Kiespijn — Een geschiedenis van kommer en kwel
Kiespijn — Een geschiedenis van kommer en kwel
Op het marktplein van een middeleeuwse stad bluft een zwierig geklede kwakzalver dat hij pijnloos tanden en kiezen kan trekken. Zijn handlanger stapt zogenaamd aarzelend naar voren. De tandentrekker doet alsof hij een kies trekt en toont een bebloede kies aan het publiek. Mensen met kiespijn zijn er al gauw van overtuigd dat ze afstand moeten doen van hun geld en van hun kies. Trommels en trompetten verhullen hun geschreeuw zodat anderen niet worden ontmoedigd. Binnen een paar dagen doen zich soms een aantal gevaarlijke infectiegevallen voor, maar tegen die tijd is de kwakzalver allang weer gevlogen.
TEGENWOORDIG hoeft iemand met kiespijn zijn heil niet meer te zoeken bij een dergelijke oplichter. Moderne tandartsen kunnen kiespijn verhelpen en vaak het verlies van tanden en kiezen voorkomen. Toch zijn veel mensen bang voor de tandarts. In dit artikel zullen we het hebben over de eerste methoden die tandartsen gebruikten om patiënten van hun pijn af te helpen. Daardoor krijgen we misschien meer waardering voor de tandheelkunde in deze tijd.
Naar verluidt is tandbederf, op verkoudheid na, de meest voorkomende aandoening bij de mens. Het is niet per se een ziekte van nu. Uit de dichtkunst van koning Salomo blijkt dat het ongemak van een onvolledig gebit in het oude Israël gewoon bij het ouder worden hoorde. — Prediker 12:3.
Ook vorsten hadden er last van
Zelfs Elizabeth I, die koningin van Engeland was, kon niet aan kiespijn ontkomen. Een Duitse bezoeker die haar zwarte tanden zag, berichtte dat het „een euvel was waaraan alle Engelsen schenen te lijden vanwege hun veelvuldige gebruik van suiker”. In december 1578 werd de koningin dag en nacht door kiespijn geplaagd. Haar artsen gaven haar het advies de aangetaste kies te laten trekken, maar dat weigerde ze, waarschijnlijk uit angst voor de pijn. Om haar over te halen liet John Aylmer, de bisschop van Londen, in haar aanwezigheid een van zijn eigen — misschien aangetaste — kiezen trekken; een zeer hoffelijke daad, want de oude man had er zelf niet veel meer!
In die tijd ging de gewone man naar de barbier of zelfs naar de smid om een tand of kies te laten trekken. Maar toen meer mensen zich suiker konden veroorloven, nam met het verschijnsel kiespijn ook de behoefte aan ervaren tandentrekkers toe. Zo kwam het dat enkele artsen en chirurgen zich gingen verdiepen in de behandeling van aangetaste tanden. Maar ze moesten het zichzelf aanleren, want de deskundigen hielden hun vakgeheimen angstvallig voor zich. Er waren maar een paar boeken over dit onderwerp.
Een eeuw na het tijdperk van Elizabeth I regeerde Lodewijk XIV als koning van Frankrijk. Hij werd het grootste deel van zijn leven door kiespijn gekweld en in 1685 liet hij de complete linkerhelft van zijn bovengebit trekken. Sommigen beweren dat de gebitsinfecties van de koning een verklaring vormen voor zijn rampzalige beslissing om godsdienstvrijheid in Frankrijk officieel af te schaffen,
wat een golf van wrede vervolging tegen religieuze minderheden ontketende.Het begin van de moderne tandheelkunde
De invloed van de overdadige levensstijl van Lodewijk XIV op de Parijse kringen leidde tot het ontstaan van het beroep van tandarts. Succes aan het hof en in de maatschappij hing af van een modieus uiterlijk. De vraag naar kunstgebitten, die meer werden gedragen ter verbetering van het uiterlijk dan om ermee te eten, bracht een nieuw soort chirurgen voort — tandartsen met een elitaire klantenkring. De meest vooraanstaande tandarts in Parijs was Pierre Fauchard, die zijn operatietechnieken bij de Franse marine had geleerd. Hij had kritiek op chirurgen die het trekken van tanden overlieten aan ondeskundige barbiers en kwakzalvers, en hij was de eerste die de titel tandheelkundig chirurg voerde.
In 1728 schreef Fauchard een boek waarin hij alle tandheelkundige behandelingen beschreef die hij kende, en waarmee hij brak met de heersende gewoonte om nooit vakgeheimen te onthullen. Zo kwam het dat hij „de vader van de tandheelkunde” werd genoemd. Hij was de eerste die zijn patiënten in een tandartsstoel liet zitten in plaats van op de vloer. Ook ontwierp hij vijf instrumenten om tanden te trekken, al was hij veel meer dan een tandentrekker. Hij ontwikkelde een tandartsboor en methoden om gaatjes te vullen. Hij leerde hoe een wortelkanaal kon worden gevuld en hoe een kunsttand aan de wortel kon worden bevestigd. Zijn kunstgebitten, die uit ivoor waren gesneden, hadden een veer om het bovengebit op zijn plaats te houden. Door Fauchard werd tandheelkunde een beroep. Zijn invloed reikte zelfs tot aan de andere kant van de Atlantische Oceaan.
Een president met kiespijn
Een eeuw na Lodewijk XIV leed George Washington aan kiespijn. Vanaf zijn 22ste had hij bijna elk jaar een tand of kies laten trekken. Stel u eens voor hoeveel pijn hij moet hebben geleden in de tijd dat hij bevelhebber was van het leger dat tegen de Britten streed! Toen hij in 1789 de eerste president van de Verenigde Staten werd, had hij nauwelijks nog tanden in zijn mond.
Washington leed ook mentaal onder het ontsierende effect van zijn ontbrekende tanden en slecht passende kunstgebit. Hij was erg met zijn uiterlijk bezig omdat hij zijn best deed een goed imago op te bouwen voor het presidentschap van een nieuwe natie. In die tijd werden kunstgebitten niet gegoten van een afdruk maar van ivoor gemaakt, en die waren moeilijk op hun plaats te houden. Engelse heren ondervonden hiermee dezelfde problemen als Washington. Er is wel gezegd dat hun droge humor is ontstaan doordat ze niet vrijuit durfden te lachen uit angst dat iemand hun valse gebit zou zien.
Het verhaal dat Washington een houten gebit had, is waarschijnlijk niet waar. Hij had een kunstgebit dat gemaakt was van mensentanden, ivoor en lood, maar niet van hout. Zijn tandartsen gebruikten vermoedelijk tanden waar ze via grafrovers aan waren gekomen. Handelaren in tanden volgden ook legers om de tanden uit te trekken van op het slagveld gesneuvelde soldaten. Een kunstgebit was dus een luxe die alleen de rijken zich konden permitteren. Pas toen in de tweede helft van de negentiende eeuw gevulkaniseerd rubber werd ontdekt dat als basis van een kunstgebit ging dienen, werd een kunstgebit ook voor de gewone man bereikbaar. Hoewel de tandartsen van Washington op hun vakgebied vooropliepen, hadden ze nog steeds niet de oorzaak van kiespijn achterhaald.
De feiten over kiespijn
Tot aan de achttiende eeuw was men er altijd van uitgegaan dat kiespijn werd veroorzaakt door wormen. In 1890 was er een Amerikaanse tandarts aan de Universiteit van Berlijn, Willoughby
Miller, die tandbederf aanwees als de hoofdoorzaak van kiespijn. Een bepaald soort bacteriën die vooral op suiker gedijen, produceren zuren die de tanden aantasten. Maar hoe kan tandbederf worden voorkomen? Het antwoord op die vraag werd bij toeval ontdekt.Tientallen jaren hadden tandartsen in Colorado (VS) zich afgevraagd waarom zo veel mensen daar vlekkerige tanden hadden. Uiteindelijk kwam men erachter dat de oorzaak lag bij een overmatige hoeveelheid fluoride in het drinkwater. Bij de bestudering van dat plaatselijke probleem stuitten de onderzoekers echter op iets wat voor de hele wereld van belang was ter voorkoming van kiespijn: mensen die opgroeien in een omgeving waar het drinkwater onvoldoende fluoride bevat, hebben meer last van tandbederf. Fluoride, dat van nature in veel van het drinkwater aanwezig is, bevat een bestanddeel dat ook in tandglazuur voorkomt. Wanneer mensen die via hun drinkwater geen fluoride binnenkrijgen, de ideale hoeveelheid krijgen toegediend, neemt het aantal gevallen van tandbederf met wel 65 procent af.
Zo werd het mysterie opgelost. De meeste kiespijn wordt veroorzaakt door tandbederf. Dat ontstaat onder andere door suiker. Fluoride helpt om tandbederf te voorkomen. Het is natuurlijk duidelijk dat fluoride geen vervanging vormt voor goed poetsen en flossen.
Op zoek naar een pijnloze behandeling
Vóór de uitvinding van de anesthesie was een tandheelkundige behandeling een kwelling voor de patiënt. Gaten in rotte, gevoelige tanden werden met scherpe instrumenten uitgekrabd, waarna de tandarts het gat opvulde met vloeibaar heet metaal. Omdat men nog geen andere behandeling had, werd een geïnfecteerde tandzenuw weggebrand door een gloeiend hete ijzeren staaf in het wortelkanaal te schuiven. Voordat er speciale instrumenten en verdovingsmethoden waren ontwikkeld, was ook het trekken van een tand of kies een akelige ervaring. Mensen onderwierpen zich alleen aan zo’n marteling omdat leven met kiespijn nog erger was. Eeuwenlang werden er al plantaardige preparaten van bijvoorbeeld opium, cannabis en alruin gebruikt, maar dat waren slechts gebrekkige pijnstillers. Zouden tandartsen ooit in staat zijn pijnloze ingrepen te doen?
De verdovende eigenschappen van lachgas werden al snel duidelijk toen de Engelse scheikundige Joseph Priestley het in 1772 voor het eerst bereidde. Maar het gas werd pas in 1844 voor het eerst als verdovingsmiddel gebruikt. Op 10 december van dat jaar woonde Horace Wells, een tandarts uit Hartford (Connecticut, VS), een lezing bij waarbij lachgas werd gebruikt om mensen te amuseren. Wells merkte dat een man die het gas had ingeademd zijn scheenbeen schaafde aan een zware bank en toch geen pijn leek te voelen. Wells was een meelevende man die het erg vond dat hij zijn patiënten pijn bezorgde. Hij dacht direct aan de mogelijkheid om het gas als verdovingsmiddel te gebruiken. Maar voordat hij het aan anderen toediende, probeerde hij het op zichzelf uit. De dag daarop ging hij in zijn eigen behandelstoel zitten en inhaleerde het gas totdat hij het bewustzijn verloor. Vervolgens trok een collega zijn pijnlijke verstandskies. Dat was een historische gebeurtenis. Pijnloze tandheelkunde was eindelijk een feit! *
Sindsdien is er in de tandheelkunde op technologisch gebied heel wat verbeterd. Daarom zult u een bezoek aan de tandarts tegenwoordig een veel minder vervelende ervaring vinden.
[Voetnoot]
^ ¶22 Tegenwoordig is een plaatselijke verdoving gebruikelijker dan lachgas.
[Illustratie op blz. 28]
Een ivoren kunstgebit van George Washington, de eerste president van de VS
[Verantwoording]
Courtesy of The National Museum of Dentistry, Baltimore, MD
[Illustratie op blz. 29]
Tekening van de eerste tandheelkundige ingreep met lachgas als verdovingsmiddel (1844)
[Verantwoording]
Courtesy of the National Library of Medicine
[Illustratieverantwoording op blz. 27]
Courtesy of the National Library of Medicine