Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Waarom word ik altijd met anderen vergeleken?

Waarom word ik altijd met anderen vergeleken?

Jonge mensen vragen . . .

Waarom word ik altijd met anderen vergeleken?

„Ik vind het verschrikkelijk als mijn ouders of leraren me met anderen vergelijken.” — Mia. *

„Als ik met anderen vergeleken word, krijg ik het gevoel dat ik niet goed genoeg ben, want ik wou toch al dat ik meer leek op degene met wie ik vergeleken word.” — April.

OP SCHOOL krijg je op je kop van de leraar omdat je niet zo goed bent in wiskunde als een klasgenoot. Thuis krijg je een standje van een van je ouders omdat je niet zo netjes bent als je zus. Iemand zegt: „Je moeder zag er zo leuk uit toen ze zo oud was als jij!” Dat doet zeer, want je vraagt je nu af of ze je lelijk vinden. Je wilt wel uitroepen: Waarom ziet niemand mij? Waarom word ik altijd met iemand anders vergeleken?

Waarom is het zo vervelend om met iemand anders vergeleken te worden? Kan er ook iets goeds uit komen? Hoe moet je ermee omgaan als mensen je met anderen vergelijken?

Waarom is het zo vervelend?

Eén reden waarom vergelijkingen pijn kunnen doen, is dat ze soms een gevoelige snaar raken. Wat mensen hardop zeggen is misschien wat je zelf al vaak denkt. Becky geeft bijvoorbeeld toe: „Ik keek vaak naar de populaire kinderen op school en dacht dan: als ik meer op die kinderen leek, zouden meer mensen me aardig vinden.”

Waar komen die gevoelens van onzekerheid vandaan? Sta er eens bij stil wat er lichamelijk, emotioneel en mentaal allemaal met je gebeurt. Je lichaam is misschien heel snel aan het veranderen. Je relatie met je ouders wordt ingewikkelder. Je denkt nu waarschijnlijk heel anders over het andere geslacht. Dus vraag je je misschien af of het wel normaal is zoals jij je ontwikkelt.

Misschien heb je het gevoel dat je daar alleen achter kunt komen door jezelf met andere jongeren te vergelijken die hetzelfde meemaken. Maar daarmee kun je de mist ingaan! Als het erop lijkt dat het met hen beter gaat dan met jou, ga je je onzeker voelen. Als volwassenen dan vragen: ’Waarom lijk je niet meer op die-en-die?’ krijg je misschien het gevoel dat je ergste nachtmerrie uitkomt — je bent abnormaal!

April noemt nog een reden waarom vergelijkingen pijn kunnen doen: „Als mensen je met iemand anders vergelijken, vooral met een vriendin of familielid, kun je jaloers en boos worden.” Mia herkent die gevoelens. Haar ouders en leraren lijken haar constant met haar oudere zus te vergelijken. „Ze vertellen me steeds wat zij allemaal al deed toen ze zo oud was als ik.” Het effect? „Ik heb het gevoel dat ik moet concurreren met mijn zus. Soms heb ik zelfs een hekel aan haar.”

Vergelijkingen kunnen inderdaad vervelende gevolgen hebben. Sta er eens bij stil wat er met Jezus’ beste vrienden gebeurde. Op de laatste avond voor Jezus’ dood hadden de apostelen „een heftig twistgesprek”. Waarom? Ze vergeleken zich met elkaar en maakten ruzie over de vraag „wie van hen de grootste scheen te zijn” (Lukas 22:24). Het is zeker zo dat sommige soorten vergelijkingen schadelijk kunnen zijn. Maar is het altijd verkeerd als je met iemand anders vergeleken wordt?

De voordelen van vergelijkingen

In de Bijbel staat het voorbeeld van de jonge Daniël en zijn drie Hebreeuwse vrienden. Deze jongeren wilden niet eten van de delicatessen van de Babylonische koning die bij Gods wet verboden waren (Leviticus 11:4-8). Om hun bewaker zover te krijgen dat hij hen hielp, stelde Daniël een test voor. Na tien dagen eten gegeten te hebben dat onder Gods wet niet verboden was, zou de bewaker de Hebreeuwse jongeren vergelijken met de andere jongeren aan het hof. Wat was het resultaat?

De Bijbel zegt: „Na verloop van tien dagen zag hun gelaat er beter en voller van vlees uit dan dat van al de kinderen die de lekkernijen van de koning aten” (Daniël 1:6-16). De goede afloop was er niet aan te danken dat Daniël en zijn vrienden van nature op de een of andere manier beter waren dan de andere kinderen. Het kwam voornamelijk doordat de Hebreeuwse jongeren ervoor kozen de wetten te gehoorzamen die God zijn volk gegeven had.

Is jouw situatie te vergelijken met die van de jonge Hebreeën? Als je je aan de morele maatstaven van de Bijbel houdt, val je op als anders. Sommige mensen die deze verschillen zien, begrijpen het misschien niet en ’gaan schimpend over je spreken’ (1 Petrus 4:3, 4). Maar anderen zullen de resultaten van je goede gedrag zien en misschien willen ze daardoor zelfs meer over Jehovah weten (1 Petrus 2:12). In zo’n geval kan het goed zijn met anderen vergeleken te worden.

Met anderen vergeleken worden kan ook in andere opzichten nuttig zijn. Jij vindt misschien dat je genoeg meehelpt met klusjes in en om het huis — als je jezelf tenminste met je broer of zus vergelijkt. Maar misschien denken je ouders daar heel anders over. Om je te corrigeren, gebruiken ze misschien een Bijbels voorbeeld en vragen ze je je houding en daden te vergelijken met die van een Bijbelse figuur.

Ze kunnen je er bijvoorbeeld aan herinneren dat Jezus, terwijl hij toch Heer en Leraar werd genoemd, bereidwillig de voeten van zijn discipelen waste (Johannes 13:12-15). Vervolgens moedigen ze je misschien aan Jezus’ houding na te volgen door nederig te zijn en hard te werken. Het is zelfs zo dat de Bijbel alle christenen, jong en oud, aanmoedigt zichzelf voortdurend met Christus te vergelijken en te proberen ’nauwkeurig in zijn voetstappen te treden’ (1 Petrus 2:21). Zulke vergelijkingen houden ons nederig en helpen ons een persoonlijkheid te ontwikkelen waar Jehovah blij mee is.

Omgaan met negatieve vergelijkingen

Het kan irritant en ontmoedigend zijn als je vergeleken wordt met een broer of zus of met een leeftijdgenoot en die vergelijking niet zo goed voor je uitpakt. Hoe ga je daarmee om? „Het inzicht van een mens vertraagt stellig zijn toorn”, zei de wijze koning Salomo (Spreuken 19:11). Hoe kan inzicht je helpen? Hoewel je dat misschien niet zou denken, bedoelt degene die de vergelijking trekt, zoals je vader of moeder of de leraar, het waarschijnlijk goed. Cathy zegt: „Als iemand me met een ander vergelijkt, vraag ik me af hoe hij of zij me probeert te helpen.” Ze heeft gemerkt dat zo’n positieve benadering ervoor zorgt dat ze niet zo snel in de put raakt of zich ergert.

En als je nu het gevoel hebt dat je constant met anderen vergeleken wordt? Het kan bijvoorbeeld zijn dat een van je ouders je altijd op een negatieve manier vergelijkt met een broer of zus. Dan kun je je vader of moeder daarover aanspreken en respectvol vertellen hoe jij je daardoor voelt. Misschien weet hij of zij niet welke uitwerking die vergelijkingen op je hebben.

Bedenk wel dat er ’een tijd is om te spreken’ maar ook ’een tijd om je stil te houden’ (Prediker 3:7). De volgende keer dat je met een ander vergeleken wordt, moet je niet ontploffen maar wachten tot je afgekoeld bent en dan met je vader of moeder gaan praten of met degene die de ongunstige vergelijking maakte. Als je dat doet, zal wat je zegt veel meer indruk maken. — Spreuken 16:23.

Negatieve vergelijkingen doen vaak minder pijn als je je bewust bent van je goede punten. De apostel Paulus zei tegen Timotheüs: „Laat niemand ooit neerzien op uw jeugd” (1 Timotheüs 4:12). Timotheüs was nog vrij jong toen hij als christelijke opziener werd aangesteld. Het kan dus zijn dat Timotheüs ongunstig vergeleken werd met mannen die ouder waren en meer ervaring hadden. Maar zulke negatieve vergelijkingen zouden onterecht zijn. Timotheüs was nog jong, maar hij had veel ervaring opgedaan tijdens zijn reizen met Paulus. Timotheüs wist hoe hij Gods Woord doeltreffend kon gebruiken. En hij zorgde heel goed voor zijn broeders en zusters. — 1 Korinthiërs 4:17; Filippenzen 2:19, 20.

De volgende keer dat iemand je ongunstig met een ander vergelijkt, vraag je dan af: is die kritiek terecht? Als er een kern van waarheid in zat, probeer er dan van te leren. Maar als het een algemene opmerking is, zoals ’Waarom lijk je niet wat meer op je broer?’, probeer de opmerking dan in het goede perspectief te zien. Probeer er een positieve draai aan te geven.

Jehovah God bepaalt je waarde niet door je te vergelijken met een ander onvolmaakt mens (Galaten 6:4). Hij kijkt verder dan het uiterlijk en begrijpt wat voor iemand je vanbinnen bent (1 Samuël 16:7). Jehovah ziet niet alleen wie je bent maar ook wat je probeert te worden (Hebreeën 4:12, 13). Hij vergeeft je fouten en kijkt naar je goede kanten (Psalm 130:3, 4). Dat in je achterhoofd houden kan een hulp zijn als je met anderen vergeleken wordt.

[Voetnoot]

^ ¶3 De namen zijn veranderd.

OM OVER NA TE DENKEN

▪ Wat voor vergelijkingen irriteren je?

▪ Als je ouders je constant met anderen vergelijken, hoe ga je daar dan mee om?

[Inzet op blz. 12]

„Als iemand me raad geeft, wil ik het liefst dat ze niet zeggen ’Je zou meer als die-en-die moeten zijn’, maar dat ze eerst mijn goede punten noemen en me dan op een vriendelijke manier helpen in te zien waar ik aan moet werken.” — Natalie

[Illustratie op blz. 13]

Je kunt respectvol vertellen hoe je je voelt als je met anderen vergeleken wordt