Is God overal?
De zienswijze van de bijbel
Is God overal?
GOD wordt terecht almachtig en alwetend genoemd. Maar in een poging Gods grootheid nader te omschrijven, voegen sommigen er nog een derde uitdrukking aan toe — alomtegenwoordig. Ze geloven dat God overal tegelijk aanwezig is.
De eerste twee uitdrukkingen worden duidelijk ondersteund door bijbelse leringen (Genesis 17:1; Hebreeën 4:13; Openbaring 11:17). God is inderdaad almachtig, en hij is alwetend in de zin dat er niets voor hem verborgen kan worden. Maar is hij alomtegenwoordig? Is God overal of is hij een persoon met een specifieke woonplaats?
Waar is God?
In verschillende bijbelteksten wordt „de hemel” Gods „vaste woonplaats” genoemd (1 Koningen 8:39, 43, 49; 2 Kronieken 6:33, 39). Eén bijbelverslag beschrijft de grootheid van Jehovah God echter als volgt: „Zal God waarlijk bij de mensen op aarde wonen? Zie! De hemel, ja, zelfs de hemel der hemelen, kan u niet bevatten.” — 2 Kronieken 6:18.
„God is een Geest”, zegt de bijbel (Johannes 4:24). Daarom houdt hij verblijf in een geestelijk rijk dat onafhankelijk is van het stoffelijke universum. Als de bijbel spreekt over „de hemel” als Gods woonplaats, duidt dat op de verhevenheid van de plaats waar hij verblijf houdt in tegenstelling tot de stoffelijke omgeving waarin wij leven. In ieder geval leert de bijbel dat Gods woning inderdaad duidelijk verschilt van het stoffelijke universum, maar tegelijkertijd een heel specifieke plaats is. — Job 2:1, 2.
God is een persoon
Jezus sprak over Jehovah’s woonplaats toen hij tegen zijn discipelen zei: „In het huis van mijn Vader zijn vele woningen. . . . Ik ga heen om een plaats voor u te bereiden” (Johannes 14:2). Waar ging Jezus naar toe? Uiteindelijk is hij „in de hemel zelf [binnengegaan], om nu ten behoeve van ons voor de persoon van God te verschijnen” (Hebreeën 9:24). Dit verslag leert ons twee belangrijke feiten over Jehovah God. Ten eerste heeft hij een letterlijke woonplaats en ten tweede is hij een persoon, niet zomaar een ondefinieerbare kracht die overal aanwezig is.
Mattheüs 6:9; 12:50). Deze lering kwam overeen met de manier waarop Gods volk meer dan 1500 jaar had leren bidden. De oudste geschriften die door God geïnspireerd zijn, bevatten het volgende gebed: „Zie toch neer vanuit uw heilige woning, de hemel, en zegen uw volk.” — Deuteronomium 26:15.
Daarom leerde Jezus zijn volgelingen als volgt te bidden: „Onze Vader in de hemelen.” Ze moesten hun gebeden dus richten tot een persoon, Jehovah, die in een bepaalde plaats verblijf houdt, namelijk de geestelijke hemel (De onbeperkte reikwijdte van Gods heilige geest
Hoewel de bijbel altijd over God spreekt als iemand met een specifieke woonplaats, wordt er in verband met de heilige geest vaak gesuggereerd dat hij overal is. „Waarheen kan ik uw geest ontgaan, en waarheen kan ik uw aangezicht ontlopen?”, vroeg de psalmist David (Psalm 139:7). Sommigen zijn door zulke teksten in de war gebracht en concluderen misschien dat God alomtegenwoordig is. Maar als we de context van deze en andere teksten bekijken, wordt duidelijk dat Jehovah zijn heilige geest — of kracht in actie — vanaf zijn vaste plaats overal in het stoffelijke universum werkzaam kan laten zijn.
Net als een vader die zijn hand uitstrekt om zijn kinderen te troosten en te helpen, kan Jehovah zijn hand — of heilige geest — uitstrekken naar elke plaats in het geestelijke rijk of het stoffelijke universum om zijn voornemen te verwezenlijken. Daarom kon de psalmist zeggen: „Zou ik de vleugels van de dageraad nemen, opdat ik verblijf zou kunnen houden in de verst verwijderde zee, ook daar zou úw hand mij geleiden en uw rechterhand zou mij vastgrijpen.” — Psalm 139:9, 10.
U kunt Gods vriend zijn
Jehovah God staat nederig en liefdevol toe dat hij en zijn woonplaats worden beschreven in menselijke termen die zo goed mogelijk overbrengen waar hij woont en wie hij is. Op deze en andere manieren is het alsof hij ’zich diep buigt om te kijken naar hemel en aarde’ (Psalm 113:6, Groot Nieuws Bijbel). Toch kunnen mensen Gods aard nooit helemaal begrijpen.
Jehovah is gewoon te verheven, te groots en te wonderbaarlijk om volledig in menselijke termen te worden beschreven. Dus hoewel de bijbel over zijn hemelse woning spreekt als over een specifieke plaats, is het voor mensen gewoon onmogelijk om zo’n geestelijke dimensie volledig te vatten. — Psalm 139:6.
Toch schenkt het veel troost om enigszins een begrip te hebben van Jehovah’s werkelijke aard, omdat we daardoor beseffen dat hij niet de een of andere ondefinieerbare, onpersoonlijke kracht is waarvan alles in het universum doortrokken is. In plaats daarvan is hij een persoon, met een specifieke plaats als woning en een concrete persoonlijkheid die gekenmerkt wordt door liefde en tederheid. Die kennis geeft ieder mens de mooiste gelegenheid die er maar is — de kans om een levenslange, persoonlijke vriendschap te hebben met de almachtige Soeverein van het universum. — Jakobus 4:8.