Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Museums — Waarom een bezoek waard?

Museums — Waarom een bezoek waard?

Museums — Waarom een bezoek waard?

DE HOOFDSTAD van de Verenigde Staten, Washington D.C. *, trekt veel toeristen. Waar komen ze op af? Een van de belangrijkste bezienswaardigheden is het Witte Huis, de officiële residentie van de president, aan de Pennsylvania Avenue 1600. Dit historische gebouw trekt jaarlijks meer dan anderhalf miljoen bezoekers. Tijdens een bezoek mag men vrij rondlopen in bepaalde ruimten die volgens diverse stijlperiodes zijn ingericht. De kamers zijn aangekleed met waardevol antiek meubilair en antiek porselein en zilverwerk.

Nog een indrukwekkend gebouw is het Capitool, het regeringscentrum van het land dat bijna driehonderd miljoen inwoners telt. Al wandelend door de zalen en gangen ziet u standbeelden van beroemde regeringsleiders uit het verleden. Als u oplet, vangt u misschien ook nog een glimp op van een van de bekende senatoren of congresleden. Maar niet alle toeristen zijn in deze gebouwen geïnteresseerd. Velen worden aangetrokken door de cultuurcentra in deze stad: de museums en galeries.

Er zijn zo veel museums en galeries in Washington dat het onmogelijk is ze allemaal te behandelen, en u zou er heel lang moeten blijven om ze alle te bezichtigen. Laten we eens zien hoeveel we er tijdens een bezoek van enkele dagen kunnen bekijken.

Een heel bijzonder museum

Bezoekers zullen ongetwijfeld vooral geïnteresseerd zijn in het Smithsonian Institution. Waarom? Omdat het niet slechts één museum is, maar een hele verzameling van museums en kenniscentra. Het Smithsonian Castle aan de National Mall — de anderhalve kilometer lange groene strook met aan het ene uiteinde het Capitool en aan het andere het Washington Monument — is makkelijk te herkennen. Als u in de richting van de obelisk van het Washington Monument kijkt, zal het fleurig rode, zandstenen gebouw aan de linkerkant van de beroemde Mall u meteen opvallen.

Welke museums van het Smithsonian zijn het populairst? In onze eeuw van techniek is het National Air and Space Museum (Lucht- en ruimtevaartmuseum) volgens een reisgids „het meest bezochte museum ter wereld”. Waarom is het zo populair? Het telt 23 enorme zalen, en de geëxposeerde voorwerpen, waarvan het merendeel aan het plafond hangt, illustreren de opwindende geschiedenis van de luchtvaart. In de grote zaal genaamd Milestones of Flight (Mijlpalen in de luchtvaart) is zelfs de Flyer tentoongesteld: het vliegtuig waarmee Orville Wright in 1903 zijn historische vlucht naar Kitty Hawk (North Carolina) maakte. Vlak daarnaast is de Spirit of St. Louis te zien: het speciaal voor Charles Lindbergh gebouwde vliegtuig waarmee hij in 1927 de prijs voor de eerste solovlucht over de Atlantische Oceaan won. En er zijn uiteraard moderne ruimtevaartuigen te bewonderen die geschiedenis hebben gemaakt, en ook stukken steen die zijn meegenomen vanaf de maan.

Houdt u van geld?

Net iets ten zuiden van de Mall en op loopafstand van het Washington Monument staat een gebouw dat duizenden nieuwsgierige bezoekers trekt. Die bezoekers hebben waarschijnlijk zelf exemplaren op zak van de producten die hier worden uitgegeven: bankbiljetten! Het is het Bureau of Engraving and Printing. Tijdens een rondleiding van veertig minuten is het proces van graveren en drukken te zien dat nodig is voor de fabricage van dollarbiljetten die in het dagelijks geldverkeer worden gebruikt. Hier wordt elk jaar ruim 140 miljard dollar aan geld gedrukt! Is het speciale papier dat wordt gebruikt een staatsgeheim? Hoe lang blijft een dollarbiljet in roulatie? Wat wordt er gedaan om valsemunters te dwarsbomen? Al deze vragen en vele andere worden tijdens deze rondleiding beantwoord.

Naast het Bureau staat een uniek gebouw dat in 1993 werd geopend en bezoekers vanuit de hele wereld aantrekt. Het is het ernstig stemmende U.S. Holocaust Memorial Museum.

Een museum dat gewijd is aan massamoord en overleving

Het woord holocaust is afgeleid van een Grieks woord dat in de bijbel wordt gebruikt en ’een volledig brandoffer’ betekent (Hebreeën 10:6). In verband met dit museum heeft het echter betrekking op „de door de staat teweeggebrachte, systematische vervolging en vernietiging van de Europese joden door nazi-Duitsland en zijn collaborateurs in de periode tussen 1933 en 1945”. Hoewel de joden het voornaamste doelwit waren, was het ook staatsbeleid om Roma en Sinti, invaliden, Polen, Russische krijgsgevangenen, homoseksuelen, Jehovah’s Getuigen en politieke dissidenten uit de weg te ruimen.

De entree van het gebouw maakt bij binnenkomst niet bepaald een gezellige indruk. De naziconcentratiekampen waren ontworpen om te intimideren. Dat gevoel straalt het museum ook uit. Wat u om u heen ziet, is een hoog oprijzende, koude, onpersoonlijke, fabriekachtige constructie van staal en stenen. Vanuit de Hall of Witness (Zaal der getuigenis) op de begane grond ziet u boven u het dak van staal en glas. Het zicht door het dakraam is volgens een officiële brochure verwrongen en vervormd. De opzet van de architect was een sfeer te creëren waarin de bezoeker het gevoel heeft dat „hier iets niet pluis is”.

Het museum heeft behalve de begane grond nog vier verdiepingen, maar de voornaamste tentoonstellingsruimten voor het publiek liggen op de eerste tot en met de derde etage, en het is de bedoeling om op de derde te beginnen. De tour is zonder gids en kan twee tot drie uur duren. Vanwege de expliciete beelden van de klopjacht en moord op de slachtoffers wordt afgeraden om de permanente tentoonstelling door kinderen onder de elf jaar te laten bezichtigen. Op de begane grond is een aparte tentoonstellingsruimte voor kinderen: Daniel’s Story (Het verhaal van Daniel). Hier wordt het verhaal verteld van de Holocaust, gezien door de ogen van een kind in nazi-Duitsland.

De liften naar de derde verdieping zijn koude, macabere, stalen kisten. Op deze verdieping begint het relaas en krijgt u een overzicht van de „Naziterreur” van 1933 tot 1939. Hier ziet u hoe de nazipropaganda de Duitse bevolking in haar greep kreeg en vooral de harten van de miljoenen Duitse joden met angst en beven vervulde. Wat treft u aan op de tweede verdieping?

Deze verdieping draagt het onheilspellende thema „Definitieve oplossing” (1940-1945). Volgens een museumgids is het een „beschrijving van de getto’s, deportaties, dwangarbeid en concentratiekampen, en de uitvoering van de ’Definitieve oplossing’ [vernietiging van de joden en anderen] door middel van vernietigingswerktuigen zoals mobiele zuiveringseenheden en vernietigingskampen”.

De eerste verdieping draagt een positiever thema: „Het slothoofdstuk”. Daar wordt het verhaal verteld van „redding, verzet, bevrijding en de pogingen van overlevenden om de draad van hun leven weer op te pakken”. Aan één kant bevindt zich het Wexner-studiecentrum, waar iets te zien is wat voor veel Getuigen van Jehovah bijzonder interessant is. De bezoeker kan via een van de computers toegang krijgen tot levensgeschiedenissen van Getuigen die hebben geleden en die in sommige gevallen de marteldood zijn gestorven.

U vindt er bijvoorbeeld het heldhaftige verslag van Helene Gotthold uit Dortmund (Duitsland). Ze had twee kinderen en wilde ondanks de verbodsbepalingen van de nazi’s per se de christelijke vergaderingen bijwonen. Ze werd in december 1944 onthoofd. Zo kunnen er nog veel meer geschiedenissen van slachtoffers en martelaren van de concentratiekampperiode tijdens het Hitlerregime worden bekeken.

Op deze etage bevindt zich ook de opmerkelijke Tower of Life (Levenstoren), ook bekend als de Tower of Faces (Toren van de gezichten), die drie verdiepingen hoog is. Het is een verzameling van honderden foto’s die tussen 1890 en 1941 zijn gemaakt van de joodse inwoners van het Litouwse dorpje Eishyshok (nu Eisiskes) waar negenhonderd jaar lang een joodse gemeenschap floreerde. In 1941 kwam hier een Einsatzkommando dat in slechts twee dagen tijd de hele joodse gemeenschap uitmoordde. Volgens officiële nazidocumenten werden er 3446 joden afgeslacht: 989 mannen, 1636 vrouwen en 821 kinderen. De nazibureaucratie was erg grondig.

Op de eerste verdieping bevindt zich ook de Hall of Remembrance (Zaal der gedachtenis). In de marmeren muren van deze zaal zijn bijbelteksten gegraveerd zoals Deuteronomium 30:19 en Genesis 4:9, 10. Er worden diverse bewijsstukken tentoongesteld van de vervolging van Jehovah’s Getuigen, zoals de paarse driehoek, die ze als herkenningsteken moesten dragen. Als u goed kijkt, zult u ze tijdens de rondleiding zeker zien. Er is in het museum nog veel meer dat het bekijken waard is, zoals de kolossale researchafdeling op de bovenste verdieping.

Als u het museum uitloopt en weer op straat staat, zult u een zucht van verlichting slaken. Laten we nu eens het nieuwste museum van Washington bezoeken dat een ander soort geschiedenis behandelt en ook over een poging tot genocide gaat.

Het meest Amerikaanse museum van allemaal

Dit meest recente museum in de verzameling van het Smithsonian Institution dient ter nagedachtenis van de eerste inwoners van Noord- en Zuid-Amerika: de meer dan vijfhonderd indianenstammen die deze streek bewoonden voordat er ooit een Europeaan of Afrikaan voet aan land had gezet. Het is het National Museum of the American Indian (NMAI), gelegen aan de National Mall, naast het Air and Space Museum. Het werd op 21 september 2004 geopend. Het museum is makkelijk te herkennen aan zijn unieke gewelfde ontwerp. Het gebouw, dat een oppervlakte heeft van 23.000 vierkante meter, is aan de buitenkant bedekt met Kasotakalksteen uit Minnesota. Het ziet eruit als „een gelaagde steenmassa die door wind en water is gebeeldhouwd”.

Wat heeft het te bieden? De vijf grote openingstentoonstellingen „tonen zo’n 7000 van de ongeveer 800.000 etnografische en archeologische voorwerpen uit de wereldberoemde NMAI-collectie” (Insight, de nieuwsbrief van het Smithsonian Institution). U ziet er manden, keramiek en kralenwerk van stammen uit heel Amerika, zoals de Mapuche (Chili), de Quechua (Peru), de Lakota (Verenigde Staten) en de Anishinabe (Canada).

Volgens Richard West jr., die tot de zuidelijke Cheyenne behoort en oprichter en directeur is van het museum, heeft het tot doel „bij alle volken, zowel indianen als niet-indianen, misvattingen recht te zetten en een beter begrip tot stand te brengen van het leven en de culturen van de indianenvolken van dit halfrond”. Het kost ongeveer twee uur om de collectie te bekijken. Wat wordt het volgende museum tijdens ons bliksembezoek aan de vele tentoonstellingen in Washington?

Kunst door de eeuwen heen

Laten we oversteken naar de indrukwekkende National Gallery of Art, die in 1941 werd geopend. De rondleiding voert ons door acht eeuwen kunst. Als u een kunstliefhebber bent, kunt u beter morgenochtend terugkomen, want afhankelijk van uw favoriete kunstperiode kost het u een paar uur om deze prachtige collectie te bekijken en op u in te laten werken. Gelukkig is er genoeg plek om te zitten als u een specifiek werk wat nader wilt bekijken of gewoon wat wilt uitrusten.

Omdat de Katholieke Kerk tussen de dertiende en vijftiende eeuw de voornaamste kunstbeschermer was, hebben de meeste schilderijen een religieus thema. U ziet hier onder andere de „Madonna met Kind” van Giotto en schilderijen van Leonardo da Vinci. Er hangen ook doeken uit de zestiende eeuw, zoals „De Alba Madonna” van Rafaël (1508) en werken van Tintoretto, Titiaan en anderen. Bijbelstudenten zullen geïnteresseerd zijn in een schilderij van Tintoretto met de titel „Christus bij het Meer van Galilea” (omstreeks 1575/1580) waarop Christus’ discipelen te zien zijn in een door de storm geteisterde vissersboot. Nog een verwijzing naar de bijbel is het doek „De verdrijving van de wisselaars uit de tempel” van El Greco. Vergelijk de zeer uiteenlopende stijlen van deze kunstenaars en let eens op de levendige kleuren en dramatische actie in de werken van El Greco.

De verzameling uit de zeventiende eeuw omvat onder andere werken van Rubens en Rembrandt. Bijbelstudenten zullen weer geboeid raken door een schilderij dat Rubens rond 1615 maakte: „Daniël in de leeuwenkuil”. Merk op hoe kalm Daniël is wanneer hij God bedankt dat Hij hem in leven heeft gehouden. Laten we nu een sprong in de tijd maken, naar de negentiende eeuw en de Franse impressionisten.

Hier bevindt zich een van de beste collecties van impressionisten buiten Parijs. Als iemand jarenlang gewend is naar reproducties van schilderijen te kijken, is het geweldig om nu eens voor een origineel schilderij te staan. U zult onder de indruk raken van beroemde doeken van Cézanne, Manet, Renoir, Degas en Monet als u hun stijl bestudeert en ziet hoe ze het licht hebben weergegeven. Er hangen ook enkele prachtige schilderijen van Amerikaanse kunstenaars als Mary Cassatt („Spelende kinderen op een strand”), James Abbott McNeill Whistler („Meisje in het wit”) en Winslow Homer („Op een zacht briesje”).

Er is nog een tentoonstelling die u misschien wilt bezoeken, de East Building, met zijn collectie moderne en hedendaagse kunst. Op de binnenplaats staan enkele grote sculpturen van Alexander Calder, Henry Moore en anderen. U vindt er ook wandtapijten van de Catalaanse kunstenaar Joan Miró.

Zoals u bemerkt, kunt u in de National Gallery uren doorbrengen of ten minste zolang u daarvoor de energie hebt. Er is natuurlijk nog meer kunst te zien, bijvoorbeeld in de Corcoran Gallery of Art, waar behalve een mooie collectie Europese en Amerikaanse meesters, schilderijen van impressionisten als Monet en Renoir zijn ondergebracht. Hier bevindt zich ook de grootste verzameling van werken van Jean-Baptiste Camille Corot buiten Frankrijk. Hoeveel tijd en energie hebt u nog? Dat zal bepalen hoeveel museums u nog kunt bezoeken.

U zult door uw verblijf in Washington vast meer waardering voor cultuur hebben gekregen. En misschien zult u de woorden van de Franse auteur Destouches beter begrijpen: „Kritiek is makkelijk, kunst is moeilijk.” Uw bezoek zal misschien ook een aansporing zijn om eens de museums en galeries bij u in de buurt te bezoeken. Ga er eens heen en zie in welke mate ze door religie en de bijbel zijn beïnvloed.

[Voetnoot]

^ ¶2 Waarom staat er „D.C.” (District of Columbia) achter? Omdat de hoofdstad niet bij een staat hoort, maar een federaal district is. Dit district beslaat een oppervlakte van 177 vierkante kilometer. Door „D.C.” wordt de naam ook onderscheiden van de zo’n 3000 kilometer verderop aan de westkust gelegen staat Washington.

[Illustratie op blz. 14]

Het Smithsonian Castle

[Verantwoording]

Smithsonian photo by Eric Long

[Illustraties op blz. 14, 15]

Het National Air and Space Museum met de originele ’Flyer’ uit 1903 (rechts) en de ’Spirit of Saint Louis’ van Lindbergh (onder)

[Illustraties op blz. 15]

Het Bureau of Engraving and Printing trekt veel bezoekers

[Illustratie op blz. 16]

De Tower of Life is drie verdiepingen hoog

[Illustratie op blz. 16]

Een concentratiekampuniform dat door een van Jehovah’s Getuigen werd gedragen

[Illustratie op blz. 17]

Het United States Holocaust Memorial Museum

[Illustratie op blz. 17]

Helene Gotthold

[Verantwoording]

USHMM, courtesy of Martin Tillmans

[Illustratie op blz. 18]

Het National Museum of the American Indian: een uniek ontwerp

[Verantwoording]

Photo by Robert C. Lautman

[Illustratie op blz. 18]

Een mondgeblazen vaas van een hedendaags indiaans kunstenaar

[Verantwoording]

Photo by Ernest Amoroso, © Smithsonian Institution/National Museum of the American Indian

[Illustratie op blz. 18]

„Op een zacht briesje” van Winslow Homer, National Gallery of Art

[Verantwoording]

Winslow Homer, Breezing Up (A Fair Wind), Gift of the W. L. and May T. Mellon Foundation, Image © Board of Trustees, National Gallery of Art, Washington

[Illustratieverantwoording op blz. 15]

Top: Background: Smithsonian photo by Dane Penland; plane: © Mark Polott/Index Stock Imagery; tour: Photo by Carolyn Russo/NASM; bottom three photos: Courtesy of the Department of the Treasury, Bureau of Engraving and Printing