Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De nijvere wasmannen van Abidjan

De nijvere wasmannen van Abidjan

De nijvere wasmannen van Abidjan

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN IVOORKUST

WE HADDEN genoten van de bezienswaardigheden en geluiden van de bruisende West-Afrikaanse stad Abidjan (Ivoorkust) en reisden nu in westelijke richting. Plotseling werd onze aandacht getrokken door een indrukwekkend tafereel. Verspreid over een enorm stuk grasland lagen duizenden schitterend gekleurde kledingstukken. Wat was de reden van deze schilderachtige uitstalling? Onze Ivoriaanse vrienden wilden ons er graag iets over vertellen. Het was het werk van de fanico.

De fanico zijn een groep hardwerkende wasmannen. Van de ochtend tot de avond verdienen honderden mannen en een paar sterke vrouwen de kost met het wassen van kleding in de rivier de Banco. Hun naam is een combinatie van de Dioula (Jula) woorden fani, wat „stof” of „kleding” betekent, en ko, wat „wassen” betekent. Het woord „fanico” betekent dus „iemand die kleren wast”.

Het werk van de wasman

Op een dag brachten we ’s morgens een bezoek aan de werkplek van de fanico om meer over hun interessante broodwinning te weten te komen. Wat een bedrijvigheid! Het werk was al in volle gang. In de ietwat donkere rivier lagen overal enorme autobanden waarin grote stenen waren gelegd. Bij elke autoband stond een wasman soms wel tot aan zijn middel in het water, druk bezig met het inzepen, slaan en schrobben van wasgoed.

Lang voor zonsopgang gaat de wasman van deur tot deur om het vuile wasgoed voor die dag op te halen. Sommigen van zijn klanten wonen ruim drie kilometer van de ’wasserij’ vandaan. Hij laadt alle kleren op een houten handkar of draagt ze in een enorme bundel op zijn hoofd. Dan gaat hij op weg naar de rivier. Bij aankomst wordt hij verwelkomd door een koor van begroetingen in allerlei talen, want de fanico die hier werken, komen uit verschillende delen van Afrika. Sommigen wonen hier al tientallen jaren, zoals meneer Brama, een potige wasman die nu in de zestig is. Op drie dagen na wordt er elke dag van het jaar gewerkt.

Het eigenlijke wassen van de kleren is een gigantische klus. We keken toe hoe een man zijn lading wasgoed neerzette — een hoeveelheid waar de gemiddelde huisvrouw steil van achteroverslaat. Hij maakte de bundel los en begon elk kledingstuk onder te dompelen. Vervolgens maakte hij schuim van een stuk palmoliezeep en sloeg hij de kledingstukken een voor een tegen een rots. Nu en dan gebruikte hij een borstel om een hardnekkige vlek te verwijderen. Hoeveel kost het om de was te laten doen? Omgerekend vijf eurocent voor een overhemd en misschien tien eurocent voor een laken. Dat verklaart waarom de fanico zulke grote hoeveelheden moeten wassen om aan de kost te komen.

Bij het zien van zo’n grote berg wasgoed zou u zich misschien afvragen hoe ze ooit kunnen onthouden van wie welk kledingstuk is. We vroegen ons af of ze misschien net zo’n systeem gebruikten als sommige wasmannen in India, die een geheime markeringscode hebben. Het systeem van de fanico is heel anders dan dat van hun Indiase tegenhangers, maar het is net zo doeltreffend.

Onze goed geïnformeerde gids probeerde ons uit te leggen hoe de fanicotechniek werkt. Als de wasman de was ophaalt, let hij om te beginnen op het postuur van elk gezinslid, zodat hij kan onthouden van wie welk kledingstuk is. De kleding krijgt geen etiket of label. Dan bindt hij alle kledingstukken van hetzelfde gezin bijeen — op dezelfde plek, bijvoorbeeld bij de linkermouw, de rechtermouw, de boord of de taille. Tijdens het wassen houdt hij altijd zorgvuldig de kleren van één gezin bij elkaar. Toch lijkt het ons een hele kluif om dat allemaal te onthouden. Dus vroegen we een fanico of hij weleens kledingstukken was kwijtgeraakt of had verwisseld. De geschokte uitdrukking op zijn gezicht sprak boekdelen: ’Nee, een fanico raakt nooit een kledingstuk kwijt!’

Kan iedereen zomaar naar de rivier komen om hier te wassen? Absoluut niet. Er bestaan strikte regels die moeten worden nageleefd. Een kandidaat-fanico krijgt een proeftijd van drie maanden, en in die tijd wordt hij opgeleid door een ervaren wasman. Van hem leert hij ook de speciale geheugentrainingstechniek. Als hij die niet onder de knie krijgt, moet hij elders werk gaan zoeken. Maar als de nieuwe fanico de kunst wel beheerst, betaalt hij een klein bedrag voor een eigen werkplek met een band en met stenen, die door niemand anders gebruikt mag worden.

Palmoliezeep

Zeep is onlosmakelijk verbonden met het werk van de wasman. De nieuweling leert dus ook hoe hij de palmoliezeep moet gebruiken. Er worden drie soorten zeep gebruikt die aan hun kleur te herkennen zijn. De witte en gele zeep worden gebruikt voor licht vervuilde kleding, en de zwarte zeep is voor de sterk vervuilde stukken. De donkere kleur komt door de hoeveelheid palmolie, die het hoofdbestanddeel van de zeep vormt. Omdat elke fanico per dag minimaal tien stukken zeep gebruikt, worden de wasmannen constant door zeepmakers uit de buurt bevoorraad.

We gingen eens kijken bij een bescheiden zeepziederij op de heuvel naast de ’wasserij’. De zware klus van het zeep maken begint om zes uur ’s morgens. De benodigde grondstoffen zijn dan al op de plaatselijke markt ingekocht: gestremde palmolie, kaliumhydroxide, zout, zuurzaksap, kokosolie en cacaoboter, allemaal biologisch afbreekbaar. Deze ingrediënten worden in een enorme stalen ketel boven een houtvuur gekookt. Nadat het zeepbrouwsel zo’n zes uur heeft gekookt, wordt het in blikken bakken en schalen gegoten om uit te harden. Een paar uur later wordt het in grote blokken gesneden.

Vervolgens gaat de zeepmaakster met een vat vol zeepblokken op haar hoofd de heuvel af naar de fanico. Hoe brengt ze de zeep bij de wasmannen als ze druk aan het werk zijn in de rivier? Ze loopt gewoon tot aan haar middel het water in, met de zeep in een plastic teil die ze laat drijven, en levert de stukken zeep af bij degenen die ze nodig hebben.

Het eind van de werkdag

Wanneer de fanico helemaal klaar is met wassen, gaat hij naar de nabijgelegen heuvelhelling en legt hij de pas gewassen kleren in rijtjes op het gras of drapeert ze over geïmproviseerde waslijnen. Het resultaat daarvan is het kleurrijke tafereel dat aanvankelijk onze aandacht trok. Het is nu ook het moment voor de ijverige wasman om even bij te komen van zijn dagelijkse werkzaamheden. Als alle was laat in de middag droog is, vouwt hij de kleding netjes op en zal hij enkele stukken misschien nog even met een houtskoolstrijkijzer strijken. Aan het eind van de dag bindt hij de schone, gestreken kledingstukken bijeen en levert hij ze af bij hun eigenaars.

Toen we voor het eerst al die rijen met kleren zagen die daar lagen te drogen, hadden we geen idee hoeveel werk erbij betrokken was. We zijn dus blij dat we de fanico van Abidjan hebben bezocht. Nu we weten wat er allemaal bij komt kijken, hebben we meer waardering voor het werk van alle wasmannen en -vrouwen ter wereld.

[Kaart op blz. 10]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

IVOORKUST

[Illustratie op blz. 12]

Een zeepmaakster die stukken zeep verkoopt

[Illustratieverantwoording op blz. 10]

PhotriMicroStock™/C. Cecil