Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Het ontstaan van de moderne diamantindustrie

Het ontstaan van de moderne diamantindustrie

Het ontstaan van de moderne diamantindustrie

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN ZUID-AFRIKA

HET gebeurde in januari 1871. Adrian van Wyk, een boer die graag in de bijbel las, woonde met zijn gezin in een woestijnachtig gebied dat bekendstaat als Griqualand-West (Zuid-Afrika). Maar aan dit vredige bestaan kwam een eind door de komst van vreemdelingen die bij zijn boerderij hun tenten opsloegen. Van Wyk, die het allemaal vanuit zijn stoel op de veranda bekeek, kon niet geloven wat er gebeurde!

Binnen enkele dagen zwermden er duizenden mensen over zijn hele terrein! Sommigen stonden zelfs in zijn voortuin terwijl ze zonder zijn toestemming stukken land claimden en hem niet eens groetten! Wat was er gebeurd? Vanwaar al die opwinding? Er was een stormloop op gang gekomen toen men had gehoord dat er rond Van Wyks boerderij volop diamanten te vinden waren.

Wat was de aanleiding voor de stormloop?

Zo’n twaalf jaar daarvoor was er in de buurt van de Vaalrivier, ongeveer zeventig kilometer ten noorden van de boerderij van Van Wyk, een vijfkaraats diamant gevonden. De vinder had hem voor vijf pond aan een priester van het Berlijns Zendingsgenootschap verkocht. Er zijn verder geen vermeldingen gevonden over die eerste diamantvondst. Maar toen het nieuws zich verbreidde, wilden de mensen er meer over weten.

Ons verhaal krijgt negen jaar later een vervolg op de boerderij van Schalk van Niekerk, aan de Oranjerivier, een paar kilometer ten zuiden van de plek waar die samenvloeit met de Vaalrivier. De familie Jacobs had een huis op de grond van de boerderij van Van Niekerk. De kinderen van de familie Jacobs speelden graag een spel dat ze ’vijf stenen’ noemden. In hun verzameling hadden ze een glinsterende steen die hun oudere broer Erasmus had gevonden.

Begin 1867 ging Van Niekerk bij de familie Jacobs langs. Omdat mevrouw Jacobs wist dat hij geïnteresseerd was in edelstenen vertelde ze hem over de glinsterende steen waarmee haar kinderen speelden. „’s Avonds bij kaarslicht schittert hij prachtig”, zei ze. Toen hij de steen had onderzocht, kwam er een opwindende gedachte bij Van Niekerk op. „Ik heb het idee dat dit een diamant is!”, zei hij enthousiast. Hij wist nog dat hij ooit had gelezen hoe je een steen kon testen om te zien of het een diamant was. Dus haalde hij de steen over de ruit aan de achterzijde van de bescheiden woning. Hij schrok van de diepe kras in het glas en bood zijn excuses aan voor de schade. * Mevrouw Jacobs gaf de steen met alle plezier aan Van Niekerk en wilde niet dat hij ervoor betaalde.

Bij zijn volgende bezoek aan het naburige Hopetown liet Van Niekerk de steen aan vrienden zien, maar niemand kon bevestigen dat het een diamant was. De steen ging van de ene betrouwbare persoon naar de andere en kwam uiteindelijk over de post bij dr. Atherstone in Grahamstown terecht. Die schakelde de hulp in van een onderwijzer. In het laboratorium van de school werden proeven gedaan om te bepalen wat het soortelijk gewicht van de steen was en dat kwam overeen met dat van een diamant. Toen werd de steen aan een plaatselijke juwelier overgedragen die tevergeefs probeerde er met zijn vijl een markering in aan te brengen. Er werden ook anderen geraadpleegd en allemaal kwamen ze tot dezelfde conclusie als Van Niekerk. Vervolgens bevestigde dr. Atherstone per brief dat de steen een diamant was met een gewicht van 21,25 karaat. Van Niekerk kreeg 350 pond voor de edelsteen en deelde dat bedrag meteen met mevrouw Jacobs. De steen kreeg de passende naam Eureka, een uitroep bij een plotseling gedane ontdekking.

Een herder en een eerlijke boer

We pakken de draad van ons verhaal twee jaar later weer op in de buurt van de plek waar de Oranjerivier en de Vaalrivier samenvloeien. Toen een Afrikaanse herder genaamd Booi daar zijn schapen aan het hoeden was, zag hij iets glinsterends op de grond liggen. Hij bukte zich om een heldere, walnootvormige steen op te rapen en liet die in zijn zak glijden. Hij had gehoord dat er in dat gebied belangstelling was voor bepaalde stenen, dus toonde hij de steen tijdens een van zijn zoektochten naar werk eerst aan een boer en vervolgens aan een handelaar. Die stuurden Booi op hun beurt naar de boerderij van Van Niekerk.

Uiteindelijk kwam Booi bij Van Niekerk aan en liet hem de steen zien. Van Niekerk begreep meteen dat dit weleens een diamant kon zijn die groter en waardevoller was dan het exemplaar dat hij van mevrouw Jacobs had gekregen. Hij vroeg de bescheiden herder wat hij ervoor wilde hebben. „Meester,” antwoordde Booi respectvol, „geeft u me maar wat u goeddunkt.” Zonder aarzeling gaf Van Niekerk hem vrijwel alles wat hij had — vijfhonderd vetstaartschapen, tien ossen, de wagen die hij gebruikte om zijn groenten naar de stad te brengen en zelfs het gezadelde paard waarop hij altijd reed! Wat Booi betreft, die beschouwde zichzelf nu ongetwijfeld als een rijk man — en dat kwam allemaal door een glinsterende walnootvormige steen!

Van Niekerk ging onmiddellijk naar Hopetown om zijn diamant te verkopen. Daar kwam een verbaasde groep zakenlieden overeen hem voor de steen van 83,5 karaat 11.300 pond te betalen. Uiteindelijk kwam de steen bekend te staan als de Star of South Africa. * De gesneden en geslepen steen werd het belangrijkste onderdeel van de prachtige halsketting die op deze pagina staat afgebeeld. Toen de rest van de wereld van deze diamant hoorde, verdween het aanvankelijke ongeloof en spoedden duizenden mensen zich vanuit Noord- en Zuid-Amerika, Engeland, het vasteland van Europa en Australië regelrecht naar Zuid-Afrika om fortuin te maken.

Er ontstaat een stormloop

Aanvankelijk werden er alleen langs de Oranjerivier en de Vaalrivier diamanten gedolven. Toen deed in 1870 het bericht de ronde dat er in het gebied tussen deze twee rivieren indrukwekkende vondsten werden gedaan op boerderijen dieper het binnenland in. Daarom begaven de riviergravers zich in allerijl naar het gebied waar de boerderij van Adrian van Wyk lag. Wat Van Wyk en zijn buren niet wisten, was dat hun boerderijen op uitgedoofde vulkanen waren gebouwd. De diamanten werden ontdekt in de zogenoemde blauwe aarde in oude kraterpijpen.

Ondertussen werden er haastig tentendorpen opgezet die al gauw werden gevolgd door bouwsels van golfplaten. Zonder voldoende water en zonder infrastructuur waren deze dorpen op zijn zachtst gezegd ’basic’. De nieuwkomers verdroegen stofwolken, vliegenzwermen en temperaturen die in de zomer overdag boven de 40 graden Celsius uitkwamen en in de winter ’s nachts soms onder het vriespunt daalden. Ze verdroegen al die ontberingen in de hoop dat ze rijk zouden worden.

Hoe liep het met Adrian van Wyk af nadat zijn erf door de diamantgravers was platgelopen? Aanvankelijk gaf hij de gravers toestemming om voor een klein maandelijks bedrag een deel van zijn terrein af te graven. Maar toen er steeds meer gravers op zijn terrein neerstreken, was de situatie niet langer houdbaar voor hem. Toen een mijnbouwmaatschappij hem tweeduizend pond bood voor zijn boerderij, nam hij dat dan ook graag aan, waarna hij de papieren tekende en naar een rustiger plek vertrok.

Niet ver van de boerderij van Van Wyk stond een andere boerderij, die het eigendom was van de gebroeders De Beer. Hun naam werd gebruikt om de verenigde mijnbouwondernemingen van De Beers te registreren, die nog steeds de grootste diamantproducent ter wereld is. Op de plek waar ooit deze bescheiden boerderijen hebben gestaan, bevindt zich nu de stad Kimberley. Op de boerderij van de gebroeders De Beer ontstond veel bedrijvigheid en de mannen groeven er zo’n diep en wijd gat dat de plek bekend kwam te staan als de Big Hole (het grote gat).

Vóór de eerste diamantvondst in Zuid-Afrika werden deze edelstenen in India en Brazilië gedolven. Maar daar werd niet voldoende gevonden om aan de vraag op de wereldmarkt te voldoen. Zo kwam met de ontdekking van grote hoeveelheden diamanten in Zuid-Afrika de moderne diamantindustrie tot bestaan.

[Voetnoten]

^ ¶8 Ruim een eeuw later is diezelfde vensterruit met zijn diepe kras nog te zien in het museum van Colesberg (Zuid-Afrika).

^ ¶13 De naam van deze diamant wordt soms verward met die van een andere diamant die de Star of Africa wordt genoemd. — Zie het kader „De Premier Mine” op blz. 16.

[Kader/Illustraties op blz. 16, 17]

DE PREMIER MINE

In 1903 begon de exploitatie van een diamantmijn, ongeveer dertig kilometer ten oosten van Pretoria (Zuid-Afrika). Die kreeg de passende naam Premier Mine (Voornaamste mijn). Twee jaar later, toen de mijnschacht zo’n tien meter diep was, wees een arbeider op een glimmend voorwerp in de rotswand. Zijn voorman klom voorzichtig naar beneden en sneed het voorwerp er met zijn zakmes uit. In zijn hand hield hij de grootste ruwe diamant die ooit was gedolven; hij was zo groot als een mannenvuist. Deze massieve diamant van 3106 karaat werd genoemd naar de ontdekker van de mijn, Thomas Cullinan. Het kloven van de Cullinandiamant leverde 9 grote en 96 kleine stenen op. Eén daarvan, de Cullinan I, of de Star of Africa, is de grootste geslepen diamant ter wereld. Hij siert, zoals op deze pagina te zien is, de Britse koninklijke scepter. Na een eeuw doet de Premier Mine zijn naam nog steeds eer aan door veel grote kwaliteitsdiamanten voort te brengen.

[Illustraties]

De Britse koninklijke scepter

De ruwe Cullinandiamant, zo groot als een mannenvuist

[Kader/Illustratie op blz. 17]

FEITEN OVER DIAMANTEN

◆ Diamant is het hardste natuurlijke materiaal dat de mens kent.

◆ Diamanten bestaan uit koolstof, net als potlood of grafiet. Hoe komt het echter dat diamanten hard zijn en grafiet zacht? Dat komt door de manier waarop de koolstofatomen zijn geordend.

◆ Het gewicht van diamanten wordt uitgedrukt in karaat. Een karaat is gelijk aan 0,2 gram.

◆ Vaak moet er zo’n 400 ton gesteente, grind en zand worden doorzocht om één karaat aan diamant te vinden.

[Kader/Illustratie op blz. 18]

DE BIG HOLE BIJ KIMBERLY

In de jaren 1869 tot 1873 groeide het aantal inwoners van de huidige stad Kimberley van een handjevol boeren uit tot een bevolking van zo’n 50.000 mensen. Velen waren fortuinzoekers uit alle hoeken van de aarde. Duizenden legden de afstand vanaf de kade in Kaapstad — ruim duizend kilometer — te voet af. Met pikhouwelen en spades veranderden ze een heuvel in het grootste gat dat ooit met mensenhanden werd gegraven. Toen men ten slotte stopte met graven, was de krater 240 meter diep. Onder de grond ging het delven door tot op een diepte van zo’n 1100 meter. Tegen 1914, toen er een eind kwam aan de exploitatie, was er volgens de Standard Encyclopaedia of Southern Africa „25 miljoen ton grond” verplaatst. Dezelfde bron voegt eraan toe dat er drie ton aan diamanten was gewonnen met een waarde van omgerekend 69.500.000 euro.

[Illustratie op blz. 17]

Dr. Atherstone

[Illustratie op blz. 17]

Schalk van Niekerk

[Illustratie op blz. 17]

De Eurekadiamant

[Verantwoording]

De Beers Consolidated Mines Ltd.

[Illustratie op blz. 18]

De Star of South Africa

[Illustraties op blz. 18, 19]

De Big Hole in 1875. De touwen werden door honderden mensen die een stuk mijn claimden, gebruikt om arbeiders in de schacht neer te laten en diamanthoudend erts naar boven te halen

[Illustraties op blz. 19]

De stormloop op diamanten leidde tot haastig opgezette mijnwerkerskampen

[Illustratieverantwoording op blz. 16]

Crown ©/The Royal Collection © 2005, Her Majesty Queen Elizabeth II; Photo: www.comstock.com

[Illustratieverantwoording op blz. 16]

Photo by Fox Photos/Getty Images

[Illustratieverantwoording op blz. 17]

Portraits: From the book The Grand Old Days of the Diamond Fields by George Beet

[Illustratieverantwoording op blz. 18]

Photos: De Beers Consolidated Mines Ltd.

[Illustratieverantwoording op blz. 19]

Photos: De Beers Consolidated Mines Ltd.