Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Dakloosheid — Een wereldwijd probleem

Dakloosheid — Een wereldwijd probleem

Dakloosheid — Een wereldwijd probleem

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN POLEN

„STINKENDE, vieze wijnzuipers — geen spullen, geen identiteit, niets!” Wat een manier om mensen te typeren! Maar volgens vrijwilligers die werkzaam zijn onder de daklozen in het Poolse Czestochowa, is dat de kijk die de burger heeft op mensen die niet over een dak boven hun hoofd beschikken.

Volgens een rapport dat een paar jaar geleden in The Economist verscheen, huisden in Oelan Bator (Mongolië) velen van de duizenden straatkinderen die de stad telde, ondergronds in smerige doorgangen die naar de riolen of naar het stedelijke verwarmingssysteem leiden. Hoewel er wel geschokt gereageerd werd, was de conclusie van veel Mongolen dat zoiets komt „doordat mensen te lui zijn om voor hun kinderen te zorgen”, merkte de krant op.

Aan de andere kant van de wereld worden straatkinderen vermoord door doodseskaders van zelfbenoemde burgerwachten. Waarom? Een publicatie van de Verenigde Naties legde uit: „In Latijns-Amerika bestaat bij velen — in de rechterlijke macht, bij de politie, en in de media, de zakenwereld en de maatschappij in het algemeen — het idee dat straatkinderen een moreel gevaar voor een beschaafde maatschappij vormen.” Ook werd er opgemerkt: „Naar verluidt worden er in de staat Rio de Janeiro gemiddeld elke dag drie straatkinderen gedood.”

Daklozen „maken vrees en allerlei ongemakkelijke gevoelens in ons los . . ., maar het zijn mensen voor wie honger net zo voelt als voor ons. Het zijn er heel veel, en ze verkeren werkelijk in behoeftige omstandigheden.” Deze uitspraak staat op een webpagina die gemaakt is door vrijwilligers die zich inzetten voor de daklozen in Czestochowa. Hun tekst zegt ook: „We hopen dat . . . er mensen zullen zijn die reageren op deze grote behoefte.” Wat is precies die behoefte, en hoe groot is ze?

[Illustratie op blz. 2, 3]

Een groep dakloze kinderen die onder dit mangat wonen

[Verantwoording]

Jacob Ehrbahn/Morgenavisen Jyllands-Posten