Gabon — Een toevluchtsoord voor wilde dieren
Gabon — Een toevluchtsoord voor wilde dieren
DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN GABON
STEL u eens een tropische kust voor waar olifanten langs het strand grazen, nijlpaarden in het water zwemmen en dolfijnen en walvissen voor de kust dartelen. In Afrika is een stuk kustlijn van honderd kilometer waar zulke taferelen nog geregeld te zien zijn.
Zo’n uniek kustgebied moet natuurlijk beschermd worden om er in de toekomst van te kunnen blijven genieten. Gelukkig werd dat op 4 september 2002 in gang gezet toen de president van Gabon aankondigde dat 10 procent van het land, waaronder ongerepte kustgebieden, tot nationaal park verklaard zou worden.
Deze natuurgebieden beslaan bijna 30.000 vierkante kilometer, ongeveer de oppervlakte van België, en hebben veel te bieden. „Gabon heeft het potentieel een mekka van de natuur te worden dat pelgrims uit alle windstreken aantrekt die graag de laatste overgebleven natuurwonderen op aarde willen zien”, zo merkte president Omar Bongo op.
Wat maakt deze reservaten zo belangrijk? Zo’n 85 procent van Gabon is nog met oerwoud bedekt, en wel 20 procent van de plantensoorten daar komt nergens anders voor. Bovendien vormen de tropische wouden een toevluchtsoord voor laaglandgorilla’s, chimpansees, bosolifanten en vele andere bedreigde diersoorten. De recent gecreëerde parken zullen van Gabon een belangrijke beheerder van de Afrikaanse biodiversiteit maken.
De unieke stranden van Loango
Nationaal Park Loango is misschien wel het meest bijzondere natuurgebied in Afrika om wilde dieren te zien. Het beslaat kilometerslange ongerepte stranden, die grenzen aan zoetwaterlagunes en dichte tropische wouden. Maar wat de stranden van Loango zo uniek maakt, zijn de dieren die er komen: nijlpaarden, bosolifanten, buffels, luipaarden en gorilla’s.
Waarom trekt het strand deze dieren uit het oerwoud aan? Naast de witte zandstranden van Loango liggen weidegronden waar nijlpaarden en buffels kunnen grazen. Langs de kust groeien Afrikaanse palmyrapalmen, die een overvloed aan vruchten voortbrengen en een magnetische aantrekkingskracht hebben op bosolifanten, ongeveer zoals ijsjes op kinderen. Maar het allerbelangrijkste is de rust. De enige voetafdrukken op het zand zijn die van de dieren.
Omdat ze niet gestoord worden door mensen, kiezen de bedreigde lederschildpadden deze eenzame stranden uit om hun eieren te leggen. Roze bijeneters nestelen daar ook graag, en ze graven broedkolonies uit in het zand, een paar meter van de vloedlijn. In de zomermaanden komen duizenden bultruggen naar de rustige wateren van Loango om te paren.
De stranden van Loango worden gescheiden van het tropische woud door twee immense lagunes, die een ideaal leefgebied voor krokodillen en nijlpaarden vormen. Deze binnenzeeën
wemelen van de vissen, en de oevers zijn begroeid met mangroves. Visarenden en Afrikaanse zeearenden jagen boven het open water van de lagunes, terwijl verschillende soorten kleurrijke ijsvogels in de ondiepe wateren naar vis zoeken. Olifanten, die dol zijn op water, vinden het geen probleem de lagunes over te zwemmen naar het strand om zich vol te proppen met hun lievelingsfruit.In het tropische woud rennen apen over de bovenste takken van het bladerdak, terwijl kleurrijke vlinders rondfladderen op de zonnige open plekken. Epaulettenvleerhonden slapen overdag in hun favoriete boom en gaan dan ’s nachts aan hun belangrijke werk om zaden door het woud te verspreiden. Aan de randen van het woud drinken glanzende honingzuigers nectar uit bloeiende bomen en struiken. Niet zo verwonderlijk dus dat Loango wel beschreven is als de plaats „waar je je in de sfeer van equatoriaal Afrika kunt onderdompelen”.
Lopé — Een van de laatste toevluchtsoorden voor gorilla’s
Nationaal Park Lopé bevat grote stukken ongerept regenwoud, met in het noorden van het park savannen en stroken bos. Het is een ideale plaats voor natuurliefhebbers die gorilla’s, chimpansees of mandrils in het wild willen zien. In dit beschermde gebied van zo’n 5000 vierkante kilometer leven tussen de 3000 en 5000 gorilla’s.
Augustin, een voormalig parkwachter, herinnert zich een unieke ontmoeting met gorilla’s in 2002. Hij vertelt: „Onderweg in het oerwoud stuitte ik op een gezin van vier gorilla’s. Het mannetje, een enorme zilverrug van ongeveer 35 jaar, kwam vlak voor me staan. Hij moet minstens drie keer zo zwaar zijn geweest als ik. Zoals wordt aangeraden, ging ik direct zitten, liet mijn hoofd hangen en keek naar de grond als teken van onderworpenheid. De gorilla kwam naast me zitten en legde zijn hand op mijn schouder. Daarna pakte hij mijn hand, opende die en bekeek mijn handpalm. Toen hij zich ervan overtuigd had dat ik geen bedreiging vormde voor zijn gezin, kuierde hij rustig de jungle in. Het was onvergetelijk, en ik merkte hoe fascinerend het is contact te leggen met dieren in hun natuurlijke omgeving. Mensen doden gorilla’s voor bushmeat of omdat ze denken dat ze gevaarlijk zijn, maar het zijn vreedzame dieren die door ons beschermd horen te worden.”
In Lopé komen mandrils bij elkaar in troepen van soms wel duizend dieren. Het is een van de grootste verzamelingen van primaten ter wereld, en in ieder geval wordt er veel lawaai gemaakt. Een bezoeker uit Kameroen vertelt over zijn ervaring met zo’n grote troep apen.
„Onze gids vond de mandrils dankzij de halsbanden met zender die verschillende dieren dragen. We gingen naar een plek waar de groep heen zou gaan, zetten snel een camouflagescherm op en wachtten af. Twintig minuten luisterden we naar de geluiden van het bos, een orkest van allerlei vogels en insecten. Er kwam abrupt een eind aan de rust toen de mandrils dichterbij kwamen. Ik hoorde krakende takken en luid geroep; het leek alsof er een zware storm kwam opzetten. Maar toen ik de eerste apen zag, leken ze eerder de voorhoede van
een leger. De grote mannetjes gingen voorop en liepen met stevige pas over de grond, terwijl de vrouwtjes en jongen zich boven hen van tak naar tak slingerden. Plotseling stond een van de grotere mannetjes stil en keek argwanend om zich heen. Een jonge mandril boven in de bomen had ons gezien en een alarmkreet geslaakt. De hele groep versnelde hun tempo en ging nog meer herrie produceren doordat ze luidkeels hun ergernis uitten. Binnen een paar minuten waren ze verdwenen. De gids schatte dat er zo’n vierhonderd mandrils waren langsgekomen.”Chimpansees maken net zo veel lawaai als mandrils en zijn nog moeilijker te vinden, omdat ze zich snel door het bos verplaatsen in hun constante speurtocht naar eten. Aan de andere kant zien bezoekers bijna altijd grote witneusmeerkatten die langs komen springen op de savanne die aan het woud grenst. De meest teruggetrokken bewoner van Lopé is misschien nog wel de zonstaartmeerkat, een dier dat alleen daar voorkomt en dat pas twintig jaar geleden werd ontdekt.
De grote, kleurrijke vogels van het woud, zoals de toerako en de neushoornvogel, maken hun aanwezigheid met schorre kreten kenbaar. In het park zijn zo’n vierhonderd soorten vogels aangetroffen, wat het een eldorado voor vogelliefhebbers maakt.
Een oase van biodiversiteit
Loango en Lopé zijn nog maar twee van de dertien nationale parken in Gabon. Andere parken zijn er om mangrovebossen, unieke planten en gebieden voor trekvogels te beschermen. „Gabon heeft de beste ecosystemen van het hele land tot reservaat bestempeld”, vertelt Lee White van de Wildlife Conservation Society. „Het gaat niet alleen om de grootte maar vooral om de kwaliteit van de beschermde gebieden. In 2002 hebben ze van de ene op de andere dag een optimaal systeem van nationale parken gecreëerd, waarin de volledige biodiversiteit van het land is vastgelegd.”
Natuurlijk zijn er nog heel wat uitdagingen, zoals president Bongo openlijk toegeeft: „We hebben het over een wereldwijde taak, waarvoor zowel op de lange als op de korte termijn offers nodig zijn om onze ambitie te kunnen verwezenlijken en deze natuurwonderen te behouden voor toekomstige generaties.”
[Kaarten op blz. 17]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
AFRIKA
GABON
De dertien nationale parken van Gabon
Nationaal Park Lopé
Nationaal Park Loango
[Illustraties op blz. 16, 17]
Een bultrug en een luchtfoto van Loango
[Verantwoording]
Whale: Wildlife Conservation Society
[Illustraties op blz. 16, 17]
Een mandril (links) en een gorilla (rechts)
[Illustratieverantwoording op blz. 15]
Robert J. Ross