Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Bass Rock — Een paradijs voor jan-van-genten

Bass Rock — Een paradijs voor jan-van-genten

Bass Rock — Een paradijs voor jan-van-genten

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN GROOT-BRITTANNIË

BASS ROCK is een gigantische, ongeveer 110 meter hoge rots met een omtrek van zo’n twee kilometer. Hij ligt voor de kust ten noordoosten van Edinburgh (Schotland), bij de riviermonding die de Firth of Forth wordt genoemd. Hier leven misschien wel honderdduizend jan-van-genten, een tiende van de wereldpopulatie van deze fascinerende zeevogel. *

In het begin van de twintigste eeuw werd er op jan-van-genten gejaagd voor voedsel. Hun vet werd voor medische doelen gebruikt en hun veren als beddenvulsel. Er waren zo’n driehonderd vogels nodig om slechts één matras te vullen. Hun eieren, ooit een delicatesse, worden nu doorgaans niet als erg smakelijk beschouwd.

Jan-van-genten kunnen dertig jaar oud worden en paartjes blijven meestal hun hele leven bij elkaar. Het zijn trekvogels, en in januari keren ze terug naar hetzelfde nest, dat ze energiek verdedigen. Op Bass Rock bevinden deze van zeewier en gras gemaakte nesten zich dicht bij elkaar, op ongeveer een meter afstand. De vogels geven de voorkeur aan winderige plaatsen, zodat ze verticaal kunnen opstijgen en landen.

Jan-van-genten zijn intrigerend om naar te kijken. Het verticaal omhoogkijken — waarbij ze de nek strekken en de snavel in de lucht laten wijzen — geeft aan dat het dier op de wieken zal gaan. Het buigen — waarbij ze zich met gespreide vleugels naar een andere vogel toekeren — is een waarschuwing dat hij bereid is zijn nest te verdedigen. Paartjes schermen met hun snavels, en het wijfje geeft zich over als het mannetje zachtjes in haar nek bijt. Jan-van-genten brengen één jong per jaar groot, en de ouders broeden om beurten door met hun zwemvoeten over het ei te gaan zitten om het warm te houden.

De volwassen jan-van-gent is wit met opvallende zwarte vleugelpunten. De vleugelspanwijdte kan wel twee meter bedragen. Het jong daarentegen is zwart met witte spikkels. Binnen twaalf weken nadat het jong uit het ei is gekomen, is hij al zwaarder dan zijn ouders. De extra lagen vet die hij heeft opgebouwd, dienen als energiebron voor zijn uiteindelijke trek.

De jonge jan-van-gent begint zijn zelfstandige leventje wanneer hij voor het eerst de zee induikt, waar hij op zijn eentje voortzwemt. Bij die duik, of eigenlijk meer een glijpartij langs de rotswand naar beneden, lopen de meeste jongen echter een gebroken vleugel of poot op, met fatale gevolgen. De vogels die veilig in het water belanden, leren instinctief hoe ze moeten vissen. Uiteindelijk trekken ze naar het zuiden, vaak wel tot West-Afrika, en het kan drie of vier jaar duren voordat ze naar Bass Rock terugkeren.

Het is prachtig te zien hoe de jan-van-genten de zee induiken om te vissen. Ze bereiken snelheden van wel honderd kilometer per uur. Net voordat ze vanaf pakweg dertig meter hoogte het water induiken, worden de vleugels naar achteren gevouwen zodat ze een pijlpunt vormen en worden de neusgaten gesloten. Een beschermend vlies bedekt hun ogen. Tegelijkertijd dienen luchtzakken onder de huid als stootkussen bij de inslag, die zo hard kan zijn dat het water hoog opspat. Vissen worden soms helemaal verdoofd door de inslag.

Onder water gebruiken jan-van-genten hun vleugels en poten als ze achter hun prooi aangaan. Ze eten makreel, sprot, haring en zandaal. Ze kunnen wel zo’n dertig uur aan één stuk door vissen. Van sommige jan-van-genten is bekend dat ze helemaal oostelijk bij de kust van Noorwegen vissen.

Op Bass Rock zijn nog tien andere soorten zeevogels te vinden. Maar ze worden geconfronteerd met de zich almaar uitbreidende jan-van-gentenkolonie, en het is moeilijk voor hen om zich er te handhaven. Vroeger, zo’n zeshonderd jaar geleden, was Bass Rock voor mensen een toevluchtsoord voor gebed en meditatie. Later werden er vestingwerken gebouwd en was het een tijdje een strafkolonie. Hoewel de vuurtoren, die in 1902 werd gebouwd, niet langer bemand is, laat hij nog steeds zijn waarschuwende licht over de riviermonding schijnen.

De tuin van de vuurtorenwachter is al lang door onkruid overwoekerd en is nu het domein van de jan-van-genten. Vanaf de kleine haven van North Berwick worden boottochten rond het eiland georganiseerd die erg in trek zijn en die bezoekers de kans bieden de vogels van dichtbij gade te slaan. Het is een prachtige tocht, tenminste als het weer rustig is.

Maar zelfs tijdens de zwaarste stormen hoeft een bezoek niet op een teleurstelling uit te lopen — dankzij de moderne technologie. Een speciale videopresentatie in het Schotse zeevogelcentrum in North Berwick laat elk aspect van het leven op Bass Rock zien. Dus waar de bezoeker ook voor kiest, hij heeft altijd de mogelijkheid deze opmerkelijke duikers van Bass Rock gade te slaan. Zo’n ervaring is echt iets wat u nooit meer vergeet!

[Voetnoot]

^ ¶3 De Latijnse naam van de jan-van-gent geeft de link met Bass Rock weer. Hij wordt momenteel geclassificeerd als Morus bassanus of Sula bassana.

[Illustratie op blz. 27]

Jan-van-genten kunnen in duikvlucht snelheden van wel 100 kilometer per uur bereiken

[Verantwoording]

© NHPA/Bill Coster

[Illustratieverantwoording op blz. 26]

Two gannets: Stefan Ernst/Naturfoto-Online; background: Jörn Meier/Naturfoto-Online