Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Een kunstenaar op zoek naar geluk in het ’paradijs’

Een kunstenaar op zoek naar geluk in het ’paradijs’

Een kunstenaar op zoek naar geluk in het ’paradijs’

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER OP TAHITI

VANAF het moment dat voor de eerste mens, Adam, het paradijs verloren ging, hebben zijn nakomelingen er hevig naar verlangd terug te winnen wat verloren was gegaan. Deze koortsachtige zoektocht naar het paradijs heeft veel kunstenaars ertoe gebracht het in hun schilderijen te zoeken. Eén zo’n kunstenaar was de beroemde negentiende-eeuwse schilder Paul Gauguin.

Ongeveer twee jaar geleden kwamen honderden bezoekers, onder wie amateurschilders, met twee boten naar het piepkleine eiland Hiva Oa, een van de Marquiseseilanden (Frans Polynesië). Hier overleed Gauguin in 1903. Ter gelegenheid van zijn honderdste sterfdag vond de opening plaats van het cultuurcentrum dat zijn naam draagt, en veel liefhebbers van zijn werk kwamen hierop af.

Waar is het paradijs?

Maar waarom ontvluchtte Gauguin ruim een eeuw geleden Europa om de rest van zijn leven op dit vredige Zuidzee-eiland te slijten? Na een moeizaam bestaan als arme kunstenaar in Europa ging Gauguin de beschaving van zijn vaderland verachten. Hij minachtte de gebruiken van de Europese cultuur en haar gevestigde orde, die hij bekrompen vond. Hij kwam tot deze conclusie na zijn eerste verblijf op Tahiti, dat ongeveer twee jaar duurde. Toen hij terug was in Europa verklaarde hij: „Niets weerhoudt me ervan voorgoed te vertrekken. Wat een dom bestaan leiden we hier in Europa!” Hij sprak over zijn afkeer van westerse waarden, en net als vele anderen in het Europa van zijn tijd, deelde hij de droom van een lang verloren paradijs waar men beschutting zou vinden tegen de schadelijke gevolgen van de beschaving. Gauguin hoopte zijn verlangen naar het paradijs te bevredigen in een mooi oord in de Stille Zuidzee waar vrede en de zon zouden heersen. Hij snakte naar deze prachtige verbanning, zijn ideale plek om te schilderen.

Gauguin dacht net als veel van zijn tijdgenoten dat het beter was om ver van de gevestigde beschaving te wonen en in harmonie met de natuur te leven, vanwege de eenvoud van dat leven. Omdat de Polynesiërs dicht bij en in harmonie met de natuur leefden, dachten sommige mensen dat zij alleen maar goede dingen konden doen. Hun argeloze eenvoud en vriendelijke aard leek de volmaakte wereld te vertegenwoordigen. Dat was het soort geluk waar Gauguin naar zocht. Maar hij zat nog steeds met kwellende vragen over het mysterie van het bestaan, het lot van de mensheid en de oplossing voor wanhoop en angst voor de dood.

Gauguin vond op de Zuidzee-eilanden een inspiratiebron. De omgeving gaf hem nieuwe artistieke inspiratie. Een van zijn favoriete onderwerpen was de eenvoudige schoonheid van de mensen. De gezichten die hij schilderde, straalden sereniteit, vertrouwen en voldoening uit. Met zijn schilderijen wilde hij een beeld scheppen van een legendarische wereld waar onder de tropische hemel een sfeer van vrede heerste.

Waar geluk

Vond Gauguin waar geluk op Tahiti, Hiva Oa of een van de andere eilanden? Hij kwam noodgedwongen tot het besef dat al het leven, zelfs op deze tropische eilandjes, aan de dood onderhevig is. In deze wereld is geen volmaaktheid te vinden. In zijn beginjaren op Tahiti schreef hij: „Ik ben nu al een tijdje zwaarmoedig en mijn werk wordt erdoor beïnvloed. . . . De vreugde ontbreekt.” De vrolijke landschappen die in zijn schilderijen worden afgebeeld, voldeden niet aan zijn verwachtingen. Hij leed nog steeds geldgebrek en had ook gezondheidsproblemen. En zelfs in deze omgeving kon hij nog steeds geen antwoord vinden op de grote levensvragen. Met deze tegenstrijdigheid in gedachten besloot hij een groot doek te schilderen dat het meesterstuk van zijn Tahitiaanse oeuvre zou worden. Het was een enorm schilderij van 3,75 meter lang, vol symboliek, met de titel D’où venons-nous? Que sommes-nous? Où allons-nous? (Waar komen wij vandaan? Wat zijn we? Waar gaan we heen?) Voor hem was het een poging zijn onbegrip van de wereld te formuleren, het ondoordringbare mysterie van ons bestaan.

De antwoorden op de levensvragen die Gauguin in zijn schilderijen stelde en die ook anderen voor en na hem stelden, zijn te vinden in de bijbel, het boek waarin God zijn voornemen met de mensheid onthult. De antwoorden die erin staan, zijn waar en bevredigend. Ze bieden een echte hoop voor de toekomst. Bovendien leren ze ons dat we ongeacht de plaats waar we wonen — op een Zuidzee-eiland of ergens anders — alleen waar geluk kunnen vinden als we in harmonie met onze Schepper, Jehovah God, leven. Jehovah’s Getuigen in Frans Polynesië en elders in de wereld delen deze schitterende hoop van een toekomstig paradijs graag met anderen.

De meester wordt gekopieerd

Tijdens de viering van de honderdste sterfdag van Gauguin werden zo’n honderd getrouwe kopieën van zijn doeken tentoongesteld. Die waren hoofdzakelijk het werk van twee kunstenaars, Claude en Viera Farina, die al geruime tijd op Hiva Oa wonen om kopieën te maken van Gauguins schilderijen. Die kopieën hebben ze aan het cultuurcentrum geschonken.

Om exact dezelfde impressie weer te geven als Gauguin in gedachten had, hebben ze een zeer gedetailleerde studie gemaakt van de kleuren en de vormen op grote foto’s van de originele schilderijen. Ze leggen uit dat het kopiëren van kunstwerken moeilijk is en veel tijd en energie vergt. „De meester is in het voordeel omdat hij de vrijheid heeft om te creëren, en als hij een tafel vijf poten geeft, zou niemand daar vreemd van opkijken — integendeel, het publiek zou het geniaal vinden. Maar als degene die het kopieert een blaadje van een struik vergeet, wordt zijn werk zwaar bekritiseerd! Dat verklaart waarom mensen die schilderijen kopiëren in de minderheid zijn vergeleken bij andere kunstenaars”, vertelt het echtpaar. Wat maakt iemand tot een goede kopiist? „Hij moet een grondige kennis van de meester en zijn leven hebben omdat hij alleen maar vanaf de foto’s kan werken, en zelfs dan zijn de kleuren misschien niet getrouw. Daarom moet hij in musea exacte informatie verzamelen.” Tegenwoordig kosten doeken van Gauguin een hoop geld en daarom is het werk van de Farina’s een waardevolle toevoeging aan het cultuurcentrum.

[Illustratie op blz. 23]

Zelfportret van Paul Gauguin

[Illustratie op blz. 23]

„Femmes de Tahiti” (Tahitiaanse vrouwen)

[Illustraties op blz. 24]

„Femme à la mangue” (Vrouw met mango), origineel boven, en een kopie gemaakt door Claude en Viera Farina, hieronder te zien in hun atelier in Atuona

[Verantwoording]

Erich Lessing/Art Resource, NY

Copie dʹoeuvre de Gauguin, avec lʹaimable autorisation de Claude et Viera Farina

[Illustratie op blz. 25]

„Les Parau Parau” (Gefluisterde woorden)

[Verantwoording]

Scala/Art Resource, NY

[Illustratie op blz. 25]

„Quand te maries-tu?” (Wanneer ga je trouwen?)

[Verantwoording]

Erich Lessing/Art Resource, NY

[Illustratieverantwoording op blz. 23]

Artwork: Erich Lessing/Art Resource, NY