Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Jongeren die een krachtig getuigenis geven

Jongeren die een krachtig getuigenis geven

Jongeren die een krachtig getuigenis geven

Veel jongeren onder Jehovah’s Getuigen praten zowel op school als in de prediking moedig over hun geloof, wat tot leuke resultaten heeft geleid. Hier volgen enkele voorbeelden. *

„Toen ik in de derde klas zat,” vertelt Kristina, „gaf de lerares iedereen een dagboek, waarin we elke dag moesten schrijven wat we hadden gedaan. De lerares las dan ons dagboek en schreef ons iets terug. Ik besloot te schrijven over een lezinkje dat ik op de theocratische bedieningsschool zou houden. De lerares leek onder de indruk, dus nodigde ik haar uit om naar mijn lezinkje in de Koninkrijkszaal te komen luisteren. Zowel zij als mijn lerares van de eerste klas kwam. Later zei de lerares tegen de hele klas dat ze mijn lezinkje erg leuk vond. Ik was heel blij. Maar dat is nog niet alles. Ongeveer een jaar later mocht ik mijn ervaring op een kringvergadering van Jehovah’s Getuigen vertellen, en mijn lerares kwam ook naar die vergadering. Later ging ik met een vriendin die pioniert bij haar langs, en we gaven haar het boek Kennis die tot eeuwig leven leidt. Ze is zelfs naar een van onze districtscongressen gekomen!”

Sydnee praatte op zesjarige leeftijd al moedig met haar klasgenootjes over de waarheden uit Gods Woord, zoals de toestand van de doden en Jezus’ positie ten opzichte van God. „Ze is een ijverige en onbevreesde predikster”, zegt haar moeder. Aan het eind van haar eerste schooljaar was Sydnee verdrietig. „Hoe moet dat nu met de kinderen uit mijn klas”, zei ze. „Hoe gaan ze Jehovah leren kennen?” Sydnee had een idee. Op de laatste schooldag gaf ze elk kind een pakje. Daarin zat de publicatie Mijn boek met bijbelverhalen. Sydnee zei tegen haar klasgenootjes dat ze hun cadeautje thuis met hun ouders mochten openmaken en ze verspreidde zo in totaal 26 boeken. Voor Sydnee zijn haar klasgenootjes haar persoonlijke predikingsgebied. Ze heeft hen zelfs opgebeld om te vragen wat ze van het boek vonden. Eén meisje zei dat ze het elke avond samen met haar moeder las.

Toen Ellen vijftien was, gaf ze haar geschiedenisleraar een aantal uitgaven van Ontwaakt! „Hij vond ze prachtig,” zegt Ellen, „en hij leest Ontwaakt! nu al twee jaar.” Ellen vertelt verder: „Kort geleden gaf ik hem Mijn boek met bijbelverhalen, en hij vertelde me dat zijn twee dochters het een heel leuk boek vonden. Dus gaf ik hem vervolgens het boek Lessen van de Grote Onderwijzer. Later kreeg ik van hem een kaartje, waarop stond: ’Heel erg bedankt voor de boeken. De meisjes en ik vinden ze enorm boeiend. Het is heel prettig een jongere te zien die al zo stabiel en gemotiveerd is. Je hebt het beste gekregen wat er maar te krijgen is, je geloof. Jij hebt me meer geleerd dan ik jou ooit zou kunnen leren!’ Deze ervaring heeft me laten zien hoe blij mensen met de bijbelse waarheid zijn als we moeite doen om die aan hen aan te bieden.”

Daniel was zes toen hij zijn eerste bijbelstudie oprichtte. „Ik was met mijn moeder al mee geweest naar bijbelstudies,” zegt hij, „maar ik wilde zelf iemand lesgeven.” Daniel koos mevrouw Ratcliff uit — een oudere vrouw bij wie hij bijbelse lectuur had achtergelaten. „Ik wil u mijn lievelingsboek laten zien, Mijn boek met bijbelverhalen”, zei hij tegen haar, en voegde eraan toe: „Mag ik u hier elke week uit komen voorlezen?” Mevrouw Ratcliff stemde daarin toe. „Later die dag begonnen we met mevrouw Ratcliff te studeren”, zegt Laura, Daniels moeder. „Daniel en mevrouw Ratcliff lazen om de beurt een paragraaf, waarna Daniel haar bepaalde bijbelteksten aan het eind van het verhaal liet lezen. Ik ging met Daniel mee, maar het leek of mevrouw Ratcliff deze dingen alleen met hem wilde bespreken!” Na verloop van tijd begonnen Daniel en mevrouw Ratcliff het boek U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven te bestuderen. Tegen die tijd was Daniels jongere zusje Natalie oud genoeg om te lezen, dus ging ze meedoen met de studie. Mevrouw Ratcliff had veel vragen, en sommige waren heel ingewikkeld. Maar Daniel en Natalie gebruikten de brochure Bijbelse onderwerpen voor gesprekken en de concordantie achter in de bijbel om bijbelse antwoorden te kunnen geven. Mevrouw Ratcliff, die al heel haar leven katholiek was, vond het fantastisch wat ze leerde. „Ik wou dat ik de bijbel jaren geleden was gaan bestuderen!”, zei ze aan het eind van een studieperiode. Droevig genoeg is mevrouw Ratcliff onlangs op 91-jarige leeftijd overleden. Maar door de bijbel te bestuderen, heeft ze kostbare waarheden kunnen leren, waaronder de bijbelse hoop op een opstanding in een aards paradijs. Daniel is nu tien en leidt twee bijbelstudies. Natalie, nu acht, bestudeert de bijbel met een meisje van haar leeftijd.

Jongeren als Kristina, Sydnee, Ellen, Daniel en Natalie maken hun christelijke ouders blij. Maar wat nog belangrijker is, ze verheugen Jehovah’s hart, en hij zal de liefde die zulke jongeren voor zijn naam tonen, niet vergeten. — Spreuken 27:11; Hebreeën 6:10.

[Voetnoot]

^ ¶2 Alle publicaties waar in dit artikel naar verwezen wordt, zijn uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.

[Illustraties op blz. 18]

Kristina (boven) en Sydnee

[Illustratie op blz. 19]

Daniel en Natalie

[Illustratie op blz. 19]

Ellen