Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Test uw kennis

Test uw kennis

Test uw kennis

LEG DE GELIJKENIS UIT

1. Wat deed in Jezus’ gelijkenis in Lukas 15:11-32 de ene zoon met zijn erfenis?

․․․․․

2. Hoe dacht de vader over zijn berouwvolle zoon?

․․․․․

3. Hoe reageerde de andere zoon op de manier waarop zijn broer behandeld werd?

․․․․․

▪ Gespreksonderwerp: Hoe is Jehovah als de vader in de gelijkenis? Wat vind je van de manier waarop de thuisgebleven zoon reageerde?

WANNEER IN DE GESCHIEDENIS?

Noem de schrijver(s) van deze Bijbelboeken en trek een lijn van elk boek naar het (geschatte) jaar van voltooiing.

1513 v.G.T 1473 v.G.T. 460 v.G.T. 55/56 G.T. 60/61 G.T.

4. Job

5. Psalmen

6. Kolossenzen

WIE BEN IK?

7. Na een visioen van een goddeloze geest gekregen te hebben, concludeerde ik dat God geen geloof in zijn dienstknechten heeft.

WIE BEN IK?

8. Ik kwam uit Kolosse en bad intens voor de gemeenten in Laodicea en Hiërapolis.

UIT DEZE ONTWAAKT!

Beantwoord de vragen en vul de ontbrekende Bijbelverzen in.

Blz. 5 Waarom is het niet verstandig op ons eigen hart te vertrouwen? (Jeremia 17:․․․)

Blz. 7 Welke invloed hebben Jehovah’s wetten en vermaningen op ons? (Psalm 19:․․․)

Blz. 11 Op welke zaken moeten we het oog houden? (Filippenzen 2:․․․)

Blz. 20 Hoe kunnen we laten zien dat we God liefhebben? (1 Johannes 5:․․․)

Voor kinderen

Kun je deze plaatjes in dit tijdschrift vinden? Vertel iets over elk plaatje.

(Antwoorden op blz. 27)

ANTWOORDEN VAN BLZ. 31

1. Hij verkwistte die aan een immoreel leven (Lukas 15:11-13)

2. Hij had medelijden met hem (Lukas 15:20-24)

3. Hij was verontwaardigd en jaloers (Lukas 15:25-30)

4. Mozes (1473 v.G.T.)

5. David, de zoons van Korach, Heman, Asaf (huis van), Mozes, Salomo, Ethan en misschien nog anderen (460 v.G.T.)

6. Paulus (60/61 G.T.)

7. Elifaz (Job 4:1, 13-18)

8. Epafras (Kolossenzen 4:12, 13)

[Illustratieverantwoording op blz. 31]

Bottom circle: Image supplied courtesy Tourism Western Australia