Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Het lieveheersbeestje — Vriend van de tuinder

Het lieveheersbeestje — Vriend van de tuinder

Het lieveheersbeestje — Vriend van de tuinder

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN GROOT-BRITTANNIË

DIT kleine, kleurrijke kevertje heeft veel namen. * In sommige delen van Nederland wordt hij kapoentje of oliebeestje genoemd en in België ook wel hemelbeestje of pieternel. Hoewel kevers meestal niet zo geliefd zijn, vindt men lieveheersbeestjes over het algemeen heel schattig. Kinderen zijn erdoor gefascineerd, en tuinders en boeren ontvangen ze met open armen. Wat maakt ze zo geliefd?

Waarom geliefd

De meeste soorten van dit vriendelijke kevertje zijn dol op bladluizen, kleine insecten die het sap uit land- en tuinbouwgewassen zuigen (zie links). Sommige volwassen lieveheersbeestjes eten tijdens hun leven wel enkele duizenden bladluizen — en ook de larven van deze kevertjes eten behoorlijk wat weg. Bovendien voedt het kevertje zich met nog heel wat ander klein ongedierte, en sommige houden zelfs van de voor planten schadelijke meeldauwschimmel. Geen wonder dat tuinders en boeren blij zijn met het lieveheersbeestje!

Eind negentiende eeuw werd de Australische schildluis per ongeluk Californië binnengebracht. Het schadelijke diertje vermenigvuldigde zich zo snel dat alle citrusboomgaarden verloren dreigden te gaan en de sector in gevaar kwam. Omdat deze schildluis in zijn thuisland geen bedreiging voor gewassen vormde, ging een insectenkenner naar Australië op zoek naar de natuurlijke vijand ervan. Hij ontdekte dat het de Rhodalia cardinalis was, een lieveheersbeestje. Zo’n vijfhonderd van deze kevertjes werden naar Californië verscheept, en binnen een jaar was de schildluis zogoed als uitgeschakeld. De citrusboomgaarden waren gered.

De levenscyclus van een lieveheersbeestje

Dit aantrekkelijke kevertje heeft een rond of ovaal, halfbolvormig lijf en een platte onderkant. Ondanks hun enorme eetlust zijn de meeste soorten nog geen centimeter groot. Het harde, glimmende dekschild, dat de delicate vleugels eronder beschermt, geeft de kever zijn kleurrijke patroon. Als hij gaat vliegen, opent het dekschild zich en maakt plaats voor de vleugels. Hoewel lieveheersbeestjes vaak afgebeeld worden als rood met zwarte stippen, variëren de ongeveer vijfduizend soorten in kleur en aantal stippen. Sommige zijn oranje of geel met zwarte stippen. Andere zijn zwart met rode stippen. Enkele soorten hebben helemaal geen stippen. En weer andere hebben een ruit- of streeppatroon.

Veel soorten hebben een levensduur van een jaar. Volwassen lieveheersbeestjes houden een winterslaap op een droge, beschutte plaats. Als het wat warmer wordt, worden ze wakker en vliegen ze uit op zoek naar planten die vergeven zijn van de bladluizen. Het vrouwtje legt na het paren een hoopje piepkleine gele eitjes (zie rechts) onder een blad vlak bij een luizenkolonie. Uit elk ei komt een zespotige larve die eigenlijk meer op een meedogenloos krokodilletje lijkt (zie linksonder) dan op een lieveheersbeestje in spe. Omdat de larve al zijn tijd doorbrengt met het eten van bladluizen, wordt hij al snel te groot voor zijn huid. Na meerdere vervellingen hecht hij zich aan een plant vast en verpopt zich. Hij blijft groeien en komt uiteindelijk als volwassen kever tevoorschijn. Omdat hij in het begin nog zacht en bleek is, blijft hij op de plant zitten totdat zijn lijf harder geworden is. Binnen een dag wordt zijn kenmerkende patroon zichtbaar.

Vijanden leren uit ondervinding om deze kleurrijke kever uit de weg te gaan. Als hij bedreigd wordt, spuit hij via zijn gewrichten een gele, stinkende en vreselijk smakende vloeistof naar buiten. Roofvijanden, zoals vogels en spinnen, vergeten hun eerste onaangename ontmoeting nooit, en de felle kleuren van het lieveheersbeestje zijn een voortdurende herinnering eraan.

Een lastige soort

Eén soort die aanvankelijk gebruikt werd om plagen te bestrijden, blijkt nu zelf enigszins een plaag te zijn. Het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje leeft in zijn natuurlijke woongebied in Noordoost-Azië gelukkig samen met andere soorten lieveheersbeestjes. Wegens zijn uitzonderlijk grote trek in bladluizen en andere voor planten schadelijke diertjes, werd hij onlangs in Noord-Amerika en Europa ingevoerd. Helaas vormt hij een bedreiging voor inheemse lieveheersbeestjes omdat hij al hun voedsel opeet. En als zijn lievelingseten op is — en zonder zijn natuurlijke vijanden die hem in toom kunnen houden — begint hij plaatselijke lieveheersbeestjes en andere nuttige insecten te verorberen. Insectenkenners maken zich grote zorgen over de toekomst omdat ze verwachten dat sommige soorten lieveheersbeestjes zullen uitsterven. Het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje maakt zich ook impopulair door zich gulzig te storten op fruit dat rijp is om geoogst te worden en door in de herfst met enorme aantallen huizen binnen te dringen om aan de winterkou te ontsnappen.

Enkele andere soorten lieveheersbeestjes eten waardevolle gewassen in plaats van schadelijke insecten. Maar gelukkig zijn tuinders heel blij met de overgrote meerderheid van deze kevertjes.

Houd het lieveheersbeestje te vriend

Hoe kunt u lieveheersbeestjes in uw tuin aantrekken? Met inheemse bloeiende planten voorziet u in een aanlokkelijke bron van pollen en nectar. Ook wat onkruid en een ondiepe schaal met water is uitnodigend. Gebruik als het kan geen chemische bestrijdingsmiddelen. Wat dode bladeren die in de winter nog aan planten hangen of op de grond liggen vormen behaaglijke plekjes om te overwinteren. Probeer te voorkomen dat u beestjes of eieren in uw tuin platdrukt. U zou weleens de volgende generatie lieveheersbeestjes kunnen vermoorden.

Vergeet niet dat slechts een paar van deze aantrekkelijke kevertjes al voldoende zijn om het ongedierte in uw tuin binnen de perken te houden zonder dat u schadelijke bestrijdingsmiddelen hoeft te gebruiken. Als u goed voor lieveheersbeestjes zorgt, zult u daarvoor beloond worden. Ze zijn een van de vele voorbeelden van de wijsheid van onze Schepper, zoals de psalmist erkende toen hij zei: „Hoe talrijk zijn uw werken, o Jehovah! Gij hebt ze alle in wijsheid gemaakt. De aarde is vol van uw voortbrengselen.” — Psalm 104:24.

[Voetnoot]

^ ¶3 De naam lieveheersbeestje komt van de Germaanse naam Freyafugle (vogel van de godin Freya), die werd verchristelijkt tot onzelievevrouwebeestje of lieveheersbeestje.

[Illustratieverantwoording op blz. 16]

Top: © Waldhäusl/Schauhuber/Naturfoto-Online; left two: Scott Bauer/Agricultural Research Service, USDA; middle: Clemson University - USDA Cooperative Extension Slide Series, www.insectimages.org; eggs: Bradley Higbee, Paramount Farming, www.insectimages.org

[Illustratieverantwoording op blz. 17]

Left: Jerry A. Payne, USDA Agricultural Research Service, www.insectimages.org; 2nd from left: Whitney Cranshaw, Colorado State University, www.insectimages.org; 3rd from left: Louis Tedders, USDA Agricultural Research Service, www.insectimages.org; 4th from left: Russ Ottens, The University of Georgia, www.insectimages.org; ladybirds on a leaf: Scott Bauer/Agricultural Research Service, USDA