Besloten om geestelijk rijk te worden
Besloten om geestelijk rijk te worden
OM MATERIEEL rijk te worden moet u heel gericht inspanningen doen en offers brengen. Dat geldt ook voor geestelijk rijk worden, zoals blijkt uit Jezus’ woorden: ’Vergaar u schatten in de hemel’ (Mattheüs 6:20). Geestelijke rijkdom komt niet vanzelf. Het hebben van een geloof op zich maakt iemand net zomin geestelijk rijk als het hebben van een bankrekening hem letterlijk rijk maakt. Een nauwe band met God opbouwen, zich tot een geestelijk persoon ontwikkelen en rijk worden in geestelijke eigenschappen vraagt vastberadenheid, tijd, gerichte inspanningen en offers. — Spreuken 2:1-6.
Kunt u allebei hebben?
Kan iemand niet én geestelijk rijk zijn én veel materiële zaken hebben? Misschien wel, maar u kunt slechts één van beide succesvol nastreven. Jezus zei: „Gij kunt niet God en de Rijkdom als slaaf dienen” (Mattheüs 6:24b). Waarom niet? Omdat het nastreven van geestelijke rijkdom en materiële rijkdom een conflict oplevert. Ze gaan niet samen. Voordat Jezus zijn discipelen aanspoorde geestelijke rijkdom te vergaren, zei hij dus: „Vergaart u niet langer schatten op de aarde.” — Mattheüs 6:19.
Als iemand Jezus’ raad negeert en zowel geestelijke als materiële rijkdom probeert na te streven, wat gebeurt er dan? Jezus zei: „Niemand kan twee meesters als slaaf dienen, want hij zal óf de een haten en de ander liefhebben, óf zich aan de een hechten en de ander verachten” (Mattheüs 6:24a). Als iemand beide nastreeft, kunnen geestelijke zaken, zelfs als die uit plichtsbesef worden gedaan, een last worden die altijd in de weg lijkt te staan. In plaats van op God te vertrouwen, kan iemand geld en bezittingen zelfs gaan zien als de belangrijkste remedie tegen de zorgen van het leven. Het is zoals Jezus zei: „Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.” — Mattheüs 6:21.
Elke christen doet er verstandig aan serieus over die Bijbelse raad na te denken voordat hij besluit waar hij zijn tijd, aandacht en hart aan zal geven. Het feit dat God geen specifieke grenzen stelt aan wat een christen kan bezitten, betekent niet dat iemand Zijn waarschuwingen tegen hebzucht ongestraft kan negeren (1 Korinthiërs 6:9, 10). Degenen die de Bijbelse raad negeren en besloten zijn om rijk te worden, zullen geestelijke, mentale en emotionele problemen ondervinden, zoals we hebben gezien (Galaten 6:7). In contrast hiermee zei Jezus dat degenen die zich bewust zijn van hun geestelijke nood, gelukkig zullen zijn (Mattheüs 5:3). Onze Schepper en zijn Zoon weten uiteraard wat het beste voor ons geluk en ons welzijn is! — Jesaja 48:17, 18.
Een keus waar u geen spijt van krijgt
Waarvoor kiest u, voor God of voor de rijkdom? Het is duidelijk dat we enige aandacht moeten besteden aan onze materiële behoeften. De apostel Paulus schreef in zijn eerste brief aan Timotheüs: „Indien iemand niet voor de zijnen zorgt, en in het bijzonder voor hen die leden van zijn huisgezin zijn, dan heeft hij het geloof verloochend en is erger dan een ongelovige.” Paulus moedigde christenen ook aan hun hoop niet op geld te vestigen maar op God, en „rijk te zijn in voortreffelijke werken” (1 Timotheüs 5:8; 6:17, 18). Waarop zult u zich richten? Wat zult u nastreven? De belangrijkste „voortreffelijke werken” waar Paulus over sprak, zijn de prediking en het maken van discipelen waartoe Jezus opdracht gaf (Mattheüs 28:19, 20). Als christenen hun leven vereenvoudigen, niet alleen om het rustiger aan te doen en van het leven te genieten, maar om een groter aandeel aan dit belangrijke werk te hebben, dan ’leggen ze voor zichzelf een voortreffelijk fundament veilig als een schat weg voor de toekomst’ in Gods beloofde nieuwe wereld. En zelfs nu al merken ze dat geestelijke rijkdom ’o hoeveel beter is dan goud!’ — 1 Timotheüs 6:19; Spreuken 16:16; Filippenzen 1:10.
Sta eens stil bij de ervaring van Eddie. Zijn ouders werden Getuigen van Jehovah toen hij nog jong was. Op een bepaald moment raakte het gezin alles kwijt wat ze hadden en moesten ze hun huis uit. Eddie vertelt: „Ik had me altijd zorgen gemaakt wat er zou gebeuren als we niks meer hadden. En nu hadden we echt niks meer. En weet je wat er gebeurde? Niets! We hadden nog steeds eten, drinken en kleren. Jehovah zorgde voor ons, en na verloop van tijd kwamen we er weer bovenop. Door die ervaring heb ik geleerd Jezus’ belofte in Mattheüs 6:33 serieus te nemen: als we Gods koninkrijk de hoogste prioriteit geven, hoeven we ons nooit zorgen te maken over onze materiële behoeften.” Momenteel dient Eddie fulltime als reizend opziener, samen met zijn vrouw. Ze hebben materieel gezien alles wat ze nodig hebben. En wat belangrijker is: ze zijn geestelijk rijk.
Oneindige voordelen
Anders dan schatten op aarde, die door dieven gestolen kunnen worden, kan geestelijke rijkdom blijvend zijn (Spreuken 23:4, 5; Mattheüs 6:20). Het is waar dat geestelijke vorderingen moeilijker te meten zijn. Het is moeilijker vast te stellen in hoeverre iemand gegroeid is in liefde, vreugde of geloof dan hoe het er financieel met iemand voorstaat. Maar de voordelen van geestelijke rijkdom zijn oneindig. Jezus zei het volgende over discipelen die zelfs hun huizen en velden, oftewel hun levensonderhoud, zouden achterlaten om ruimte te maken voor geestelijke zaken: „Voorwaar, ik zeg ulieden: Niemand heeft huis of broers of zusters of moeder of vader of kinderen of velden ter wille van mij en ter wille van het goede nieuws verlaten, die niet nu, in deze tijdsperiode, honderdvoudig zal ontvangen, huizen en broers en zusters en moeders en kinderen en velden, mét vervolgingen, en in het komende samenstel van dingen eeuwig leven.” — Markus 10:29, 30.
Wat krijgt in uw leven de eerste plaats? God of rijkdom?
[Illustraties op blz. 8, 9]
Streeft u materiële rijkdom na . . .
. . . of geestelijke rijkdom?