Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Bijeneters — Kleurrijke luchtacrobaten

Bijeneters — Kleurrijke luchtacrobaten

Bijeneters — Kleurrijke luchtacrobaten

Door een Ontwaakt!-medewerker in Spanje

STEL u een familie van vogels voor met vleugels die praktisch elke kleur van de regenboog weerkaatsen. Tijdens hun vlucht zijn ze enkele van de snelste insecten te slim af. Sommige soorten van deze familie vormen clans waarin familieleden elkaar helpen om de jongen groot te brengen en zijn daarmee in de vogelwereld vrij uniek. Dit zijn slechts drie van de vele boeiende eigenschappen van bijeneters.

Het is echter hun kleurrijke verschijning waardoor vogelaars het eerst worden aangetrokken. Veel insectenetende vogels hebben saaie kleuren en vallen niet op. Maar bijeneters zorgen voor een niet te evenaren vertoon van kleuren en luchtacrobatiek dat vogelaars niet snel zullen vergeten. Hun verenkleed is misschien felgroen, -blauw, -rood of -geel. Sommige soorten, zoals de Europese bijeneter, hebben al deze kleuren en nog meer! En er is een Australische soort die de passende naam regenboogbijeneter heeft gekregen.

Bijeneters voeren hun show op in veel delen van Afrika, Azië, Australië en Zuid-Europa. Omdat ze nauwelijks in gevangenschap worden gehouden, moet men voor dit schouwspel de natuur in. „Het is ontzettend vermakelijk om deze brutale en energieke vogels te bekijken”, wordt in de internetpublicatie Wildwatch opgemerkt. „Omdat veel soorten zich behoorlijk op hun gemak voelen in de aanwezigheid van mensen krijg je veel kansen om ze te fotograferen.”

Buitengewone vliegprestaties

Bijeneters zijn gespecialiseerd in het vangen van vliegende insecten. En omdat ze houden van grote, snel vliegende insecten zoals bijen, wespen en horzels, moeten ze vlug en behendig zijn. Hun goede gezichtsvermogen komt ook van pas. De Europese bijeneter kan van honderd meter afstand een bij of een wesp waarnemen. *

Sommige bijeneters gebruiken bij het vangen van hun prooi een duikvluchtmethode, waarbij ze zich vanboven op het insect storten. Vaker nog zullen ze op een uitstekende tak neerstrijken en vandaar wegschieten om een voorbijkomend insect te verschalken. Andere soorten gebruiken een zelfs nog lastiger techniek. Eerst vliegen ze achter en onder het insect — in zijn blinde hoek — waarbij ze vaak bijna de grond raken. Dan versnellen ze iets, heffen hun kop op en plukken het insect met hun lange snavel uit de lucht.

Sommige Afrikaanse bijeneters schakelen de hulp van anderen in bij hun zoektocht naar voedsel. Ze gaan dan soms naast grote dieren, andere vogels of zelfs voertuigen vliegen om de opvliegende insecten te vangen. De brutale karmijnrode bijeneter zal zelfs meeliften op de rug van een struisvogel, geit of zebra. Deze gastheren doen niet alleen dienst als een handige uitvalsbasis voor de bijeneter, maar brengen ook sprinkhanen of cicaden in beweging waarmee deze zich kan voeden. Ook bosbranden trekken grote zwermen karmijnrode bijeneters aan die zich te goed doen aan de sprinkhanen die aan de vlammen proberen te ontkomen. *

Zonnebaden, veren poetsen, en wassen

Om snel te kunnen vliegen, moeten veren in een optimale conditie zijn, en de bijeneter heeft dan ook een hele reeks technieken om parasieten te verwijderen en zijn veren schoon te houden. Dat is geen kleinigheid. Een bijeneter zal zeker 10 procent van de dag besteden aan zijn persoonlijke verzorging.

Als de vogel zich ’s morgens zit op te warmen in de zon, poetst hij vaak ook meteen zijn veren. De warmte van de zon maakt de parasieten kennelijk actiever en makkelijker te verwijderen. Sommige soorten bijeneters houden ervan om gezamenlijk te zonnebaden, waarbij verscheidene vogels dezelfde houding aannemen. Met hun rug naar de zon gekeerd en met uitgespreide vleugels lijken ze wel een groepje luierende toeristen op het strand te imiteren.

Wassen doen ze minder vaak en dat is meestal niet meer dan een snelle duik in het water tijdens het vliegen. In droge streken moeten bijeneters het doen met een stofbad. Daarna besteden de vogels steevast tijd aan het poetsen van hun veren en aan krabben. Deze dagelijkse routine is de belangrijkste manier om parasieten, die een constant probleem zijn voor holbroeders zoals bijeneters, kwijt te raken.

Gezelschapsdieren

De meeste bijeneters houden van gezelschap. Diverse soorten broeden in grote kolonies, waarvan sommige uit wel 25.000 vogels bestaan. Die broedplaatsen liggen vaak op grote zandbanken waarin de vogels makkelijk hun hol kunnen uitgraven. De broedkolonies bieden extra bescherming tegen roofvijanden en door hun nauwe samenwerking kunnen ze snel een gebied lokaliseren waar veel voedsel is. Zelfs tijdens het foerageren blijven de sociale bijeneters bij elkaar in de buurt en houden ze contact via hun doordringende roep.

Bij sommige soorten, zoals de witkapbijeneter, werken familieleden samen om de jongen groot te brengen. * De helpers zijn meestal de nakomelingen van de oudervogels en dankzij hun samenwerking slagen ze erin twee keer zo veel jongen groot te brengen. „Helpers assisteren bij alle taken die met het nest te maken hebben: bij het graven van het nest, het uitbroeden van de eieren en, het allerbelangrijkste, bij het voeden van de jongen”, legt het boek Kingfishers, Bee-Eaters and Rollers uit.

Familiegroepen van bijeneters houden er vooral van om samen op een tak te zitten. De vogels gaan zo dicht bij elkaar zitten dat ze de indruk wekken alsof ze allemaal inschikken om op de foto te passen. De gewoonte om zo dicht tegen elkaar aan te schuiven, helpt ze ongetwijfeld om tijdens koude nachten warm te blijven.

Een mooie vogel met een zwakke plek

Onlangs zijn bijeneters zich gaan specialiseren in het eten van sprinkhanen, vooral in West-Afrika, waar veel vernielzuchtige treksprinkhanen voorkomen. De karmijnrode bijeneter heeft zelfs veranderingen aangebracht in zijn nest- en trekgedrag om te kunnen profiteren van dit voedsel dat zo ruim voorhanden is. Hij volgt nu de treksprinkhanen als ze uitzwermen langs de rivier de Niger.

Niettemin hebben bijeneters, zoals hun naam al aangeeft, een zwak voor bijen — hun favoriete lekkernij. Daarom zijn ze bij imkers zeker niet populair. Het positieve is echter dat ze ook wespen en horzels eten (die zich met bijen voeden) en dat ze in de herfst oude bijen vangen die de korf makkelijker met een ziekte kunnen besmetten.

„Tegenwoordig worden bijeneters door vogelaars alom bewonderd om hun gevarieerde en schitterende verenkleed”, zegt het Handbook of the Birds of the World. Sommige broedplaatsen zijn een onvergetelijke stopplaats geworden voor toeristen die in Afrika op safari zijn.

Waarom zou u, als u in een streek woont waar bijeneters voorkomen, niet eens de tijd nemen om van het unieke schouwspel te genieten dat deze kleurrijke luchtacrobaten opvoeren?

[Voetnoten]

^ ¶7 Als bijeneters stekende insecten zoals bijen of wespen vangen, letten ze erop dat ze die niet doorslikken voordat ze hun gif hebben verwijderd. Meestal gaan ze op een geschikte tak zitten en wrijven ze zorgvuldig het achterlijf van het insect langs die tak om het gif er uit te drukken. Ze sluiten zelfs vluchtig hun ogen om er geen straaltje gif in te krijgen.

^ ¶9 Vanwege deze gewoonte luidt een plaatselijke naam voor de karmijnrode bijeneter in West-Afrika „neef van het vuur”.

^ ¶16 Eén Keniaanse kolonie van zo’n vierhonderd witkapbijeneters bestond uit zestig familieclans. Onderzoekers beschrijven hun sociale structuur als misschien wel een van de meest complexe van de tot dusver bestudeerde vogelsoorten.

[Illustratie op blz. 23]

Dwergbijeneter (Oost-Afrika)

[Illustratie op blz. 23]

Regenboogbijeneter (Australië)

[Illustratie op blz. 23]

Somalische bijeneter (Kenia)

[Illustratie op blz. 23]

Witkapbijeneter (Afrika)

[Illustratie op blz. 24]

Europese bijeneters (Spanje)

Een mannetje biedt een wijfje tijdens de balts een langpootmug aan

[Illustratie op blz. 24]

Bijeneters (Israël)

[Illustratie op blz. 24]

Karmijnrode bijeneters (Botswana)

[Illustratie op blz. 25]

Karmijnrode bijeneters (Botswana)

[Verantwoording]

©kevinschafer.com

[Illustratie op blz. 25]

Karmijnrode bijeneters (Singapore)