Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Vergeten slaven van de Stille Zuidzee

Vergeten slaven van de Stille Zuidzee

Vergeten slaven van de Stille Zuidzee

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN FIJI

EEN menigte kijkt opgewonden toe terwijl twee schepen de lagune in varen. Jaren daarvoor had een schipbreukeling elk gezin op dit afgelegen atol in de Stille Zuidzee enkele bladzijden uit zijn bijbel gegeven. Deze nederige mensen hadden die bladzijden enthousiast gelezen en hadden sindsdien vol spanning gewacht op de komst van een christelijke onderwijzer.

Nu beloven de zeelui dat ze hen naar een plaats zullen brengen waar ze meer over God te weten kunnen komen. Zo’n 250 mannen en vrouwen gaan in goed vertrouwen aan boord. Velen van hen houden hun gekoesterde bladzijden uit de bijbel stevig vast.

Ze waren echter het slachtoffer van een sluwe list. Eenmaal aan boord werden ze vastgebonden en in het ruim gegooid, waarna hun een lange reis naar de havenstad Callao in Zuid-Amerika wachtte. Door de onhygiënische omstandigheden lieten velen onderweg het leven. Seksuele uitbuiting was aan de orde van de dag. Degenen die de reis overleefden, werden als slaven verkocht om op plantages, in mijnen of als huisbediende te gaan werken, en keerden nooit meer naar hun eiland terug.

Ontwikkeling van de slavenhandel

De ontvoering van de eilandbewoners van de Stille Zuidzee (ook wel Kanaken genoemd) in de negentiende en begin twintigste eeuw kwam onder een speciale naam bekend te staan: de Kanakenjacht. In de jaren zestig van de negentiende eeuw werden duizenden eilandbewoners naar Zuid-Amerika overgebracht. Tijdens de daaropvolgende tien jaar vond er een verschuiving plaats en werden de eilandbewoners naar het westen, naar Australië, gebracht. In 1867 bood Ross Lewin, een oud-marinier, eigenaars van suikerriet- en katoenplantages de „beste en sterkste inboorlingen van de eilanden voor zeven pond per persoon” aan.

Pogingen van het Britse ministerie van Koloniën om de Kanakenjacht tegen te gaan, hadden geen succes. Ten eerste was het moeilijk om de Britse wet toe te passen op onderdanen van buitenlandse mogendheden. Ten tweede bevatte de Britse wet geen volledige definitie van slavernij. In de rechtszaal argumenteerden de slavenjagers dan ook dat deze eilandbewoners (hoewel ze bedrogen waren en onder dwang waren meegenomen) niet echt slaven waren maar contractarbeiders die betaald zouden worden en na verloop van tijd weer naar huis zouden worden gestuurd. Sommigen gingen zelfs zo ver te beweren dat ze deze voormalige heidenen een gunst betoonden door hen onder de Britse wet te brengen en hen te leren werken! Zo nam de slavenhandel toe, tenminste een tijdlang.

Het tij keert

Toen burgers zich, geleid door hun rechtvaardigheidsgevoel, tegen de slavenjacht begonnen uit te spreken, keerde het tij. Er waren nog wel eilandbewoners die op vrijwillige basis werden geworven, maar men vond het niet langer aanvaardbaar dat ze gedwongen werden. Ook mishandelingen, zoals met de zweep slaan en brandmerken, of de schokkende omstandigheden waaronder sommige arbeiders leefden en werkten, werden niet meer geaccepteerd.

De onvrede met de situatie werd nog groter toen de anglicaanse bisschop J.C. Patteson, een uitgesproken tegenstander van de Kanakenjacht, werd vermoord door de eilandbewoners die hij juist wilde beschermen. Kanakenjagers hadden een vorm van bedrog gebruikt die al vaker succes had opgeleverd. Ze waren namelijk met een schip dat ze bewust op het zijne hadden laten lijken, naar een eiland gevaren voordat Patteson er arriveerde. In dit geval werden de plaatselijke bewoners uitgenodigd aan boord te komen om de bisschop te ontmoeten. Ze werden nooit meer gezien. Toen de echte Patteson arriveerde, trof hij natuurlijk een vijandige menigte aan, en hij werd in een onterechte wraakactie vermoord. Naar aanleiding van dit incident en het toenemende publieke protest werden Britse en Franse marineschepen in de Stille Zuidzee gestationeerd met de opdracht een eind te maken aan de misstanden.

De regeringen van de Australische deelstaten New South Wales en Queensland stelden in samenwerking met het ministerie van Koloniën een aantal nieuwe wetten op om een eind te maken aan misstanden en de handel in contractarbeiders te reguleren. Er werden inspecteurs aangesteld, en aan boord van wervingsschepen werden vertegenwoordigers van de regering geplaatst. Die inspanningen hadden succes, want veroordelingen vonden nu plaats op grond van ontvoering en moord, en niet op grond van de ondoeltreffende wetsbepalingen tegen slavernij. De laatste tien jaar van de negentiende eeuw kwam er verandering in de situatie in de Stille Zuidzee. Het ontvoeren van slaven stopte grotendeels, en tegen het begin van de twintigste eeuw werden er nog amper nieuwe ’gerekruteerden’ aangevoerd.

In 1901 kreeg een nieuw nationaal parlement, de Commonwealth of Australia, zeggenschap over de immigratie voor het hele land. Het beleid ervan weerspiegelde de opinie van het publiek, dat zich tegen die tijd was gaan ergeren aan werkkrachten uit het buitenland, omdat veel mensen bang waren dat de plaatselijke arbeiders niet genoeg werk zouden hebben. Of het nu contractarbeiders waren of niet, de eilandbewoners uit de Stille Zuidzee waren niet langer welkom. Duizenden werden onder dwang gerepatrieerd, wat nog meer ellende veroorzaakte omdat sommigen die er inmiddels hun leven hadden opgebouwd, nu van hun geliefden werden gescheiden.

Herdenking van vergeten slaven

In september 2000 gaf de regering van de deelstaat Queensland een verklaring uit die permanent tentoongesteld wordt. Daarin wordt de rol erkend die de eilandbewoners van de Stille Zuidzee in de economische, culturele en regionale ontwikkeling van Queensland hebben gespeeld. Tegelijkertijd wordt er spijt betuigd over de wrede manier waarop ze behandeld zijn.

Door de geschiedenis heen hebben veel personen gelegenheden aangegrepen om zichzelf te verrijken ten koste van het leven en de vrijheid van anderen. De Bijbel belooft dat zulke onrechtvaardigheden onder de regering van Gods koninkrijk niet meer zullen voorkomen. De aardse onderdanen van die hemelse regering „zullen werkelijk ieder onder hun wijnstok en onder hun vijgenboom zitten, en er zal niemand zijn die hen doet beven” (Micha 4:4).

[Diagram/Kaart op blz. 24, 25]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

Slavenroutes leidden naar Australië en Zuid-Amerika

STILLE ZUIDZEE

MICRONESIË

MARSHALLEILANDEN

Nieuw-Guinea

SOLOMONEILANDEN

TUVALU

AUSTRALIË KIRIBATI

QUEENSLAND VANUATU

NEW SOUTH WALES NIEUW-CALEDONIË ZUID-AMERIKA

Sydney ← FIJI → Callao

SAMOA

TONGA

COOKEILANDEN

FRANS-POLYNESIË

Paaseiland

[Illustratieverantwoording op blz. 24]

National Library of Australia, nla.pic-an11279871