Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Omgaan met huidkanker

Omgaan met huidkanker

Omgaan met huidkanker

JEREMIAH is 51 jaar en is een Australiër van Ierse afkomst. Hij heeft vuurrood haar en een melkwitte huid, wat door sommigen de ’Keltische vloek’ wordt genoemd. Hij vertelt: „Net als de meeste Australiërs waren we als gezin heel veel buiten, vooral in de weekends en de zomervakanties. Als kind was ik uren achtereen aan het zwemmen in ons zwembad achter het huis of aan het surfen en cricketen op het strand van Gold Coast, ten zuiden van Brisbane. Vaak droeg ik alleen maar een zwembroek.”

Hij vertelt verder: „Tot mijn vroege tienerjaren waren er geen effectieve zonnebrandmiddelen verkrijgbaar. In die tijd werd er veel reclame gemaakt voor kokosolie, om het Australische ideaalbeeld te krijgen van de bruingebrande strandwacht. In die tijd wisten we weinig over de schade die de zon de huid kan toebrengen. Pas toen ik herhaaldelijk pijn had geleden omdat ik heel erg verbrand was, begon ik uit zelfbescherming de felle zon te vermijden.” Maar de schade was al aangericht. „Na al die jaren met ontbloot bovenlijf te hebben gelopen, had ik heel veel moedervlekken, die donkerder en dikker begonnen te worden, vooral op mijn borst.”

Jeremiah heeft sindsdien drie melanomen moeten laten verwijderen, en ook veel basaalcelcarcinomen. Daarom heeft hij zijn gewoonten veranderd. Hij zegt: „Elke dag voordat ik de deur uit ga, breng ik een vochtinbrengende crème op. Daaroverheen doe ik een zonnebrandmiddel. Ik draag nu ’s zomers de meeste dagen van ongeveer negen tot vier een hoed of pet.” Hij gaat ook elke drie maanden voor controle naar een huidspecialist.

Jeremiah legt uit wat hem heeft geholpen met zijn beproeving om te gaan. „Jehovah God heeft me de oprechte overtuiging gegeven dat ik op herstel mag hopen terwijl anderen dachten dat ik niet lang meer te leven had. Op grond van de levensverwachting die veel melanoompatiënten nog maar twintig jaar geleden hadden, beschouwden sommigen me als een ter dood veroordeelde. Ik heb persoonlijk de betekenis ondervonden van koning Davids woorden: ’Jehovah zelf zal [mij] schragen op een divan van ziekte; heel [mijn] bed zult gij stellig veranderen tijdens [mijn] ziekte.’” — Psalm 41:3.

Nog iemand die strijd moet leveren tegen huidkanker is Maxine. In haar jonge jaren werd Maxine, die een lichte huid heeft, als zendeling naar de tropen gestuurd, eerst naar de Dominicaanse Republiek en later naar Porto Rico. Twintig jaar lang hield haar werk als zendeling onder andere in dat ze een groot deel van de dag in de zon van huis tot huis predikte. Daarnaast zat ze in haar vrije tijd graag in de zon. Toen werd er in 1971 een basaalcelcarcinoom op haar gezicht ontdekt. Ze werd bestraald en daarna geopereerd, gevolgd door huidtransplantaties om de schade te herstellen. Maar er bleven kankercellen verschijnen.

Maxine vertelt: „Het probleem was dat geïnfecteerde cellen vaak niet werden ontdekt en dus bleven groeien. Het is een lange, spannende tijd geweest — ongeveer dertig jaar lang naar artsen, klinieken en ziekenhuizen gaan. Ik heb minstens tien operaties aan mijn gezicht gehad, en daarnaast ben ik nog verscheidene keren naar een kliniek geweest om de kanker met andere middelen te behandelen.” Nu is de meest recente behandeling die de tachtigjarige Maxine heeft ondergaan Mohs-chirurgie, waarmee de kankercellen met meer succes zijn verwijderd.

Doordat de huidkanker steeds terugkwam, heeft Maxine de manier waarop ze haar dienst als zendeling deed, moeten veranderen. Ze verricht haar openbare bediening nu ’s avonds om de zon te vermijden. Wat heeft Maxine geholpen ermee om te gaan? „Eén ding is een positieve houding. Ik weet dat er kankercellen zullen blijven verschijnen en dat ik dan weer naar de dokter moet. Dat accepteer ik. Ik probeer geen medelijden met mezelf te hebben of te klagen over mijn problemen. Die beroven me niet van mijn vreugde in de dienst. Ik kan nog steeds met anderen over Jehovah’s koninkrijk praten. En ik heb de hoop op blijvende genezing in de nabije toekomst in de nieuwe wereld. Dan zal ik een jong, volmaakt gezicht hebben.”

Mensen die aan huidkanker of aan een andere ziekte lijden, kunnen inderdaad uitzien naar de dag dat de woorden uit het boek Job in vervulling gaan: „Zijn vlees worde frisser dan in de jeugd; hij kere terug tot de dagen van zijn jeugdige kracht” (Job 33:25). Laten we tot die tijd allemaal oppassen voor het gevaar van overdadige blootstelling aan de zon, en laten we een bewuste poging doen om onze huid te beschermen.

[Illustraties op blz. 9]

Bij Jeremiah zijn een aantal huidkankers verwijderd, waaronder drie melanomen. Toch blijft hij positief en hoopvol

[Illustraties op blz. 10]

„In de nieuwe wereld . . . zal ik een jong, volmaakt gezicht hebben.” — Maxine