Jonge mensen vragen . . .

Wat kan ik doen voor mensen die hulp nodig hebben?

„Als ik klaar ben met school, hoop ik dat ik als elektricien kan werken. Ik wil graag helpen bij het bouwen van Koninkrijkszalen.” — Tristan (14).

„Ik geef twintig dollar voor de nieuwe drukpers. Het is mijn zakgeld, maar ik wil het aan jullie geven.” — Abby (9).

IN EEN tijd waarin sommige mensen er snel bij zijn jongeren egoïstisch te noemen, zijn er heel wat jongeren die net als de hierboven aangehaalde voorbeelden bewijzen dat ze dat juist niet zijn. Onder Jehovah’s Getuigen zijn veel jongeren die hun tijd, energie en geld gebruiken om anderen te helpen (Psalm 110:3). Sta eens stil bij een paar andere voorbeelden.

Kort nadat zijn oma overleden was, kreeg Jirah (7), die in Australië woont, vijftig dollar van zijn grootvader. Wat deed Jirah met het geld? De volgende gemeentevergadering deed hij al het geld in de bijdragenbus. Waarom? „Ik heb genoeg speelgoed, maar ik had maar één oma”, zei Jirah tegen zijn moeder. „Ik weet dat Oma gewild zou hebben dat ik dit geld in de bijdragenbus deed, want ze hield heel veel van Jehovah.”

Hannah (5) uit de Verenigde Staten is dol op paarden. Ze wilde een speelgoedpaard kopen dat 75 dollar kostte. Hannahs ouders probeerden haar te leren dat het goed was om te sparen, en daarom gaven ze haar af en toe geld om in haar spaarvarken te doen. Al snel had Hannah meer dan genoeg geld om het paard te kopen.

Toen kwam de orkaan Katrina, die de Golfkust verwoestte. Hannah maakte zich zorgen over de slachtoffers, dus besloot ze al haar spaargeld, meer dan honderd dollar, te geven om die mensen te helpen. Ze schreef aan het bijkantoor van Jehovah’s Getuigen: „Ik wil dit geld aan jullie geven omdat ik van Jehovah hou  en ik wil helpen.” Ziet Jehovah het als iemand zo vrijgevig is? De bijbel zegt: ’Vergeet niet om goed te doen en elkaar te helpen. Dat zijn de offers die God graag ziet.’ — Hebreeën 13:16, Groot Nieuws Bijbel.

Tiffany, die ook in de VS woont, schreef naar het bijkantoor van Jehovah’s Getuigen nadat Florida in 2004 door twee orkanen was getroffen. „Mijn broertje Timothy en ik willen graag 110 dollar geven”, schreef ze. „Ons huis is niet zo erg beschadigd, maar we hebben gezien wat de orkanen met andere huizen gedaan hebben. We wilden helpen, dus zijn we begonnen te sparen. Timothy kreeg tien dollar omdat hij hielp bij het weghalen van gipsplaten uit een huis, en mij is het gelukt honderd dollar te sparen.” Tiffany is dertien en haar broertje Timothy is pas zeven! Wat gebeurt er als we de belangen van anderen boven die van onszelf stellen? Spreuken 11:25 zegt: „Wie anderen rijkelijk laaft, zal ook zelf rijkelijk gelaafd worden.”

Een groepje jonge Getuigen in de VS in de leeftijd van vier tot vijftien jaar hoorde dat geloofsgenoten in Afrika Koninkrijkszalen nodig hadden. Dus besloten ze iets voor ze te doen. „We gingen koekjes en muffins verkopen en we hebben $106,54 verdiend. We vertelden de mensen dat het geld gebruikt zou worden om in Afrika zalen te bouwen waar mensen meer over de bijbel konden leren. Veel mensen vonden dat een goed idee. We zijn er negen uur mee bezig geweest, maar het was de moeite waard. Het was voor Jehovah!”

 Ook jij kunt helpen

De jongeren in de ervaringen hierboven hebben gemerkt dat het waar is wat Jezus zei: „Het is gelukkiger te geven dan te ontvangen” (Handelingen 20:35). Ook jij kunt daarachter komen. Hoe?

Heb je gehoord van geloofsgenoten die hulp nodig hebben? Is er bijvoorbeeld een natuurramp geweest? Probeer je dan eens voor te stellen hoe het moet zijn om je huis en je spulletjes kwijt te raken en misschien zelfs iemand van wie je houdt te verliezen. De apostel Paulus schreef dat christenen ’niet alleen de belangen van zichzelf in het oog moesten houden, maar ook die van anderen’ (Filippenzen 2:4, GNB). Zelfs als de natuurramp niet bij jou in de buurt gebeurd is, kun je misschien een bijdrage geven voor de hulpverlening die Jehovah’s Getuigen bij zulke rampen geven. *

Er zijn nog meer manieren waarop je mensen kunt helpen. Als je een Getuige van Jehovah bent, kijk dan bijvoorbeeld eens rond in de Koninkrijkszaal. Zijn er ouderen of anderen die hulp kunnen gebruiken? Kun je ze helpen met klusjes? De apostel Paulus schreef aan de Romeinen: „Hebt in broederlijke liefde tedere genegenheid voor elkaar. Neemt de leiding in het betonen van eer aan elkaar” (Romeinen 12:10). Als je ziet dat iemand hulp kan gebruiken, neem dan het initiatief. Wees ook bereid om minder leuke karweitjes te doen. En bedenk dat het dienen van anderen nauw verband houdt met het dienen van God. De bijbel zegt: „Hij die gunst betoont aan de geringe, leent aan Jehovah, en zijn bejegening zal Hij hem vergelden.” — Spreuken 19:17.

De beste manier om anderen te helpen is natuurlijk ze te vertellen wat je uit Gods Woord, de bijbel, hebt geleerd. Jezus zei: „Dit betekent eeuwig leven, dat zij voortdurend kennis in zich opnemen van u, de enige ware God, en van hem die gij hebt uitgezonden, Jezus Christus” (Johannes 17:3). Mensen moeten nu meer dan ooit de levensreddende waarheidsboodschap uit de bijbel horen. Blijf dus geregeld en ijverig prediken, want je kunt er zeker van zijn dat ’je arbeid niet tevergeefs is’. — 1 Korinthiërs 15:58.

[Voetnoot]

OM OVER NA TE DENKEN

▪ Ken je iemand die hulp zou kunnen gebruiken?

▪ Wat kun je doen om te helpen?

[Inzet op blz. 25]

’Vergeet niet om goed te doen en elkaar te helpen. Dat zijn de offers die God graag ziet.’ — Hebreeën 13:16, Groot Nieuws Bijbel

[Kader/Illustraties op blz. 24, 25]

WAAROM MOET JE LEREN GEVEN?

„Doordat ik zag hoe mijn ouders hun tijd en energie gebruikten om Jehovah en hun medemensen te dienen, wilde ik mijn leven ook zo gebruiken. Mijn vader zei tegen me: ’Alles wat je voor Jehovah doet heeft eeuwige waarde, ook al is het nog zo weinig. Jehovah leeft voor eeuwig en hij zal het altijd onthouden. Maar alleen voor jezelf leven is nutteloos. Als je doodgaat, is wat je gedaan hebt ook verdwenen.’” — Kentaro (24), Japan.

„Eerlijk gezegd was oudere mensen bij klusjes helpen wel het laatste wat ik op zaterdagmiddag wilde doen. Ik wilde gewoon plezier maken, samen met m’n vrienden. Maar toen ik tijd ging besteden aan ouderen, vond ik dat eigenlijk heel fijn. Ik leerde ze kennen als mensen net als ik, die eens ook jong zijn geweest. Daardoor werd ik gemotiveerd om ze te helpen.” — John (27), Engeland.

„Toen ik jonger was, hielp ik bij het schoonmaken van de Koninkrijkszaal en bij veel andere dingen. Ik vond het ook fijn om klusjes te doen voor anderen in de gemeente. Als je iemand helpt, zie je hoe blij ze daarmee zijn. Ik heb bijvoorbeeld samen met anderen behangen in de flat van een oudere zuster. En blij dat ze was! Als je iemand gelukkig maakt, word je zelf ook gelukkig.” — Hermann (23), Frankrijk.

[Illustratie op blz. 24]

Veel jongeren geven geld om slachtoffers van rampen te helpen