Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Pas op voor ’witte draken’!

Pas op voor ’witte draken’!

Pas op voor ’witte draken’!

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN ZWITSERLAND

Wat vliegt zonder vleugels, slaat zonder handen en ziet zonder ogen? — Een raadsel over witte draken dat sinds de Middeleeuwen wordt opgegeven.

LAWINES, die soms toepasselijk witte draken worden genoemd, kunnen in een oogwenk een bergbeklimmer opslokken of zelfs een compleet dorp bedelven. Om die reden noemen mensen lawines vaak de witte dood. Maar hoe ontstaan deze angstaanjagende verschijnselen precies? Als u in bergachtig gebied woont en sneeuwtoppen voor u een vertrouwd beeld zijn, weet u dat vast wel. Als u in een tropisch land of in een vlakke streek woont, maakt u zich er waarschijnlijk niet druk om, omdat u nooit met de dreiging van een lawine te maken zult krijgen, tenzij u natuurlijk een reis naar het gebied van de witte draken maakt.

Lawines ontstaan in hooggebergten waar het veel en vaak sneeuwt. Een lawine komt plotseling op gang wanneer grote hoeveelheden sneeuw, ijs, aarde, stenen en ander materiaal zoals boomstammen, in rap tempo als een waterval langs een berghelling of een steile rotswand naar beneden storten en daarbij vaak alles op hun pad vernielen. Niet alleen het gewicht en de kracht van een lawine richten een ravage aan; ook de luchtdrukgolf die eraan voorafgaat, kan groepen dicht opeenstaande bomen vellen en bijvoorbeeld bruggen, wegen en spoorlijnen beschadigen.

Een natuurverschijnsel

De donderende witte massa bestaat voornamelijk uit sneeuwvlokjes. Hoe kan zoiets moois als vallende sneeuw zo’n dodelijke uitwerking krijgen als het in de vorm van een lawine naar beneden raast? Het antwoord heeft te maken met de eigenschappen van sneeuw. Sneeuw komt voor in grote en kleine kristallen. De sneeuwkristallen zijn altijd zespuntige sterren in een eindeloze variëteit van vormen. Elke vlok is een wonder op zich! Als de kristallen eenmaal op de grond zijn gevallen, kunnen ze er anders uit gaan zien. Door de verschillen in luchttemperatuur en de druk van ophopende sneeuw worden ze kleiner naarmate ze meer worden samengedrukt. In slechts 24 uur kan dertig centimeter verse sneeuw geslonken zijn tot een compacte laag van tien centimeter.

Afhankelijk van de vorm van de sneeuwvlokken zal het sneeuwdek meer of minder stabiel zijn. Zespuntige kristallen haken in elkaar, maar korrels en bolletjes rollen over elkaar heen en zorgen voor onstabiele lagen. Die kunnen makkelijk over een compactere onderliggende laag heen schuiven. Dus de soort sneeuw, de hoeveelheid die is gevallen, de helling van het terrein, temperatuurverschillen en de kracht van de wind bepalen allemaal of er een lawine in beweging wordt gebracht. Een lawine kan ook onbewust worden ontketend door het gewicht van een mens of dier op een sterk hellend sneeuwveld. Maar lawines kunnen ook op een andere manier ontstaan.

Wanneer een mengsel van motsneeuw en losse verse sneeuw — de poedersneeuw waar skiërs zo gek op zijn — door een hevige windvlaag de lucht ingaat, kan er een poedersneeuwlawine (ook wel stoflawine genoemd) ontstaan. Omdat de sneeuw zo licht is, wordt ze de lucht in getild en kan ze met een snelheid van ruim 300 kilometer per uur naar beneden storten, het dal in. Daardoor ontstaat er vóór de sneeuwmassa uit een luchtdrukgolf die zo krachtig is dat de wervelende sneeuw in een paar seconden daken van huizen kan rukken en huizen zelfs kan verwoesten.

Een zeer dodelijke soort lawine is de windplaklawine. Dit soort lawines wordt veroorzaakt door een opeenhoping van oude sneeuw die is ingezakt en die in de loop van de tijd is samengedrukt. Wanneer er in het sneeuwdek een breukvlak ontstaat, kunnen grote brokken ijs met een snelheid van zo’n 50 tot 80 kilometer per uur de berghelling afglijden. Zo’n harde sneeuwplaat kan ook uitsteken over de rand van een steile rots. Dat is voor skiërs heel gevaarlijk, want het gewicht van één skiër is vaak voldoende om de plaat te laten afbreken en een lawine op gang te brengen waardoor hij in een paar seconden kan worden bedolven.

In het voorjaar neemt het lawinegevaar toe. Dan wordt de sneeuw papperig door de regen of de felle zon, wat vaak resulteert in smeltsneeuwlawines. Die hebben weliswaar minder vaart, maar kunnen wel over de hele breedte van een helling plaatsvinden. Terwijl de sneeuwmassa naar beneden schuift, worden keien, bomen en aarde meegesleurd. Helemaal beneden vormen zich dan muren van puin.

Een verschijnsel dat lijkt op de genoemde lawine is de gletsjer- of ijslawine. Gletsjers zijn grote ijsplaten die in zeer koude gebieden ontstaan, in spleten of op hellingen waar geen zon op schijnt. De sneeuw daar smelt nooit, maar verandert in de loop van de tijd in massief ijs. Gletsjers schuiven heel langzaam naar beneden. Omdat hun beweging voorspelbaar is, veroorzaken ze zelden veel letsel of schade.

Waar komen lawines voor?

Niet in alle sneeuwgebieden ontstaan lawines. Daarvoor moeten er bergen van een bepaalde hoogte zijn en een klimaat met sneeuw en ijs. Uit statistieken blijkt dat er jaarlijks over de hele wereld ongeveer een miljoen lawines ontstaan. Er zijn gevaarlijke gebieden in de Andes (Zuid-Amerika), de Rocky Mountains (Noord-Amerika), de Himalaja (Azië), en natuurlijk in de Alpen. In de bevolkte delen van die gebieden vinden jaarlijks gemiddeld 200 mensen door lawines de dood. Gemiddeld vallen 26 van deze slachtoffers in Zwitserland.

In de Peruaanse Andes hebben zich ooit twee uitzonderlijk vernietigende lawines voorgedaan. In 1962 raakte een brok ijs van 800 meter breed los van de 50 meter dikke ijskap van de 6768 meter hoge berg de Huascarán. Het brok, dat een gewicht had van vier miljoen ton, was vier keer zo groot als het Empire State Building in New York! Deze massa deed er slechts een kwartier over om de bijna 18 kilometer naar beneden af te leggen. Zeven dorpen raakten bedolven, en tussen de 3000 en 4000 mensen kwamen onder de puinlaag van ruim 13 meter dik en anderhalve kilometer breed terecht. In 1970 gebeurde er iets soortgelijks op dezelfde berg. Maar deze keer raakte de ijskap op een noordelijke top los door een aardbeving. Een deel van de berg zelf kwam naar beneden. Duizenden tonnen sneeuw, brokken steen en ijs gleden met een snelheid van zo’n 320 kilometer per uur door een smalle kloof en sleurden onderweg zwerfkeien en huizen mee. Naar schatting 25.000 mensen vonden de dood. Wat kan er worden gedaan om bewoners van bergstreken tegen zulke tragische gebeurtenissen te beschermen?

Kunnen lawines worden voorkomen?

Sommige lawines kunnen worden voorkomen, maar andere niet. Lawines die door weersomstandigheden ontstaan, kunnen niet worden voorkomen; ze zijn net zo normaal als regenwater dat van een dak afloopt. Ze zijn het natuurlijke gevolg van de seizoenen. Maar de ervaring heeft regeringsautoriteiten in lawinegebieden geleerd om de bouw van huizen in gevarenzones te verbieden, en om verkeersaders te beschermen door de bouw van tunnels of overkappingen. Aan de andere kant zouden lawines die ontstaan door onvoorzichtige mensen zoals roekeloze skiërs die waarschuwingen en verboden negeren, wel voorkomen kunnen worden.

In Zwitserland hebben ervaringen uit het verleden de regering ertoe gebracht voorzorgsmaatregelen te nemen. In 1931 werd een Zwitserse onderzoekscommissie ingesteld en in 1936 startte een team van moedige onderzoekers een wetenschappelijke studie op een hoogte van 2692 meter in het gebied van het Weissfluhjoch, boven de plaats Davos. Later, in 1942, werd het Zwitsers Federaal Instituut voor Sneeuw- en Lawineonderzoek opgericht. Op verschillende plekken in de bergen werden diverse andere moderne observatieposten ingericht. Die instituten maken het mogelijk om veranderende weersomstandigheden te voorspellen en geregeld waarschuwingen te laten uitgaan in verband met lawinegevaar op kwetsbare hellingen.

Niettemin zijn onvoorziene weersveranderingen nog steeds mogelijk, en niet alle risico’s kunnen worden uitgesloten. Daarom moet iedereen die in een gevarenzone woont of die ’s winters een vakantie in de bergen doorbrengt, zich bewust zijn van zijn verantwoordelijkheid om een lawine te voorkomen. Het is interessant dat experimenten in Frankrijk hebben aangetoond dat in tegenstelling tot wat vroeger werd gedacht, lawines niet worden veroorzaakt door menselijke stemmen of de geluidsgolven die door vliegtuigen worden voortgebracht.

Officiële beschermingsmaatregelen

Mensen die zich in bergachtige streken gingen vestigen, beseften al gauw het gevaar van lawines. Om te voorkomen dat hun huizen onder de sneeuw bedolven raakten, plantten ze op de hellingen boven hun nederzettingen zogenoemde schermbossen. In veel gevallen was deze bescherming doeltreffend, en daarom worden deze bossen tot op de dag van vandaag door de plaatselijke autoriteiten onderhouden. Ze vormen de beste natuurlijke bescherming tegen lawines. Maar de ervaring heeft geleerd dat het een dicht bos moet zijn en dat het uit een paar honderd bomen per hectare moet bestaan, met oude en jonge exemplaren van diverse soorten.

Een aantal jaren geleden hebben technici metalen schuttingen en hekwerken gemaakt die in beton zijn verankerd. Ze werden boven de eerste bomenrij neergezet, waar de sneeuw makkelijk losraakt. Men kan ze tot wel vier meter hoog maken, maar het zou te duur zijn om ze op elke helling te plaatsen. Om te voorkomen dat gebouwen van hun fundament worden geveegd, worden er onder aan hellingen ook sneeuwschilden gemaakt van enorme heuvels van stenen en modder. Die kunnen lawines laten afbuigen en voorkomen dat ze de dorpen en huizen in de dalen overvallen. Ook V-vormige dijken van twee meter dik en vijf meter hoog doen dienst als sneeuwschild. Omdat de punt van de V omhoogwijst, kan daarmee een lawine in tweeën worden gesplitst en zal de sneeuw er aan beide kanten langsschuiven. De benen van de V zijn 90 tot 120 meter lang en kunnen hele steden beschermen. Maar als belangrijke hoofdwegen of spoorlijnen in de dalen worden bedreigd, zijn tunnels of overkappingen van hout, staal en beton de beste, maar ook de duurste bescherming.

Nog een manier om lawines te voorkomen, is het laten uiteenvallen van grote sneeuwmassa’s. Het Canadese leger patrouilleert bijvoorbeeld elke winter rond de steden en brengt explosieven in de sneeuw tot ontploffing. Op die manier bewaken ze de Trans-Canada Highway (de belangrijkste autoweg door Canada) en breken ze de sneeuwmassa in stukken voordat die een lawine kan ontketenen die de weg eronder zou bedekken. In zekere mate wordt deze methode ook in Zwitserland gebruikt, waar men om lawines te voorkomen, de sneeuw op onstabiele hellingen losmaakt door er vanuit helikopters explosieven op te gooien of in te schieten.

Reddingsacties bij een lawine

Skiërs en wandelaars mogen eigenlijk pas de hellingen op als die op veiligheid zijn getest. Negeer dan ook nooit de waarschuwingen die zijn opgehangen! Bedenk dat zelfs de meest ervaren profskiër door sneeuw bedolven kan raken. Raak ook niet in paniek wanneer u door een lawine wordt overvallen! Deskundigen adviseren om te bewegen alsof u aan het borstcrawlen bent. Daardoor zult u dicht aan de oppervlakte van de lawine blijven. Of houd één arm zo recht mogelijk omhoog. Dan bestaat de kans dat reddingswerkers zien waar u bent. Bedek met uw andere hand uw mond en neus. Reddingsstatistieken tonen aan dat slechts de helft van alle lawineslachtoffers het overleeft na meer dan dertig minuten door sneeuw omsloten te zijn geweest. Tegenwoordig hebben sommige skiërs een lawinepieper bij zich die op batterijen werkt. Omdat de witte dood op grote hoogten alomtegenwoordig is, moet er bij een lawine snel worden opgetreden om slachtoffers te redden.

Eeuwenlang hebben augustijner monniken in de Zwitserse Alpen de beroemde sint-bernardshonden gefokt. Deze honden hadden de kracht en het uithoudingsvermogen om zich door diepe sneeuw te bewegen en waren bestand tegen kou en ijzige wind. Ze hadden een uitstekend richtinggevoel en waren goed in staat geluid en bewegingen waar te nemen die mensen niet konden traceren. Zo hebben ze honderden levens gered, ook al hadden ze tijdens hun reddingsacties geen vaatje brandewijn aan hun halsband, zoals veel plaatjes doen geloven! Tegenwoordig worden er voor reddingswerk meestal Duitse herders gebruikt, maar er worden ook andere rassen voor dit soort werk getraind. Daarnaast zijn elektronische hulpmiddelen doeltreffend en kunnen reddingswerkers door zorgvuldig te zoeken met lawinesondes (speciale peilstokken) levens redden. Ze kunnen echter niet op tegen het succes van getrainde speurhonden.

Zoals we hebben gezien, is dat „wat vliegt zonder vleugels, slaat zonder handen en ziet zonder ogen” een verschijnsel dat de sterke krachten in de natuur onthult. Met witte draken valt dus niet te spotten.

[Inzet op blz. 19]

Als u in een lawine terechtkomt, kunt u het beste dezelfde bewegingen maken als bij borstcrawlen

[Illustratie op blz. 18]

Sint-bernardshonden worden vaak afgebeeld met een vaatje brandewijn, maar in werkelijkheid hadden ze die bij reddingsacties niet bij zich

[Illustratieverantwoording op blz. 17]

AP Photo/Matt Hage