Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Natuurrampen en de menselijke factor

Natuurrampen en de menselijke factor

Natuurrampen en de menselijke factor

ALS een auto goed wordt onderhouden, kan hij voor veilig vervoer zorgen. Maar als hij verwaarloosd en verkeerd gebruikt wordt, kan het een gevaarlijk voertuig zijn. In sommige opzichten kan hetzelfde van de aarde worden gezegd.

Volgens een aantal wetenschappers hebben door mensen veroorzaakte veranderingen in de atmosfeer en de oceanen onze planeet tot een gevaarlijke plaats gemaakt door ertoe bij te dragen dat natuurrampen frequenter voorkomen en ernstiger zijn geworden. En de toekomst ziet er onzeker uit. „We zitten midden in een groot ongecontroleerd experiment op de enige planeet die we hebben”, zei een redactioneel artikel over klimaatverandering in het tijdschrift Science.

Om beter te kunnen begrijpen hoe menselijke activiteiten van invloed kunnen zijn op de frequentie en de ernst van natuurrampen, moeten we iets weten over de eraan ten grondslag liggende natuurverschijnselen. Hoe ontstaan bijvoorbeeld zware stormen zoals orkanen?

De warmtewisselaars van de aarde

Het klimaatsysteem van de aarde is wel vergeleken met een machine die zonne-energie omzet en distribueert. De tropen krijgen de meeste zonnewarmte, en de temperatuurverschillen die hierdoor ontstaan, zetten de atmosfeer in beweging. * Door de dagelijkse rotatie van de aarde ontstaan er wervelingen in deze bewegende, vochtige luchtmassa, waarvan sommige zich ontwikkelen tot depressies, gebieden met een lage atmosferische druk. Depressies kunnen op hun beurt tot stormen uitgroeien.

Als u naar de baan kijkt die tropische stormen over het algemeen volgen, zult u merken dat ze zich doorgaans van de evenaar af bewegen — noordwaarts of zuidwaarts — naar koudere streken. Daardoor fungeren stormen ook als enorme warmtewisselaars, die helpen de temperatuurverschillen te verkleinen. Maar als de temperatuur in de bovenlaag van de oceaan — de ’stookruimte’ van het klimaatsysteem — boven de 27 graden Celsius komt, kan een tropische storm genoeg energie ontwikkelen om een cycloon, orkaan of tyfoon te worden — regionale namen voor in wezen hetzelfde verschijnsel.

De ergste natuurramp in de geschiedenis van de Verenigde Staten wat dodental betreft, was het gevolg van een orkaan die op 8 september 1900 de eilandstad Galveston (Texas) trof. Door vloedgolven kwamen in de stad zelf tussen de 6000 en 8000 mensen om het leven en in omliggende gebieden nog eens 4000, terwijl er zo’n 3600 huizen werden verwoest. Eigenlijk bleef niet één menselijk bouwwerk in Galveston onbeschadigd.

Zoals in het vorige artikel werd gezegd, zijn er de afgelopen jaren een aantal hevige stormen geweest. Wetenschappers onderzoeken of dit verband houdt met de opwarming van de aarde, waardoor stormen meer energie zouden kunnen krijgen. Maar weersveranderingen zijn misschien nog maar één symptoom van de opwarming van de aarde. Er is nog een mogelijk nadelig gevolg dat misschien al merkbaar is.

Stijgende zeespiegel en ontbossing

Volgens een redactioneel artikel in het blad Science „is de zeespiegel de laatste honderd jaar tien tot twintig centimeter gestegen, en er staat ons nog meer te wachten”. Hoe zou dit verband kunnen houden met de opwarming van de aarde? Onderzoekers wijzen op twee mogelijkheden. De ene is de mogelijkheid dat landijs in de poolgebieden en het ijs van gletsjers smelt, waardoor de zeeën meer volume zouden krijgen. De andere factor is thermische uitzetting — naarmate de zeeën warmer worden, neemt hun volume toe.

De eilandjes van Tuvalu in de Grote Oceaan ondervinden mogelijk al de gevolgen van de zeespiegelstijging. Het tijdschrift Smithsonian merkt op dat gegevens die op het atol Funafuti zijn verzameld, aantonen dat de zeespiegel daar „het afgelopen decennium jaarlijks gemiddeld 5,6 millimeter is gestegen”.

In veel delen van de wereld betekent bevolkingsgroei uitdijende steden, meer sloppenwijken en meer milieudegradatie. Deze ontwikkelingen zouden weleens een ongunstige invloed kunnen hebben op de ernst van natuurrampen. Hier volgen een paar voorbeelden.

Haïti is een dichtbevolkte eilandstaat waar veel ontbossing heeft plaatsgevonden. Onlangs werd in een nieuwsbericht gezegd dat hoe erg de economische, politieke en sociale problemen in Haïti ook zijn, niets het bestaan van het land zo ernstig bedreigt als de ontbossing. Hoe groot die bedreiging is, werd op een tragische manier duidelijk in 2004, toen hevige regenval modderstromen veroorzaakte die duizenden mensenlevens eisten.

De Aziatische editie van Time wijst op „opwarming van de aarde, stuwdammen, ontbossing en zwerflandbouw” als factoren waardoor de natuurrampen die Zuid-Azië hebben geteisterd nog verergerd werden. Daarentegen kan ontbossing ook droogte verergeren omdat daardoor de bodem sneller uitdroogt. De afgelopen jaren hebben droogteperiodes in Indonesië en Brazilië tot ongekend verwoestende branden geleid in bossen die normaal te nat zijn om te kunnen branden. Maar extreme weersomstandigheden zijn beslist niet de enige oorzaak van natuurrampen. Veel landen hebben te lijden van rampen die diep in het binnenste van de aarde ontstaan.

Als de aardbodem schokt

De aardkorst bestaat uit platen van verschillende grootte, schollen genaamd, die ten opzichte van elkaar bewegen. Er zit zelfs zo veel beweging in de aardkorst dat er elk jaar misschien wel verscheidene miljoenen aardbevingen plaatsvinden. Natuurlijk blijven vele hiervan onopgemerkt.

Men zegt dat ongeveer 90 procent van alle aardbevingen plaatsvindt langs breuken aan de rand van de schollen. Hoewel het niet vaak gebeurt, vinden er soms ook heel verwoestende aardbevingen plaats in de schollen zelf. De dodelijkste aardbeving in de opgetekende geschiedenis was volgens schattingen de beving die in 1556 drie provincies van China trof. Die heeft misschien wel 830.000 mensenlevens gekost!

Bevingen kunnen ook dodelijke nawerkingen hebben. Op 1 november 1755 bijvoorbeeld werd de stad Lissabon (Portugal), waar 275.000 mensen woonden, door een aardbeving in puin gelegd. Maar daarmee was de verschrikking nog niet voorbij. De beving veroorzaakte branden en ook een tsoenami met golven van naar schatting wel vijftien meter hoog, die vanaf de nabijgelegen Atlantische Oceaan kwamen aansnellen. In totaal vielen er in de stad meer dan 60.000 doden.

Maar ook bij dergelijke rampen hangt de omvang tot op zekere hoogte af van het menselijke element. Eén factor is de bevolkingsdichtheid in risicogebieden. „Bijna de helft van de grote steden op aarde ligt nu in aardbevingsgebieden”, zegt de auteur Andrew Robinson. Een andere factor zijn de gebouwen — de gebruikte materialen en de kwaliteit van de constructie. Het gezegde „Mensen komen niet om door aardbevingen maar door instortende gebouwen” is maar al te vaak waar gebleken. Maar mensen die te arm zijn om aardbevingsbestendige huizen te bouwen, hebben vaak geen andere keus.

Vulkanen — Bouwers en verwoesters

„Terwijl u dit leest, vinden er waarschijnlijk minstens twintig vulkaanuitbarstingen plaats”, zegt een verslag van het Smithsonian Institution in de Verenigde Staten. In grote lijnen luidt de theorie van de schollentektoniek dat aardbevingen en vulkanen altijd in eenzelfde soort gebieden voorkomen — in slenken, met name oceanische slenken; in de aardkorst, waar magma uit de aardmantel via spleten omhoogkomt; en in subductiezones, waar de ene schol onder de andere schuift.

Vulkanen in subductiezones vormen de grootste bedreiging voor de mens, zowel wegens het aantal uitbarstingen alsook omdat ze vaker in de buurt van bewoonde gebieden voorkomen. De Gordel van Vuur, een gebied rond de Grote Oceaan, is bezaaid met honderden van zulke vulkanen. Een klein aantal is ook te vinden op hotspots die niet op de grens van een aardschol liggen. De Hawaii-eilanden, de Azoren, de Galápagoseilanden en de Genootschapseilanden schijnen allemaal door vulkanische activiteit op hotspots te zijn ontstaan.

Feitelijk spelen vulkanen al heel lang een constructieve rol in de geschiedenis van de aarde. Volgens de website van een universiteit is wel „90% van alle continenten en zeebekkens door vulkanisme ontstaan”. Maar hoe komt het dat sommige uitbarstingen extreem hevig zijn?

Een uitbarsting begint met het opwellen van magma vanuit het hete binnenste van de aarde. Uit sommige vulkanen sijpelt gewoon lava weg, en die verplaatst zich zelden zo snel dat mensen erdoor worden overvallen. Maar andere vulkanen exploderen met meer kracht dan een atoombom! Bepalende factoren zijn onder andere de samenstelling en viscositeit van het gesmolten materiaal dat omhoogkomt en de hoeveelheid gassen en oververhit water in dat materiaal. Wanneer het magma in de buurt van het aardoppervlak komt, zetten het daarin opgesloten water en gas snel uit. Bij de juiste samenstelling van het magma ontstaat er een soortgelijk effect als wanneer frisdrank uit een net geopend blikje spuit.

Gelukkig geven vulkanen vaak een waarschuwing voordat ze uitbarsten. Dat was in 1902 het geval met de Mont Pelée op het Caribische eiland Martinique. In het nabijgelegen St.-Pierre was echter een verkiezing ophanden, en de politici moedigden de mensen aan om te blijven, ondanks de as, de misselijkheid en de angst overal in de stad. De meeste winkels waren zelfs al dagenlang gesloten!

Op 8 mei was het hemelvaartsdag; veel mensen gingen naar de kathedraal en baden om bescherming tegen de vulkaan. Die ochtend, even voor acht uur, kwam de Mont Pelée tot een uitbarsting en spuwde een gloeiendhete massa pyroclastisch materiaal uit — as, halfvloeibare lava, obsidiaan, puimsteen en oververhit gas — met een temperatuur van 200 tot 500 graden Celsius. De resulterende donkere, dodelijke wolk snelde laag bij de grond de berg af, spreidde zich uit over de stad en doodde bijna 30.000 mensen. De kerkklok smolt en de schepen in de haven vlogen in brand. Het was de dodelijkste vulkaanuitbarsting van de twintigste eeuw. Maar hij zou niet zo veel slachtoffers hebben geëist als de mensen acht hadden geslagen op de waarschuwingssignalen.

Zal het aantal natuurrampen toenemen?

In hun Wereldrampenrapport 2004 zegt de Internationale Federatie van Rode Kruis- en Rode Halve Maan-​verenigingen dat geofysische rampen en rampen die met het weer verband houden de afgelopen tien jaar met ruim 60 procent zijn toegenomen. „Dit zegt veel over de tendensen op langere termijn”, zegt het rapport, dat vóór de catastrofale tsoenami in de Indische Oceaan van 26 december werd gepubliceerd. Als de bevolking in risicogebieden blijft groeien en het aantal bossen blijft afnemen, is er echt weinig reden tot optimisme.

Bovendien blijven veel geïndustrialiseerde landen steeds meer broeikasgassen in de atmosfeer uitstoten. Volgens een redactioneel artikel in het blad Science is talmen met het verminderen van de uitstoot „hetzelfde als medicatie weigeren voor een zich ontwikkelende infectie: het garandeert dat de schade later alleen maar groter zal zijn.” Een Canadees rapport over het beperken van rampen wijst op die schade en zegt: „Er kan gesteld worden dat klimaatverandering het meest diepgaande en verreikende milieuprobleem is waarmee de internationale gemeenschap ooit te maken heeft gehad.”

Maar op dit moment kan de internationale gemeenschap het zelfs niet eens worden over de vraag of de opwarming van de aarde mede het gevolg is van menselijke activiteiten, laat staan over de vraag wat ertegen te doen is. Deze situatie doet denken aan de bijbelse waarheid: ’Het is niet aan de aardse mens zijn weg te bepalen of zelfs maar zijn schrede te richten’ (Jeremia 10:23). Maar zoals we in het volgende artikel zullen zien, is de situatie niet hopeloos. Feitelijk vormen de huidige rampen, met inbegrip van de stormachtige toestanden in de mensenmaatschappij, een bewijs te meer dat er een verandering ten goede op komst is.

[Voetnoot]

^ ¶6 De ongelijke verdeling van zonnewarmte heeft ook tot gevolg dat er zeestromingen ontstaan die energie naar koudere streken transporteren.

[Kader/Illustratie op blz. 6]

ER GROEIDE NIET ALLEEN MAÏS OP ZIJN VELD

IN 1943 zag een maïsboer in Mexico iets anders dan maïs op zijn land groeien. Terwijl hij buiten op zijn veld was, zag hij barsten of scheuren in de grond ontstaan. De volgende dag waren de scheuren een kleine vulkaan geworden. Tijdens de daaropvolgende week groeide de kegel tot een hoogte van 150 meter, en een jaar later was hij 360 meter hoog. Uiteindelijk bereikte de kegel, waarvan de top 2775 meter boven de zeespiegel ligt, een hoogte van 430 meter. De vulkaan, die de naam Paricutín kreeg, stopte in 1952 plotseling met zijn uitbarstingen en houdt zich sindsdien rustig.

[Verantwoording]

U. S. Geological Survey/Photo by R. E. Wilcox

[Kader/Illustratie op blz. 8]

TOEN GOD VOLKEN VOOR EEN RAMP BEHOEDDE

HONGERSNOOD is ook een soort natuurramp. Een van de eerste hongersnoden die de geschiedenis vermeldt, vond plaats in het oude Egypte in de tijd van Jozef, de zoon van Jakob of Israël. De hongersnood duurde zeven jaar en trof Egypte, Kanaän en andere landen. Maar een massale sterfte bleef uit, want Jehovah had de hongersnood zeven jaar van tevoren voorzegd. Hij had ook onthuld dat er in de zeven tussenliggende jaren in Egypte overvloed zou zijn. Onder supervisie van de godvrezende Jozef, die door goddelijke voorzienigheid eerste minister en voedselbeheerder was geworden, sloegen de Egyptenaren zo veel graan op dat „men ten slotte ophield het te tellen”. Bijgevolg had Egypte niet alleen voedsel voor de eigen bevolking maar ook voor „mensen van heel de aarde”, inclusief Jozefs familie. — Genesis 41:49, 57; 47:11, 12.

[Illustraties op blz. 7]

HAÏTI 2004 — Jongens in overstroomde straten dragen drinkwater. Intensieve ontbossing heeft enorme modderstromen in de hand gewerkt

[Verantwoording]

Background: Sophia Pris/EPA/Sipa Press; inset: Carl Juste/Miami Herald/Sipa Press

[Illustratie op blz. 9]

Veel landen blijven broeikasgassen in de atmosfeer uitstoten

[Verantwoording]

© Mark Henley/Panos Pictures