Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Verbazingwekkende ontdekkingen op de evenaar

Verbazingwekkende ontdekkingen op de evenaar

Verbazingwekkende ontdekkingen op de evenaar

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN ECUADOR

DE EXACTE vorm van de aarde was in 1735 het onderwerp van een vurig debat aan de gerenommeerde Academie van Wetenschappen in Parijs. Aanhangers van de theorieën van Isaac Newton kwamen tot de slotsom dat de aarde een bol was met licht afgeplatte polen. Aanhangers van de denkrichting van Cassini echter zeiden dat de aarde juist aan de evenaar afgeplat was.

Bijgevolg werden er in 1736 twee expedities op uitgestuurd om de kromming van de aarde te meten. De ene ging naar Lapland, richting de noordpool, en de andere naar het huidige Ecuador, naar de evenaar. * Het onderzoek stelde Newtons aanhangers in het gelijk.

In 1936 werd er vlak bij Quito, de hoofdstad van Ecuador, een monument opgericht ter herdenking van de tweehonderdste verjaardag van die Franse missie. Het bevindt zich op de lijn die volgens de achttiende-eeuwse Franse wetenschappers op nul graden geografische breedte lag, oftewel op de evenaar. Tot op de dag van vandaag wordt dit monument, dat het Midden van de Wereld wordt genoemd, door talloze toeristen bezocht. Hier kunnen ze in spreidstand over de evenaar gaan staan en dus op hetzelfde moment in twee halfronden zijn. Of toch niet?

Niet echt. Als gevolg van recente ontdekkingen is de lokatie van de evenaar enigszins gewijzigd. Wonderlijk genoeg hadden de inheemse volken die het gebied bewoonden deze precieze ligging van de evenaar al eeuwen voordat de Franse geleerden arriveerden uiterst nauwkeurig bepaald! Maar hoe dan?

De echte evenaar

In 1997 werden op de top van de berg Catequilla, net iets ten noorden van Quito, de ogenschijnlijk onbelangrijke ruïnes van een halfcirkelvormige muur ontdekt. Met behulp van de satelliettechnologie van het Global Positioning System (GPS) ontdekte de onderzoeker Cristóbal Cobo dat één uiteinde van die muur precies op de evenaar stond. *

Dat het uiteinde samenviel met de echte evenaar, had makkelijk als toeval terzijde geschoven kunnen worden. Maar de lijn die de twee uiteinden van de muur verbindt, vormt een hoek van 23,5 graden met de evenaar. Dat is bijna exact de hoek die de aardas ’uit het lood’ staat! * Bovendien wijst één uiteinde van de verbindingslijn naar de plek waar de zon ten tijde van het solstitium in december opkomt; en het andere uiteinde wijst naar de plek waar de zon ten tijde van het solstitium in juni ondergaat. Maar er volgden nog meer ontdekkingen.

Door middel van metingen met een theodoliet op de top van de Catequilla ontdekten onderzoekers dat de piramiden van Cochasquí uit de pre-Inkatijd op één lijn stonden, en dat die lijn naar de plek wees waar de zon ten tijde van het solstitium in juni opkomt. * Het is veelbetekenend dat Pambamarca, een andere archeologische vindplaats, gelegen is op een lijn die in de richting wijst van de plek waar de zon ten tijde van het solstitium in december opkomt.

Zou het kunnen dat de Catequilla het centrum voor astronomische waarnemingen was? Liet men zich bij het bepalen van de precieze plaatsen waar men zou gaan bouwen, leiden door astronomische berekeningen die vanuit dit centrum waren gemaakt?

Nog meer verbazingwekkende ontdekkingen

Toen er nog meer astronomische lijnen op een kaart werden aangebracht, begon er een figuur te verschijnen: een achtpuntige ster. Deze figuur komt voor op oude aardewerken voorwerpen en werd vaak uitgelegd als een eenvoudige afbeelding van de zon, omdat de vroege bewoners van dit land zonaanbidders waren. Keramische fragmenten die op de Catequilla zijn opgegraven en werden geanalyseerd, bleken bijna duizend jaar oud te zijn. Tot op de dag van vandaag weven de inheemse stammen een achtpuntige ster in hun wandtapijten en kleding, net als hun voorouders blijkbaar deden. Maar hun voorouders hebben misschien wel veel meer aan deze figuur toegeschreven dan wat algemeen wordt gedacht.

Onder leiding van Cobo is een project gestart, het ’Quitsa-to’-project *, dat overtuigende bewijzen verzamelt van de deskundigheid van de vroege bewoners. Als de astronomische sterfiguur op een kaart over de evenaar wordt gelegd met de Catequilla in het midden, blijken meer dan twaalf archeologische vindplaatsen en veel oude steden perfect op de lijnen van de ster te liggen.

Nog verbazingwekkender is dat men de ligging had voorspeld van enkele toen nog niet ontdekte ruïnes. Hoe heeft men dat gedaan? In september 1999 werd in het kader van het ’Quitsa-to’-project geadviseerd in het stadsdeel Altamira van Quito opgravingen te doen op een van de lijnen die vanuit Catequilla uitgaan en deel uitmaken van de sterfiguur. Daar werd een grote dodenstad ontdekt, samen met talrijke aardewerken voorwerpen uit de koloniale, de Inka- en de pre-Inkatijd.

Sommige lijnen van de ster die vanuit Catequilla uitgaan, lopen ook door kerken die in de Spaanse koloniale tijd zijn gebouwd. Cobo legt uit dat in 1570 het bestuur in Lima erop stond dat er „op alle . . . ’guaca’s’ en plaatsen van aanbidding van inheemse volken kerken, kloosters, kapellen en kruisen” werden gebouwd. Waarom deden ze dat?

Deze plaatsen van aanbidding werden door de Spaanse kroon als heidens bezien. Dus werden ze verwoest en werden er katholieke kerken op de oorspronkelijke plek gebouwd. Door kerken op vroegere zonnetempels te bouwen, konden ze inheemse bewoners makkelijker tot het katholicisme bekeren.

De San-Franciscokerk in het oude koloniale gedeelte van Quito ligt op een van de lijnen van de sterfiguur. Hij werd in de zestiende eeuw opgetrokken op een bouwwerk uit de pre-Inkatijd, en wel op zo’n manier dat de stralen van de opkomende zon ten tijde van het solstitium in december door het koepeldak van de kerk op een driehoek boven het altaar schijnen. Terwijl de zon hoger klimt, verplaatst de lichtstraal zich naar beneden en veroorzaakt een schitterende gloed op het gezicht van een beeld dat „God de Vader” heet. Dat effect vindt precies op het moment van het solstitium in december plaats! Ook andere plaatselijke kerken werden zo gebouwd dat er dit soort effecten met zonlicht werden gecreëerd, met als doel de oorspronkelijke bewoners, die zonaanbidders waren, tot het katholicisme te bekeren.

Hoe konden ze erachter komen?

Hoe konden ze in die oude beschaving weten dat de Catequilla het „midden van de wereld” was? Er is maar één plaats waar voorwerpen tijdens de equinox op het midden van de dag geen schaduw hebben, namelijk op de evenaar. Daarom opperen de onderzoekers van het ’Quitsa-to’-project dat de mensen uit de oudheid door een nauwkeurige observatie van schaduwen de ligging van de evenaar hebben bepaald.

Bovendien is de Catequilla een natuurlijk observatorium dat mensen die de zon aanbaden, zeker zouden opmerken. De berg is driehonderd meter hoog en ligt tussen de oostelijke en de westelijke bergketen van het Andesgebergte. Bijgevolg had de op- en ondergang van de zon elke dag duidelijke referentiepunten tegen de spectaculaire achtergrond van de Andes. De oostelijke horizon bijvoorbeeld wordt gedomineerd door de vulkanen Cayambe en Antisana met hun indrukwekkende, ruim vijfduizend meter hoge sneeuwtoppen — opvallende merktekens om de beweging van de zon in de gaten te houden.

De Catequilla biedt ook een onbelemmerd uitzicht van 360 graden op ongeveer twintig oude steden en zo’n vijftig archeologische vindplaatsen, die allemaal zonder optische instrumenten zichtbaar zijn. Bovendien is vanaf de Catequilla zowel de zuidelijke als de noordelijke hemel zichtbaar omdat hij op nul graden geografische breedte ligt. De Catequilla kan dus het echte midden van de wereld worden genoemd, omdat er geen andere plek op de evenaar is die al deze voordelen op een hoogte van ruim drieduizend meter boven zeeniveau te bieden heeft.

Het grootste gedeelte van de evenaar loopt door oceanen of door regenwoud, waar de begroeiing het zicht op de hemel belemmert. Bovendien biedt die begroeiing geen vaste referentiepunten die gebruikt kunnen worden om conclusies te trekken, omdat het gebladerte continu verandert doordat bomen groeien en afsterven. Alleen in Kenia bevinden zich bij de evenaar bergen, maar die hebben niet zoals de Catequilla aan beide zijden bergketens. De Catequilla ligt inderdaad op een ideale plek, die als geen andere geschikt is voor astronomische observatie.

Wie waren zij?

Wie waren die oude astronomen? Onderzoekers van het ’Quitsa-to’-project opperen dat inheemse stammen, zoals de Quitu of Cara de oorspronkelijke bezitters van deze kennis zijn geweest. Maar het project staat nog in de kinderschoenen, en er is nog veel wat men niet weet.

Toch zijn er al enkele fundamentele ideeën van de vroege bewoners duidelijk geworden. Voor het opstellen van kalenders ten behoeve van de landbouw zou het noodzakelijk zijn de schijnbare bewegingen van de zon te begrijpen. Omdat de zon onmisbaar is voor de instandhouding van het leven hoeft het ons niet te verbazen dat de zon werd aanbeden. Bijgevolg werden het observeren van de zon en het maken van astronomische berekeningen verheven van een wereldlijk naar een religieus niveau.

Religieuze ijver was klaarblijkelijk de motivatie om de hemel en zijn lichtgevende hemellichamen uiterst nauwgezet te bestuderen. In de loop der eeuwen hebben hun onderzoeken blijkbaar geresulteerd in een indrukwekkende hoeveelheid astronomische kennis die nu pas wordt geopenbaard door de verbazingwekkende ontdekkingen rond de Catequilla.

[Voetnoten]

^ ¶4 Ecuador is Spaans voor „evenaar”.

^ ¶8 Het bekende monument van het Midden van de Wereld daarentegen staat volgens GPS-metingen zo’n driehonderd meter ten zuiden van de echte evenaar.

^ ¶9 De precieze hoek is 23,45 graden.

^ ¶10 De Inka vielen omstreeks 1470 het gebied binnen dat nu Ecuador heet, en beheersten het een betrekkelijk korte tijd — tot 1532, het jaar waarin de Spaanse koloniale periode begon.

^ ¶14 Quitsa-to komt uit de taal van de Colorado-indianen en betekent „midden van de wereld”. Sommigen zijn van mening dat de naam Quito van deze term is afgeleid.

[Kader/Diagram op blz. 23]

Het solstitium en de equinox

Omdat de aardas 23,5 graden ’uit het lood’ staat, vindt de op- en ondergang van de zon niet elke dag op dezelfde plek plaats. In plaats daarvan verschuift de plek waar de zon opkomt en ook die waar ze ondergaat ten opzichte van de evenaar geleidelijk naar het noorden en terug en dan naar het zuiden en terug. Uiteraard is dit een schijnbare beweging van de zon, omdat het eigenlijk de aarde is die van positie verandert in haar trip van een jaar rond de zon.

Eénmaal per jaar, als de aarde in haar baan om de zon een positie inneemt waarbij de noordpool maximaal naar de zon toegekeerd is, zal de zonsopgang het verst noordelijk plaatsvinden: op 23,5 graden ten noorden van de evenaar. Dit gebeurt rond 21 juni. Als de zuidpool maximaal naar de zon toegekeerd is, vindt de zonsopgang op het verste zuidelijke punt plaats: op 23,5 graden ten zuiden van de evenaar. Dit gebeurt rond 21 december. Deze twee uiterste punten worden de solstitia genoemd. Solstitium betekent „zonnestilstand”.

Halverwege de solstitia staat de zon precies boven de evenaar. Dit verschijnsel staat bekend als een equinox, wat betekent dat de dag en de nacht op heel de aarde even lang duren. Rond 20 maart en 21 september komt de zon precies in het oosten op, volgt twaalf uur lang de evenaar en gaat precies in het westen onder. Ten tijde van een equinox staat de zon om twaalf uur ’s middags loodrecht boven de evenaar en zal geen enkel voorwerp daar een schaduw hebben.

[Diagram]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

Solstitium

20, 21, 22 of 23 december

Equinox

19, 20 of 21 maart

Solstitium

20, 21 of 22 juni

Equinox

21, 22, 23 of 24 september

[Illustratie op blz. 24, 25]

Op de top van de Catequilla bevinden zich oude ruïnes die op de evenaar liggen

[Illustratie op blz. 25]

Veel archeologische vindplaatsen en oude steden liggen precies op de lijnen van de astronomische sterfiguur

[Illustraties op blz. 25]

De achtpuntige ster komt voor op oud aardewerk en in weefsels