Het leven dat hij mogelijk maakt
Het leven dat hij mogelijk maakt
„ZIE! Een koning zal regeren voor louter rechtvaardigheid.” Inspirerende beloften zoals deze over de Koninkrijksregering van Jezus komen vaak in de bijbel voor. Een andere belofte van die strekking is: „Hij zal de arme die om hulp schreeuwt, bevrijden, ook de ellendige en al wie geen helper heeft. Hij zal deernis hebben met de geringe en de arme, en de zielen van de armen zal hij redden. . . . Hun bloed zal kostbaar zijn in zijn ogen.” — Jesaja 32:1; Psalm 72:12-14.
Kan iemand ontkennen dat mensen overal op aarde zo’n rechtvaardige regering nodig hebben? Jezus spoorde zijn volgelingen aan om Gods koninkrijk goed in gedachte te houden. Hij leerde hun bidden: „Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, zo ook op aarde.” — Mattheüs 6:9, 10.
Bewijzen dat Gods koninkrijk nabij is
Hoe weten we wanneer dat koninkrijk in antwoord op dat gebed komt? Jezus’ volgelingen wilden dat graag weten en vroegen daarom: „Wat zal het teken zijn van uw tegenwoordigheid [als regerende Koning] en van het besluit van het samenstel van dingen?” Jezus antwoordde: „Natie zal tegen natie opstaan . . ., en er zullen in de ene plaats na de andere voedseltekorten en aardbevingen zijn. Al deze dingen zijn een begin van weeën der benauwdheid.” Hij waarschuwde ook: „Wegens het toenemen der wetteloosheid zal de liefde van de meesten verkoelen.” — Mattheüs 24:3-12.
Een andere bijbelprofetie zegt „dat er in de laatste dagen kritieke tijden zullen aanbreken, die moeilijk zijn door te komen. Want de mensen zullen zichzelf liefhebben, het geld liefhebben, zullen aanmatigend zijn, hoogmoedig, lasteraars, ongehoorzaam aan ouders, ondankbaar, deloyaal, zonder natuurlijke genegenheid, niet ontvankelijk voor enige overeenkomst, kwaadsprekers, zonder zelfbeheersing, heftig, zonder liefde voor het goede, verraders, onbezonnen, opgeblazen van trots, met meer liefde voor genoegens dan liefde voor God, die een vorm van godvruchtige toewijding hebben, maar de kracht ervan niet blijken te bezitten.” — 2 Timotheüs 3:1-5.
U bent het er vast mee eens dat deze beschrijving van „de laatste dagen” precies overeenkomt met de tijd waarin wij leven. Er zijn veel bewijzen dat het nu de tijd is voor de vervulling van de volgende bijbelprofetie: „De God des hemels [zal] een koninkrijk oprichten dat nooit te gronde zal worden gericht. En het koninkrijk zelf zal aan geen ander volk worden overgedragen. Het zal al deze koninkrijken verbrijzelen en er een eind aan maken, en zelf zal het tot onbepaalde tijden blijven bestaan.” — Daniël 2:44.
De Koninkrijksregering onder leiding van de „Vredevorst” zal alles verwijderen dat inbreuk zou kunnen maken op de vrede van degenen die het einde van deze wereld overleven (Jesaja 9:6). Een bijbelprofetie belooft: ’De wereld gaat voorbij en ook haar begeerte, maar wie de wil van God doet, blijft in eeuwigheid’ (1 Johannes 2:17). Als deze wereld aan haar eind komt, zullen mensen die Gods wil doen, gaan genieten van wat de menselijke familie verloor toen onze eerste ouders, Adam en Eva, tegen God in opstand kwamen.
Het leven dat ons te wachten staat
Jezus zei: ’In de herschepping neemt de Zoon des mensen plaats op zijn glorierijke troon’ (Mattheüs 19:28). Wat is deze herschepping? Een andere vertaling gebruikt de uitdrukking ’de tijd dat alles vernieuwd wordt’ (De Nieuwe Bijbelvertaling). Een parallel bijbelverslag spreekt over „het komende samenstel van dingen” (Lukas 18:30). Dan zal Jezus de autoriteit die hij als de Vredevorst van God heeft gekregen, gebruiken om allen die geloof oefenen in zijn loskoopoffer, eeuwig leven te geven. — Johannes 5:21.
In Gods nieuwe samenstel zullen mensen genieten van het soort leven dat God Adam en Eva gaf toen hij hen in het paradijs op aarde plaatste. We hebben gezien dat God hun de opdracht gaf kinderen te krijgen, ’de aarde te vullen en te onderwerpen’. Hun taak was het paradijs van Eden tot de hele aarde uit te breiden (Genesis 1:28). Zo zal in de herschepping de aarde gevuld worden met overlevenden van het einde van deze wereld, hun kinderen, en mensen die gestorven waren maar een opstanding hebben gekregen. Hun taak zal zijn de aarde in een paradijs te veranderen, in overeenstemming met Gods oorspronkelijke voornemen.
Sta eens stil bij enkele zegeningen waarvan mensen volgens de bijbel in die nieuwe, rechtvaardige wereld zullen genieten. — 2 Petrus 3:13.
Johannes 17:3). Wij hopen dat u bij degenen zult horen die nederig naar deze levengevende kennis zoeken.
De beloften die op deze bladzijden staan afgebeeld lijken misschien te mooi om waar te zijn, maar in het „komende samenstel van dingen” zullen ze echt gerealiseerd worden. Jezus beschreef in een gebed tot God wat mensen moeten doen om deze zegeningen te ontvangen: „Dit betekent eeuwig leven, dat zij voortdurend kennis in zich opnemen van u, de enige ware God, en van hem die gij hebt uitgezonden, Jezus Christus” ([Inzet op blz. 7]
„Zijn naam zal worden genoemd: . . . Vredevorst. Aan de overvloed van de vorstelijke heerschappij en aan vrede zal geen einde zijn.” — Jesaja 9:6, 7
[Illustraties op blz. 8, 9]
Woningen en werk voor iedereen
„Zij zullen stellig huizen bouwen en bewonen . . . Zij zullen niet planten en iemand anders ervan eten.” — Jesaja 65:21, 22.
Voldoende voedsel voor iedereen
„De aarde zelf zal stellig haar opbrengst geven.” „Er zal volop koren op aarde blijken te zijn.” — Psalm 67:6; 72:16.
Ook dieren zullen overal in vrede leven
„De wolf zal werkelijk een poosje bij het mannetjeslam vertoeven, en bij het bokje zal de luipaard zelf zich neerleggen, . . . en een kleine jongen nog maar zal leider over ze zijn.” — Jesaja 11:6.
Geen oorlog meer, vrede voor altijd
„Natie zal tegen natie geen zwaard opheffen, ook zullen zij de oorlog niet meer leren.” „Aan de overvloed van de vorstelijke heerschappij en aan vrede zal geen einde zijn.” — Jesaja 2:4; 9:7.
Overleden geliefden krijgen een opstanding
„Het uur komt waarin allen die in de herinneringsgraven zijn, zijn [Jezus’] stem zullen horen en te voorschijn zullen komen.” — Johannes 5:28, 29.
Geen ziekte en dood meer
„Geen inwoner zal zeggen: ’Ik ben ziek.’” „De dood zal niet meer zijn . . . De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” — Jesaja 33:24; Openbaring 21:3, 4.