Dakloosheid — Wat zijn de oorzaken?
Dakloosheid — Wat zijn de oorzaken?
„WERELDWIJD zijn er meer dan honderd miljoen daklozen”, berichten de Verenigde Naties. Als dat getal juist is, dan heeft ongeveer één op de zestig mensen geen toereikend onderdak! Toch valt het niet mee de werkelijke omvang van het probleem vast te stellen. Waarom niet?
Definities van dakloosheid verschillen in diverse delen van de wereld. De benaderingen en doelstellingen van degenen die het probleem onderzoeken, beïnvloeden de wijze waarop ze het definiëren. En hun definitie is weer van invloed op het cijfermateriaal dat ze publiceren. Het is dan ook moeilijk, zo niet onmogelijk, een nauwkeurig beeld te krijgen.
Het boek Strategies to Combat Homelessness, gepubliceerd door het Centrum van de VN voor menselijke nederzettingen, definieert dakloosheid als het „niet beschikken over een aanvaardbaar niveau van huisvesting. Dat omvat dan alle toestanden beneden wat als toereikend beschouwd mag worden” voor de maatschappij waarin de daklozen leven. Sommigen verblijven misschien op straat of in vervallen of leegstaande gebouwen, terwijl anderen beschutting vinden in een opvanghuis. Weer anderen kunnen tijdelijk bij vrienden terecht. In elk geval, zo stelt dezelfde studie: „Iemand als dakloos classificeren duidt een toestand aan waarin ’er iets gedaan moet worden’ voor het slachtoffer van die omstandigheden.”
Geschat wordt dat er in Polen, een land met een bevolking van zo’n veertig miljoen, wel 300.000 daklozen zijn. Niemand weet echt hoeveel, want ze staan op geen enkele vaste plek geregistreerd en ze verplaatsen zich voortdurend. Sommigen geloven dat het werkelijke aantal weleens in de buurt van de half miljoen kan liggen!
Omdat dakloosheid wijdverbreid is, zou iemand die u kent erdoor getroffen kunnen zijn. De benarde toestand van de daklozen werpt een aantal vragen op. Hoe zijn deze mensen terechtgekomen in de situatie dat ze geen geschikte
huisvesting hebben? Hoe redden ze zich? Wie helpt hen? En wat brengt de toekomst voor de daklozen?Dan weer wel, dan weer niet dakloos
Sabrina * is een alleenstaande moeder uit een arme buurt in Harlem, een deel van de stad New York. Haar middelbare school heeft ze niet afgemaakt. Sabrina woont met haar drie jonge kinderen in een stedelijk opvanghuis voor langdurig daklozen. Ze deelt met haar drie jongens van tien maanden, drie jaar en tien jaar een appartementje met één slaapkamer. De stad biedt zulke voorzieningen voor personen die geen andere veilige plaats hebben om te wonen.
Sabrina verliet tien jaar geleden de flat van haar moeder. Sindsdien heeft ze met haar vriend samengewoond, bij vrienden en familieleden ingewoond en als haar situatie te moeilijk werd, gebruik gemaakt van stedelijke opvang. „Af en toe heb ik gewerkt, meestal het vlechten van haar, waarvoor ik dan betaald kreeg,” vertelt Sabrina, „maar hoofdzakelijk leefde ik van een uitkering.”
Het paradoxale is dat Sabrina’s problemen, zoals die verteld werden in het tijdschrift Parents, begonnen toen ze een goede baan vond als schoonmaakster in een hotel. Terwijl ze daar werkte, verdiende ze te veel om in aanmerking te komen voor ondersteuning maar niet genoeg om haar uitgaven te dekken, zoals huisvesting, voedsel, kleding, vervoer en kinderopvang. Ze had er dus moeite mee haar huur te betalen, en haar huisbaas wilde haar eruit zetten. Uiteindelijk zei Sabrina haar baan op en klopte bij een noodopvang aan, waar ze verbleef totdat er plaats was in haar huidige tehuis.
„Het is allemaal moeilijk geweest voor mijn kinderen”, zegt Sabrina. „Mijn oudste zoon heeft al op drie verschillende scholen gezeten. Hij zou al een klas hoger moeten zitten, maar hij heeft een jaar moeten overdoen . . . We hebben zo vaak moeten verkassen.” Sabrina staat nu op een wachtlijst voor gesubsidieerd wonen.
Iedereen die helemaal geen onderdak heeft, zal vinden dat Sabrina nog geluk heeft. Een opvanghuis is echter niet voor alle daklozen een welkom vangnet. Volgens de Poolse Commissie voor Gemeenschapshulp zijn sommigen „bang voor de strakke regels in opvanghuizen” en wijzen ze de aangeboden hulp af. Van degenen die in een tehuis voor daklozen wonen, wordt bijvoorbeeld verwacht dat ze werken en geen alcohol en drugs gebruiken. Niet iedereen is bereid zich daarnaar te voegen. Afhankelijk van de tijd van het jaar ziet men dan ook daklozen in stations slapen, in trappenhuizen of kelders, op banken in parken, onder bruggen en op industrieterreinen.
Vergelijkbare toestanden treft men over de hele wereld aan.Eén boek over het onderwerp somt een reeks factoren op die bijdragen tot dakloosheid in Polen. Daarbij worden genoemd verlies van een baan, schulden en gezinsproblemen. Er is gebrek aan huisvesting voor bejaarden, invaliden en mensen met een hiv-besmetting. Veel daklozen hebben psychische aandoeningen en lichamelijke kwalen of er is sprake van verslavingsproblemen, vooral alcoholisme. De meerderheid van de dakloze vrouwen heeft haar man verlaten (of is bij hem weggevlucht), is het huis uitgezet, of heeft een verleden van prostitutie. Achter ieder geval, lijkt het wel, schuilt een droevig verhaal.
Slachtoffers van de omstandigheden
Stanisława Golinowska, een specialiste in de sociale economie, zegt: „Er bestaat hier [in Polen] geen echt geval van dakloosheid uit vrije keuze. . . . Veeleer is het een gevolg van verscheidene mislukkingen in het leven, die tot een psychische ineenstorting en verlies van de wil om te leven hebben geleid.” Dakloosheid schijnt die mensen te overkomen die zich, om diverse redenen, niet bij machte voelen om met hun problemen om te gaan. Sommigen bijvoorbeeld hebben een gevangenisstraf achter de rug en komen vervolgens tot de ontdekking dat vandalen hun huis hebben geruïneerd. Anderen is de huur opgezegd. Velen zijn dakloos geworden in de nasleep van een natuurramp. *
Uit één onderzoek onder daklozen in Polen kwam naar voren dat bijna de helft deel had uitgemaakt van een gezin en met een huwelijkspartner had geleefd, hoewel het gezin vaak wel problemen had gehad. De meesten waren hun huis uitgezet of hadden zich gedwongen gevoeld te vertrekken omdat ze het extreem moeilijk hadden. Slechts 14 procent had uit vrije wil besloten weg te gaan.
Na enige tijd in een opvanghuis zijn sommigen in staat weer zelfstandig te functioneren en hun eigen onderdak te vinden. Voor anderen is de situatie minder makkelijk op te lossen. Deels vanwege psychische of lichamelijke aandoeningen, verslaving, gebrek aan voldoende motivatie om te werken, slechte werkgewoonten,
gebrek aan opleiding of een combinatie van factoren worden ze chronisch dakloos. In de Verenigde Staten valt zo’n 30 procent van de daklozen geregeld terug in wat één non-profitorganisatie aanduidt als het „daklozensysteem” — een stelsel van opvanghuizen, ziekenhuizen en, helaas, gevangenissen. Degenen die chronisch afhankelijk zijn van het systeem gebruiken naar verluidt wel 90 procent van alle overheidsgelden die er voor de hele daklozenproblematiek beschikbaar zijn.Hulp voor de daklozen?
Sommige opvanghuizen bieden diensten waarmee ze mensen willen helpen zich uit het daklozenbestaan los te maken. Personen kunnen geholpen worden om een uitkering te krijgen of financiële hulp uit andere bronnen. Of misschien gaat het om het vinden van juridische hulp, om ondersteuning bij het herstellen van banden met het gezin, of een kans om bepaalde basisvaardigheden te verwerven. Centra voor jonge mensen in Londen bieden advies ten aanzien van voeding, koken, een gezondere leefstijl en werkmogelijkheden. Met counseling wordt geprobeerd mensen meer zelfrespect en motivatie bij te brengen en hen zelfstandiger te maken zodat ze een eigen huishouden kunnen starten en gaande houden. Het is heel mooi dat zulke voorzieningen er zijn.
Niet altijd echter bieden tehuizen de daklozen de hulp die ze zelf het hardst denken nodig te hebben. Jacek, een dakloze in Warschau, legt uit dat het leven in opvanghuizen de bewoners niet toerust voor het bestaan buiten. Hij is van mening dat de bewoners, doordat ze bijna uitsluitend met elkaar praten en omgaan, vaak „een verwrongen denkwijze” ontwikkelen. Hij zegt: „Het tehuis dat ons isoleert van de buitenwereld wordt een soort kindertehuis voor volwassenen.” Naar zijn mening hebben veel bewoners „een geest die niet goed functioneert”.
Volgens één Poolse studie is eenzaamheid de pijnlijkste emotie die de daklozen
ervaren. Als gevolg van financiële problemen en een lage maatschappelijke status zijn de daklozen geneigd zichzelf als waardeloos te beschouwen. Sommige raken aan de drank. Jacek zegt: „Omdat we geen uitzicht hebben op een verandering, verliezen velen van ons langzamerhand de overtuiging dat we nog iets kunnen doen om onze ellendige situatie te verbeteren.” Ze schamen zich voor hun uiterlijk, voor hun armoede en hulpeloosheid, en voor het simpele feit dat ze dakloos zijn.„Of we het nu hebben over degenen die in Bombay [Mumbai] en Calcutta op straat wonen of de haveloze figuren die in de straten van Londen liggen te slapen of de straatkinderen in Brazilië,” zegt Francis Jegede, een deskundige in bevolkingsvraagstukken, „de toestand van dakloosheid is te ernstig en te droevig om zich te kunnen voorstellen, laat staan om te willen meemaken.” Dan voegt hij eraan toe: „Welke oorzaak of oorzaken men ook aanwijst, je blijft je afvragen waarom de wereld met al haar rijkdom en wijsheid en technologische kennis niet in staat lijkt het probleem van dakloosheid aan te pakken.”
Het is duidelijk dat alle daklozen hulp nodig hebben — niet alleen op fysiek of materieel gebied maar ook hulp van de soort die hun hart tot rust kan brengen en hun geest kan opbeuren. Zulke hulp kan mensen de kracht schenken om veel van de problemen die tot dakloosheid bijdragen het hoofd te bieden en te overwinnen. Maar waar kunnen de daklozen die soort van hulp vinden? En welke hoop bestaat er dat de tragedie van dakloosheid ooit uitgebannen zal worden?
[Voetnoten]
^ ¶8 Sommige namen in deze artikelen zijn veranderd.
^ ¶15 Ook zijn miljoenen wereldwijd van huis en haard verdreven door politieke instabiliteit of een gewapend conflict. Een beschouwing van hun moeilijke situatie is te vinden in de artikelenserie „Vluchtelingen — Zullen ze ooit een thuis vinden?” in de Ontwaakt! van 22 januari 2002.
[Kader/Illustratie op blz. 6]
De gevolgen van troosteloze armoede
Honderdduizenden in de steden van India leven op straat. Enkele jaren geleden gemaakte schattingen kwamen uit op zo’n 250.000 alleen al in Mumbai. Hun enige beschutting is misschien een stuk zeil tussen een paar palen en aangrenzende gebouwen. Waarom bivakkeren ze hier in plaats van de toch redelijk betaalbare huisvesting aan de rand van de stad te benutten? Ze hebben hun werk — als straathandelaar, riksjakoelie of schrootverzamelaar — dicht bij het centrum van de stad. „Ze hebben geen keus”, verklaart Strategies to Combat Homelessness. „Armoede dwingt hen eenvoudig om geen geld aan huur uit te geven dat gebruikt kan worden voor voedsel.”
Zo’n 2300 mannen, vrouwen en kinderen leven in het spoorwegstation Park Station in het Zuid-Afrikaanse Johannesburg. Ze slapen op open perrons, met flarden deken als bed, of in hutjes van karton. De meesten hebben geen werk en hebben allang geen hoop meer ooit nog werk te vinden. Duizenden in de hele stad leven net zo. Ze hebben geen water, geen toiletfaciliteiten, geen elektriciteit. Onder zulke omstandigheden kunnen ziekten zich snel verspreiden.
Wat er ten grondslag ligt aan de dakloosheid van deze twee groepen mensen en de vele anderen net als zij, is simpelweg troosteloze armoede.
[Kader/Illustraties op blz. 7]
Waarin de moderne maatschappij tekortschiet
Het boek Strategies to Combat Homelessness, gepubliceerd door het Centrum van de VN voor menselijke nederzettingen, identificeert een aantal tekortkomingen van het huidige maatschappelijke, politieke en economische systeem wanneer het aankomt op huisvesting voor iedereen. Genoemd worden onder andere de volgende:
● „De belangrijkste kwestie met betrekking tot dakloosheid blijft het onvermogen van regeringen om die bedragen beschikbaar te stellen die de volledige realisatie van het recht op geschikte huisvesting mogelijk maken.”
● „Onjuiste regelgeving en ondoelmatige planning kunnen . . . een puinhoop maken van de voorzieningen voor onderdak voor de arme meerderheid.”
● „Dakloosheid is een teken dat de gemeenschap een onbillijke verdeling kent van de gelden voor huisvesting en huursubsidies.”
● „De crisis van dakloosheid is het eindresultaat van een beleid waarbij steeds is genegeerd of onderschat wat de negatieve uitwerking is van economische veranderingen, gebrek aan betaalbare huisvesting, toegenomen drugsgebruik en verdere lichamelijke en psychische problemen van degenen die het meest kwetsbaar zijn in de . . . samenleving.”
● „Er bestaat een grote behoefte aan een aanpassing in de training van de professionals die zich met kwetsbare mensen bezighouden. Daklozen, in het bijzonder straatkinderen, moeten bezien worden als onbenutte maar potentieel waardevolle personen in plaats van als een last voor de maatschappij.”
[Illustratie]
Een bedelende moeder met haar twee dochters (Mexico)
[Verantwoording]
© Mark Henley/Panos Pictures
[Illustratie op blz. 6]
Een voormalig station is verbouwd tot tehuis voor daklozen (Pretoria, Zuid-Afrika)
[Verantwoording]
© Dieter Telemans/Panos Pictures
[Illustratieverantwoording op blz. 4]
Left: © Gerd Ludwig/Visum/Panos Pictures; inset: © Mikkel Ostergaard/Panos Pictures; right: © Mark Henley/Panos Pictures