eeuwen. Hoe is dat gekomen? Laten we eerst het huisbezoek eens bekijken.

Worden er nog huisbezoeken afgelegd?

Patiënten thuis bezoeken is altijd de gebruikelijke manier geweest om de geneeskunde te beoefenen, en in sommige landen is dat nog steeds zo. Maar wereldwijd gezien wordt het steeds minder de gewoonte. The Times of India zei: „De huisarts die geruststellend aan het bed stond, die het gezin door en door kende en altijd bereid was te komen, is een uitstervende soort aan het worden in een tijdperk van specialisten en superspecialisten.”

Wegens de explosief toenemende medische kennis hebben veel artsen zich gespecialiseerd en werken in een collectief, wat tot gevolg kan hebben dat een patiënt elke keer dat hij ziek is, een andere dokter te spreken krijgt. Daardoor kunnen veel artsen niet meer zo’n langdurige relatie met gezinnen hebben als vroeger.

De geleidelijke afname van huisbezoeken is een eeuw geleden begonnen, toen artsen meer gebruik gingen maken van laboratoriumanalyses en diagnoseapparatuur. In veel landen gingen gezondheidsinstellingen het afleggen van huisbezoeken zien als een inefficiënte tijdsbesteding van de arts. De meeste patiënten hebben tegenwoordig vervoer en kunnen zelf naar de arts toe komen. Ook doen medische hulpdiensten, ambulancepersoneel en spoedeisende-hulpafdelingen nu werk dat vroeger door artsen werd gedaan.

Een veranderde status

In de wereld van vandaag zijn minder artsen zelfstandig. Medische zorg wordt vaker verleend door overheidsinstanties of gezondheidscentra die artsen in dienst hebben. Maar veel artsen vinden het niet prettig een derde partij in de arts-patiëntrelatie te hebben. Dergelijke instanties willen vaak dat de arts meer patiënten ziet in minder tijd. „Ik moet elke zeven tot tien minuten een patiënt te woord staan”, zegt dr. Sheila Perkins, een huisarts in Groot-Brittannië. „En een groot deel van die tijd moet ik besteden aan het invoeren van gegevens in de computer. Er blijft weinig tijd over om een band met de patiënt op te bouwen. Dat kan heel frustrerend zijn.”

De veranderende wereld waarin artsen hun beroep uitoefenen, is een wereld waarin patiënten meer macht hebben gekregen. Er was een tijd dat een „doktersvoorschrift” onbetwistbaar was. Maar in veel landen zijn artsen tegenwoordig verplicht de patiënt in te lichten over behandelingsmogelijkheden en vermoedelijke resultaten, zodat de patiënt geïnformeerde toestemming voor de behandeling kan geven. De verhouding tussen arts en patiënt is veranderd. Volgens sommigen is het imago van de arts verlaagd tot dat van een technicus.

In onze snel veranderende samenleving bestaat een groot deel van de artsen uit vrouwen. Vrouwelijke artsen zijn vaak meer gewild omdat men vindt dat ze beter luisteren. De medische professie schijnt door hun invloed dus meelevender te worden.

De meeste mensen hebben graag een arts die begrip heeft voor de gevoelens van de patiënt en de stress waarmee hij te maken heeft. Maar het is redelijk te vragen: hoeveel patiënten hebben begrip voor de gevoelens van de arts en de stress waarmee hij te maken heeft? Dat zou de arts-patiëntrelatie zeker ten goede kunnen komen. Het volgende artikel kan daar misschien toe bijdragen.

[Illustratie op blz. 3]

Maimonides

[Verantwoording]

Brown Brothers

[Illustraties op blz. 4]

Vroeger legden artsen vaak huisbezoeken af