Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Van Egypte naar steden over de hele wereld

Van Egypte naar steden over de hele wereld

Van Egypte naar steden over de hele wereld

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN ITALIË

„ZE ZIJN uit hun land van oorsprong ’weggereisd’ en zijn tastbare symbolen geworden van de machtige beschaving die ze heeft voortgebracht”, zegt het Italiaanse tijdschrift Archeo. De meeste hebben Egypte lang geleden verlaten en zijn naar plaatsen als Istanbul, Londen, Parijs, Rome en New York gebracht. Het valt bezoekers van Rome misschien op dat veel van de bekendste pleinen van de stad erdoor verfraaid worden. Waar hebben we het over? Obelisken!

Een obelisk is een spits toelopende, vierzijdige stenen zuil met een piramidevormige punt. De oudste werd zo’n vierduizend jaar geleden gemaakt. Zelfs de meest recente dateert al van tweeduizend jaar terug.

Obelisken, die over het algemeen van rood graniet zijn, werden door de oude Egyptenaren als een monoliet uitgehouwen en werden opgericht voor grafmonumenten en tempels. Sommige zijn echt gigantisch. De hoogste obelisk die nog overeind staat, bevindt zich op een plein in Rome en is 32 meter hoog en weegt zo’n 455 ton. De meeste zijn versierd met hiërogliefen.

Het doel van deze monumenten was de zonnegod Ra te eren. Ze werden opgericht om hem te danken voor zijn bescherming en voor de overwinningen van Egyptische regeerders en om hem om gunsten te vragen. Sommigen denken dat hun vorm is afgeleid van die van een piramide. Ze stellen zonnestralen voor die de aarde opwarmen en verlichten.

Daarnaast werden obelisken gebruikt om de farao’s te verheerlijken. Inscripties beschrijven heel wat Egyptische regeerders als „bemind door Ra” of „mooi . . . als Atoem”, de god van de avondzon. Op één obelisk staat over de militaire bekwaamheid van een farao: „Zijn macht is als die van Month [oorlogsgod], de stier die andere landen vertrapt en rebellen doodt.”

De eerste obelisken werden opgericht in de Egyptische stad Joenoe (het Bijbelse On). Men neemt aan dat die naam „Zuilenstad” betekent, misschien wegens de obelisken. De Grieken noemden de stad Heliopolis, wat „Zonnestad” of „Stad van de zon” betekent, omdat ze het belangrijkste centrum van de Egyptische zonaanbidding was. De Griekse naam Heliopolis komt overeen met de Hebreeuwse naam Beth-Semes, wat „Huis van de Zon” betekent.

Het Bijbelse profetische boek Jeremia spreekt over het breken van „de zuilen van Beth-Semes, dat in het land Egypte ligt”. Hiermee kan gedoeld worden op de obelisken van Heliopolis. God veroordeelde de afgodische aanbidding waar ze voor stonden. — Jeremia 43:10-13.

Uithouwen en vervoeren

Hoe obelisken werden gemaakt, wordt duidelijk als we de grootste obelisk bekijken. Deze ligt aan zijn lot overgelaten in de buurt van Aswan (Egypte), waar hij uitgehouwen werd. Na een veelbelovende rotslaag te hebben uitgekozen en die egaal gemaakt te hebben, maakten de steenhouwers sleuven rond wat de obelisk zou worden. Ze groeven openingen eronder en staken daar balken in, totdat de onderkant vrij was. De monoliet, die ongeveer 1170 ton woog en zwaarder was dan elk ander blok steen dat door de oude Egyptenaren uitgehakt is, had daarna naar de Nijl gesleept moeten worden en per schip naar zijn bestemming vervoerd moeten worden.

Maar de obelisk van Aswan werd uiteindelijk achtergelaten toen de houwers beseften dat er onherstelbare barsten in zaten. Als ze hem hadden afgemaakt, zou hij 42 meter hoog zijn geweest, met een basis van vier bij vier meter. Hoe obelisken rechtop werden gezet, is nog steeds niet bekend.

Van Egypte naar Rome

In het jaar 30 voor onze jaartelling werd Egypte een Romeinse provincie. Verscheidene Romeinse keizers wilden hun hoofdstad verfraaien met prestigieuze monumenten, dus werden er wel vijftig obelisken naar Rome overgebracht. Dat betekende dat er speciaal daarvoor gigantische schepen moesten worden ontworpen. Eenmaal in Rome bleven de obelisken nauw verbonden met zonaanbidding.

Toen het Romeinse Rijk viel, werd Rome geplunderd. De meeste obelisken werden neergehaald en bleven vergeten liggen. Maar verschillende pausen gingen er iets in zien om de obelisken uit de ruïnes van de oude stad weer op te richten. De rooms-katholieke kerk heeft erkend dat de obelisken „door een Egyptische koning aan de zon opgedragen” waren en dat ze ooit „een ijdele luister gaven aan onterende heidense tempels”.

De wederoprichting van de eerste obelisken tijdens het pontificaat van paus Sixtus V (1585-1590) ging gepaard met bezweringsformules en zegeningen, en met het sprenkelen van wijwater en het branden van wierook. „Ik exorciseer u,” zong een bisschop vóór de Vaticaanse obelisk, „opdat gij het heilige Kruis kunt dragen en verstoken kunt blijven van alle heidense verontreiniging en alle aanvallen van geestelijk kwaad.”

Wanneer een toerist de obelisken bekijkt die nu in Rome staan, kan hij zijn gedachten laten gaan over de genialiteit die nodig is geweest om ze uit te houwen, te vervoeren en rechtop te zetten. Hij kan zich er ook over verbazen dat monumenten die voor de zonaanbidding werden gebruikt, de stad van de pausen verfraaien — inderdaad een vreemde combinatie!

[Illustratie op blz. 15]

Luxor (Egypte)

[Illustratie op blz. 15]

Rome

[Illustratie op blz. 15]

New York

[Illustratie op blz. 15]

Parijs