Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Een blik op de wereld

Een blik op de wereld

Een blik op de wereld

Technologie verdringt persoonlijke gesprekken

„Het idee om een gesprek van persoon tot persoon te voeren, schrikt veel Britten af omdat ze steeds afhankelijker zijn van de moderne technologie”, bericht de Londense Times. Uit een enquête van British Gas onder 1000 volwassenen bleek dat de gemiddelde persoon bijna vier uur van de tijd dat hij wakker is, gebruik maakt van technologie „die oorspronkelijk bedoeld was om mensen meer tijd voor zichzelf te geven”. Volgens het verslag „besteedt de gemiddelde Brit 88 minuten per dag aan telefoneren met een vast toestel, nog eens 62 minuten aan mobiel bellen, 53 minuten aan e-mailen en 22 minuten aan sms’en”. De conclusie van de enquête was dat de communicatievaardigheden, zoals praten van persoon tot persoon, verloren gaan. Velen van de geënquêteerden gaven toe dat ze sms’jes gebruikten „om de rompslomp van een gesprek te vermijden of om helemaal geen gesprek te hoeven voeren”.

Dure gewoonte

Roken is duur, niet alleen voor de rokers maar ook voor hun werkgevers en voor niet-rokers, aldus professor Kari Reijula van een Fins instituut voor gezondheid op het werk. Alleen al de werktijd die aan rookpauzes verloren gaat, „kost de Finse economie bijna 16,6 miljoen euro per jaar”, bericht de website van een Finse omroeporganisatie. Naar schatting „laten werknemers die een pakje per dag roken, jaarlijks het equivalent van 17 werkdagen verloren gaan”. Daarbij komen ook nog de ziektedagen. Reijula merkt verder op: „Uit onderzoeken blijkt dat werknemers die roken, ook vaker ongelukken krijgen.” Bovendien worden door het roken de schoonmaakkosten en de elektriciteitsrekeningen hoger „omdat het ventilatiesysteem op volle kracht moet blijven draaien”, aldus het bericht. Nog ernstiger is het feit dat „er jaarlijks wel 250 niet-rokende Finnen overlijden aan ziekten die in verband worden gebracht met meeroken op het werk of in hun vrije tijd”.

Drugs makkelijk te krijgen

In Polen zijn drugs makkelijker te krijgen dan bier, bericht het tijdschrift Wprost. „Ze zijn verkrijgbaar in elke discotheek, in clubs, kroegen en studentenhuizen, en op hogere en middelbare scholen.” Bovendien kunnen drugs in de wat grotere steden „telefonisch worden besteld en sneller worden bezorgd dan pizza’s”, zegt het tijdschrift. Doordat synthetische drugs goedkoop en gemakkelijk verkrijgbaar zijn en „als onschadelijk worden bezien”, zegt Wprost, heeft meer dan de helft van alle Poolse tieners er „minstens één keer” mee geëxperimenteerd. Volgens Katarzyna Puławska-Popielarz, hoofd van een afkickcentrum voor jongeren, heeft een van die drugs, speed, bij langdurig gebruik geleid tot „zelfmoord, hartaanvallen, psychoses en extreme vermagering”.

Heropleving van de Latijnse mis

In Duitsland „worden kerkdiensten in het Latijn steeds populairder”, bericht het weekblad Focus. Priesters in „steden zoals Frankfurt, Düsseldorf en Münster hebben ontdekt dat ze, hoewel het kerkbezoek normaalgesproken afneemt, hun kerken kunnen vullen door missen in het Latijn te houden”, merkt het tijdschrift op. Door de populariteit van de Latijnse mis heeft een kerk in München de frequentie ervan opgevoerd van twee keer per maand naar twee keer per week, plus de feestdagen.

Een eeuw van oorlog

„Genocide heeft ertoe bijgedragen dat de twintigste eeuw de bloedigste in heel de geschiedenis is geworden”, bericht de Buenos Aires Herald. Genocide wordt gedefinieerd als de stelselmatige uitroeiing van een volk of volksgroep. Naar schatting werden er in de twintigste eeuw meer dan 41 miljoen mensen afgeslacht. Een recent voorbeeld is Rwanda, waar in 1994 zo’n 800.000 mensen werden vermoord, voornamelijk door „burgers die werden opgestookt door haat bevorderende propaganda”. Volgens geleerden werden er in een periode van 100 dagen gemiddeld 8000 mensen per dag vermoord. Dat gemiddelde ligt „vijf keer zo hoog als bij de gaskamers die de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog gebruikten”, aldus de Herald.

Hoe alligators jagen

Een doctoraalstudente van de Universiteit van Maryland heeft iets ontdekt wat de deskundigen voordien ontgaan was: drukgevoelige receptoren op de snuit van alligators, waarmee ze de beweging van een prooi in het water kunnen waarnemen. Alligators en andere krokodilachtige reptielen hebben rond hun bek piepkleine bultjes ter grootte van een speldenprik. De biologe Daphne Soares ontdekte dat dit minuscule drukgevoelige knobbeltjes zijn waarmee deze reptielen kleine rimpels op het wateroppervlak om zich heen kunnen waarnemen. „Krokodilachtigen jagen ’s nachts, half ondergedoken in het water, en wachten totdat een prooi het wateroppervlak verstoort. Ze houden hun bek precies op het grensvlak van de lucht met het water”, legt Soares uit. „Als ze hongerig zijn, happen ze naar alles wat dat grensvlak verstoort.” Soares noemt deze bultjes dome pressure receptors (koepelvormige drukreceptoren). Ze zijn zo gevoelig dat ze het vallen van één enkele druppel water kunnen waarnemen.

Levende vuilnisbakken

Een internationaal onderzoek naar de invloed van afval op het zeeleven toont aan dat de gemiddelde noordse stormvogel, een zeevogel in het gebied van de Noordzee, 30 stukken plastic in zijn maag heeft. Dat is „het dubbele van wat begin jaren tachtig in noordse stormvogels werd gevonden”, bericht de Londense krant The Guardian. Deze vogels werden onderzocht omdat „ze bijna alles eten en niets uitbraken”. Zo zaten er in de maag van de vogels allerlei plastic voorwerpen: stukken speelgoed en gereedschap, stukjes touw, bekertjes, stukken matrasschuim, flesjes en sigarettenaanstekers. Dr. Dan Barlow, onderzoeksleider bij Friends of the Earth Scotland, zegt: „Dit onderzoek toont aan dat de zeedieren rond de Schotse kust in levende vuilnisbakken veranderen.” De krant voegt eraan toe: „Van meer dan 100 van de 300 soorten zeevogels ter wereld is bekend dat ze weleens plastic inslikken.”

Gebarentaal op het internet

Al jarenlang gebruiken doven telexapparaten en recentelijker e-mail om met vrienden te communiceren. Maar door de verbreiding van webcams (computercamera’s voor het internet) zijn doven nu in staat om op het internet gebarentaal te gebruiken. Niettemin „gaan er bepaalde nuances verloren door het smalle gezichtsveld en de tweedimensionale weergave van de webcam, net zoals over de telefoon een opgetrokken wenkbrauw of een grijns verloren gaat”, aldus Canada’s National Post. Een trage internetverbinding en andere technische problemen kunnen het gebaren via webcams bemoeilijken. Welke oplossingen hebben de doven hiervoor? Ze maken hun gebaren langzamer en herhalen ze, en ze hebben geleerd „hun bewegingen of lichaamspositie aan te passen om problemen met het perspectief te compenseren”, zegt de krant. Ook hebben de doven ontdekt dat ze nadruk kunnen leggen op wat ze zeggen door hun handen dichter bij de camera te houden zodat ze groter lijken.