Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Het nut van de krant

Het nut van de krant

Het nut van de krant

„Hij die nooit een krant leest is een dwaas; nog dwazer is hij die gelooft wat hij leest alleen maar omdat het in de krant staat.” — August von Schlözer, Duits historicus en journalist uit de tweede helft van de achttiende eeuw.

BIJ een enquête werd aan duizenden mensen in Groot-Brittannië en Frankrijk gevraagd hoeveel vertrouwen ze hadden in dertien verschillende instituten. De pers eindigde op de laatste plaats, nog na de politiek en de zakenwereld. In de Verenigde Staten zeggen de meeste lezers nog steeds dat ze vertrouwen hebben in hun krant. Toch blijkt uit onderzoeken door het Pew Research Center dat ook dat aantal steeds kleiner wordt.

Er is vaak reden voor scepticisme, vooral als het gaat over dingen die te maken hebben met het nationale belang van het land waarin een krant verschijnt. Wat gebeurt er dan? Vaak komt de waarheid in het gedrang. Zoals Arthur Ponsonby, een Brits staatsman uit de twintigste eeuw, eens zei: „Wanneer de oorlog wordt verklaard, sneuvelt de waarheid als eerste.”

Zelfs als er geen oorlog is, is het verstandig niet alles wat er in het nieuws komt zomaar voor waar aan te nemen. Een bijbelse spreuk zegt: „Wie onnozel is, hecht aan ieder woord geloof, wie verstandig is, let op elke stap” (Spreuken 14:15, De Nieuwe Bijbelvertaling). Als u een passende mate van voorzichtigheid in acht neemt, kan de krant over het algemeen voorzien in uw behoefte aan nieuws.

Het belang van het nieuws

De nieuwsmedia spelen tegenwoordig een belangrijke rol omdat ze ons helpen op de hoogte te blijven van wat er in de wereld gebeurt. En dat is van vitaal belang. Waarom? Omdat veel van wat er in deze tijd gebeurt, voorzegd is door de grootste profeet die ooit geleefd heeft, Jezus Christus. Toen hem werd gevraagd naar het einde van dit stelsel, zei hij dat de tijd van het einde gekenmerkt zou worden door oorlogen, een toename in wetteloosheid, voedseltekorten, epidemieën, aardbevingen en verwante gebeurtenissen. — Mattheüs 24:3-14; Lukas 21:7-11.

De bijbel zegt ook dat er „in de laatste dagen kritieke tijden zullen aanbreken, die moeilijk zijn door te komen”. Deze profetie zegt verder dat de mensen in die laatste dagen ’zichzelf zouden liefhebben, het geld zouden liefhebben’ en „ongehoorzaam aan ouders” zouden zijn. Het zouden mensen zijn „zonder natuurlijke genegenheid” en „zonder zelfbeheersing, heftig, zonder liefde voor het goede, verraders, onbezonnen, opgeblazen van trots, met meer liefde voor genoegens dan liefde voor God”. — 2 Timotheüs 3:1-5.

Ongetwijfeld ziet u deze bijbelprofetie in uw eigen omgeving in vervulling gaan. En wat er wereldwijd plaatsvindt — zoals in de kranten te lezen valt — is alleen maar een bevestiging dat de bijbelprofetieën nauwkeurig zijn. Wil dat zeggen dat we alles kunnen geloven wat er in de krant staat? Nee, zelfs mensen die grote voorstanders zijn van de krant zeggen dat het nodig is voorzichtig te zijn.

De uitdagingen begrijpen

Iedereen maakt fouten, zelfs de eerlijkste en bekwaamste professionals. „In de drie jaar dat ik nu als freelance fact-checker werk,” schreef Ariel Hart in de Columbia Journalism Review, „heb ik nog nooit een verhaal onder ogen gehad waarin geen fouten stonden, of het nu om vijf pagina’s of om twee alinea’s ging.” Ze noemde voorbeelden als „er een jaartje naast zitten, verouderde informatie, spelfouten, wijdverbreide maar verkeerde informatie uit secundaire bronnen”.

Journalisten hebben ook te maken met onbetrouwbare nieuwsbronnen. Soms wordt de pers regelrecht voor de gek gehouden. In 1999 verspreidde een grappenmaker een vals nieuwsbericht over een „pretpark over de dood”, met als bewijs een flitsende website van een nepprojectontwikkelaar en een telefoonnummer voor het stellen van vragen, dat de bedrieger gebruikte om zich als woordvoerder van het bedrijf voor te doen. Associated Press prikte niet door het verhaal heen, waarop het in veel dagbladen in de Verenigde Staten werd gepubliceerd. Als een verzonnen verhaal de pers haalt, dan is dat naar verluidt vaak „een prikkelend verhaal met geweldig beeldmateriaal dat schokkend en toch geloofwaardig is”.

Zelfs met de beste bedoelingen lukt het journalisten niet altijd alle feiten goed weer te geven. „Journalisten werken meestal snel”, legt een schrijfster in Polen uit. „Kranten beconcurreren elkaar. Ze willen allemaal de eerste zijn die met het nieuws komt. Daarom lukt het ons vaak niet om een goed onderbouwd artikel te schrijven, ook al willen we dat wel.”

De druk zich te conformeren

In Freedom of the Press 2003 — A Global Survey of Media Independence werd gezegd dat 115 van de 193 landen geen of slechts gedeeltelijke persvrijheid hadden. Maar het nieuws kan ook op subtielere manieren gemanipuleerd worden in landen die wel persvrijheid kennen.

Soms krijgen bepaalde journalisten simpelweg geen toegang tot belangrijke informatie, terwijl anderen die zich conformeren, exclusieve interviews krijgen en uitnodigingen om met politici mee te reizen. Verslaggeving kan ook beïnvloed worden door adverteerders. „De adverteerder kan dreigen winstgevende advertenties niet langer te laten plaatsen als de redacteur iets negatiefs over hem publiceert”, merkte een Poolse journaliste op. En een kopijvoorbereider bij een Japanse krant gaf de waarschuwing: „Vergeet niet dat het heel moeilijk is een objectief nieuwsverslag te schrijven.”

Nu vraagt u zich misschien af: als beroepsjournalisten zo veel problemen moeten overwinnen om betrouwbare artikelen te schrijven, hoe komt de lezer er dan achter wat hij wel en niet moet geloven?

Een evenwichtige kijk nodig

Het is duidelijk dat er onderscheidingsvermogen nodig is. „Toetst niet het oor zelf woorden, zoals het gehemelte voedsel proeft?”, vroeg de patriarch Job (Job 12:11). De lezer moet wat hij leest kritisch bekijken om te zien of het waar lijkt. Hij doet er verstandig aan iets eerst te toetsen voordat hij besluit het te geloven. Een eerste-eeuwse discipel van Jezus Christus schreef lovend over personen die naar de apostel Paulus luisterden en vervolgens zijn bronnen nagingen om te zien of wat hij onderwees, waar was. — Handelingen 17:11; 1 Thessalonicenzen 5:21.

Zo kan ook iemand die kranten leest zich vragen stellen als: Wat is de achtergrond van de schrijver? Welke vooroordelen heeft hij? Worden er in het verhaal harde feiten genoemd die anderen kunnen nagaan? Wie zou er belang bij kunnen hebben de waarheid te verdraaien? Het kan verstandig zijn een verhaal bij meerdere bronnen te verifiëren. Nog een mogelijkheid is het met anderen te bespreken. „Hij die met wijzen wandelt, zal wijs worden”, zegt een bijbelspreuk. — Spreuken 13:20.

Verwacht ondertussen ook geen volmaaktheid. Zoals we hebben gezien, zijn er factoren die het kranten moeilijk maken volkomen objectief te zijn. Toch kunnen ze een hulp zijn om u te informeren over wat er in de wereld gebeurt. Het is belangrijk bij te blijven, want toen Jezus het had over de tijd waarin we leven, zei hij: „Blijft wakker” (Markus 13:33). Kranten kunnen u daarbij helpen, ook al moet u rekening houden met hun beperkingen.

[Kader/Illustratie op blz. 10]

VOOROORDEEL IN DE MEDIA

Als er in het nieuws een verkeerde voorstelling van zaken wordt gegeven, komt dat vaak doordat men haast had of verkeerd geïnformeerd was. Toch kunnen door zulke goedbedoelde verhalen snel ernstige leugens verspreid worden. Aan de andere kant worden mensen soms met opzet verkeerd geïnformeerd, zoals bijvoorbeeld in nazi-Duitsland gebeurde toen er leugens werden verspreid over mensen van bepaalde rassen en religies.

Sta eens stil bij de gevolgen van een vrij doorzichtige lastercampagne die nog niet zo lang geleden op touw werd gezet tijdens een mensenrechtenzaak in Moskou. „Toen drie meisjes in Moskou zelfmoord pleegden,” berichtte The Globe and Mail van Toronto (Canada), „suggereerden de Russische media direct dat het fanatieke volgelingen van de Jehovah’s Getuigen waren.”

Die nieuwsberichten verschenen op 9 februari 1999, de dag waarop een civiele rechtbank een zaak hervatte die erop gericht was Jehovah’s Getuigen in de stad Moskou te laten verbieden. Geoffrey York, correspondent voor The Globe and Mail in Moskou, vertelde: „Later gaf de politie toe dat de meisjes niets met de sekte te maken hadden. Maar tegen die tijd had een televisiezender in Moskou al een nieuwe aanval op de sekte geopend en werd de kijkers verteld dat Jehovah’s Getuigen in nazi-Duitsland met Adolf Hitler hadden gecollaboreerd, ondanks historisch bewijsmateriaal dat duizenden van hun leden zijn omgekomen in de vernietigingskampen van de nazi’s.”

Het gevolg was dat Jehovah’s Getuigen in de ogen van het verkeerd geïnformeerde en misschien zelfs angstige publiek hetzij een suïcidale sekte of nazicollaborateurs waren!

[Illustratie op blz. 7]

Jezus Christus heeft veel van de dingen voorzegd die we nu in de krant lezen

[Illustraties op blz. 8]

Krantenberichten zijn een bevestiging van bijbelprofetieën

[Verantwoording]

FAO photo/B. Imevbore

[Illustratie op blz. 8, 9]

Er werd lovend gesproken over personen die de bronnen van Paulus’ onderwijs nagingen, wat ook een verstandige gewoonte is bij bijzondere nieuwsberichten