Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Opera zingen is een kunst

Opera zingen is een kunst

Opera zingen is een kunst

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN ITALIË

DE ZANGER staat rechtop, met de armen losjes langs het lichaam, een opgeheven hoofd en de borst vooruit. Zijn voorhoofd, lippen en mond zijn ontspannen. Na een korte introductie van het orkest begint de tenor met zijn langverwachte aria. De noten lijken er met gemak uit te rollen, terwijl de stem uit de een of andere bron buiten het lichaam van de zanger lijkt te komen. Aan het eind van de aria barst er een daverend applaus los.

Opera is een gezongen en orkestraal begeleid toneelspel. Houdt u van opera? Hebt u weleens een uitvoering in een operagebouw bijgewoond? Wat is volgens u het geheim van de mooie stem van een operazanger of -zangeres?

De stem — een muziekinstrument

De stem is een schitterende gave van God die terecht een muziekinstrument wordt genoemd. Hoewel maar weinig mensen kunnen zingen als een operazanger, is zingen voor velen een deel van het leven dat hun bijna net zo makkelijk afgaat als eten of slapen. En of u nu goed kunt zingen of niet, u zult het ongetwijfeld interessant vinden om u eens in de werking van dit ’instrument’ te verdiepen.

Het strottenhoofd (larynx), dat zich in het midden van uw keel bevindt, is het orgaan dat het feitelijke geluid voortbrengt. Het is een met kraakbeen omhulde ruimte waarin zich twee kleine spierplooien bevinden: uw stembanden. Hoe wordt geluid voortgebracht? Bij een normale ademhaling zijn de stembanden ontspannen en vormen ze een driehoekige opening in de luchtpijp, die stemspleet of glottis heet. Wanneer u zingt, wordt er meer lucht door het strottenhoofd geperst, wordt de stemspleet nauwer en gaan de stembanden trillen, waardoor er geluid wordt voortgebracht. Hoe meer de stembanden worden aangespannen, hoe groter het aantal trillingen is en hoe hoger het stemgeluid wordt. Door afname van de luchtdruk en door ontspanning van de stembanden wordt de opening van de stemspleet daarentegen wijder, zodat de trillingen afnemen en de geluiden dieper klinken.

Techniek en lichaamsbouw

De beroemde Italiaanse zanger Enrico Caruso had als jonge man een fantastische stem, die echter nog niet krachtig genoeg was. Door oefening ging zijn stem steeds beter klinken. Een prachtige stem is een gave, maar bij het zingen van opera is techniek ook van belang. De zanger moet leren hoe hij moet ademhalen om voldoende lucht te hebben. Dan moet hij ook nog leren hoe hij die lucht moet beheersen. Naar verluidt kon de beroemde achttiende-eeuwse zanger Carlo Broschi, die bekendstond als Farinelli, op die manier op één adem 150 noten zingen.

Zo moeten operazangers leren de draagkracht van hun stem te vergroten door hun lichaam als klankkast te gebruiken. Volgens deskundigen vervult de borstkas deze functie voor de lage tonen, terwijl de holten in de schedelbeenderen dit doen voor de hoge tonen.

Veel mensen denken dat zingen alleen met de keel te maken heeft. Er is echter terecht opgemerkt dat iemand met zijn hele lichaam zingt, in de zin dat hij er al zijn energie voor gebruikt. De spierspanning in alle delen van het lichaam moet volmaakt in evenwicht zijn. Het zingen van opera vergt dus heel wat lichamelijke inspanning en energie, en misschien zijn veel operazangers en -zangeressen daarom wel zo stevig gebouwd. Maria Callas was een van de beroemdste operazangeressen van de twintigste eeuw, maar veel mensen geloven dat de achteruitgang van haar stem mede toe te schrijven was aan haar snelle gewichtsverlies na een streng dieet.

De ontwikkeling van de opera

In de loop der tijd heeft de opera qua stijl en techniek een ontwikkeling doorgemaakt. Twee voorbeelden: Toen voor de setting van opera’s geen kapellen en andere kleine ruimten meer werden gebruikt maar operagebouwen, maakte zacht, gevoelig en zonder veel inspanning zingen plaats voor zang die werd versterkt door het lichaam te gebruiken als natuurlijke klankkast. Die overgang werd nog geaccentueerd doordat de redelijk bescheiden orkesten die Mozart gebruikte, werden verruild voor de veel grotere orkesten van bijvoorbeeld Verdi en Wagner. In de zeventiende, achttiende en een deel van de negentiende eeuw was operamuziek volkomen ondergeschikt aan de virtuositeit of technische bekwaamheid van de zanger of zangeres. De stijl die kenmerkend was voor de tweede helft van de negentiende eeuw en de eerste helft van de twintigste eeuw was weer heel anders. In deze periode werd de stem, hoewel die in de opera nog steeds een belangrijke rol speelde, gewoon een van de essentiële elementen ervan.

Het potentieel van opera zette veel componisten tot het schrijven van muziekstukken aan. Paisiello, Cimarosa, Gluck, Mozart, Donizetti, Rossini, Bellini, Wagner, Verdi, Puccini, Bizet, Meyerbeer en Mascagni, om een paar van de beroemdste componisten te noemen, schreven onvergetelijke partituren die mensen in vervoering kunnen brengen.

Excessen in naam van de muziek

Er zijn in de geschiedenis van de opera ook donkere periodes geweest. Denk bijvoorbeeld aan de castraten, die meer dan een eeuw lang een vooraanstaande plaats in de Italiaanse opera hebben ingenomen. * Jongetjes werden gecastreerd voordat ze in de puberteit kwamen, zodat ze een hoge stem zouden behouden met een uitzonderlijk bereik en een bijzondere kracht. Volgens Guido Tartoni werd deze praktijk door de kerk bevorderd omdat vrouwen niet in kapellen mochten zingen.

Bekende operazangers zijn sterren geworden, en sommigen van hun fans hebben hen vereerd. De begrafenisdienst voor Luciano Pavarotti was daarvan een voorbeeld. Maria Callas werd La Divina (de Goddelijke) genoemd en Joan Sutherland La Stupenda (de Verbazingwekkende). Maar opera is vooral populair geworden door de meeslepende uitwerking ervan op het publiek.

Misschien hoort u in de toekomst een sopraan een bekende aria zingen. Denk er dan eens over na hoeveel training en discipline er nodig zijn geweest om deze prachtige stem te krijgen. Dan zult u deze zangkunst wellicht net zo gaan bezien als de schrijver die het een manier noemde „om woorden bij muziek te voegen en om poëzie . . . de vleugels van een melodie te geven”.

[Voetnoot]

^ ¶16 Zie voor meer informatie over de castraten de Ontwaakt! van 8 februari 1996, blz. 11-14.

[Kader/Illustratie op blz. 12]

ENKELE STEMSOORTEN

Coloratuursopraan: Een vrouwenstem die makkelijk snelle, hoge noten kan zingen. De zangeres speelt vaak een levendige, geestige rol.

Lyrische sopraan: Een warmere vrouwenstem. De zangeres speelt een sentimentele of romantische rol.

Dramatische sopraan: Een nog diepere vrouwenstem. De zangeres krijgt meestal de rol van een dramatisch personage toebedeeld.

Mezzosopraan: Een vrouwenstem die warmer en dieper klinkt dan de dramatische sopraan. De zangeres speelt vaak een oudere vrouw of is de tegenspeelster van de sopraan.

Contralto: Een zeldzame vrouwenstem. De zangeres speelt dezelfde karakterrollen als de mezzosopraan.

Tenor: Een mannenstem met dezelfde kenmerken als de sopraan — licht, lyrisch, dramatisch. De zanger speelt vaak een minnaar of een held.

Bariton: Deze stem zit tussen de tenor en de bas in. De zanger speelt een broer, een vader of een rivaal.

Bas: Deze laagste van de mannenstemmen wordt verdeeld in drie categorieën: buffo, cantante en profondo. De eerste is geschikt voor levendige, komische rollen; de tweede voor sentimentele rollen; en de derde voor rollen waarbij veel gevoel wordt getoond.

[Illustratie op blz. 10]

Operatoneel

[Illustratie op blz. 10]

Operazaal

[Illustratieverantwoording op blz. 10]

Stage: Philip Groshong for The Cincinnati Opera; house: Courtesy of Tourism Office of Budapest