De zienswijze van de Bijbel

Zijn problemen een straf van God?

„Ik heb het gevoel dat ik gestraft word”, zegt een vrouw van in de vijftig die te horen heeft gekregen dat ze kanker heeft. Ze denkt terug aan een fout die ze jaren geleden heeft gemaakt en concludeert: „Dit moet Gods manier zijn om me te laten weten dat ik gezondigd heb.”

VEEL mensen denken wanneer ze met tegenslagen te maken krijgen dat God hen straft voor een fout die ze in het verleden hebben gemaakt. Als ze plotseling overspoeld worden door problemen, verzuchten ze misschien: ’Waarom ik? Waar heb ik dit aan verdiend?’ Moeten we concluderen dat onze problemen een teken zijn van Gods afkeuring? Zijn persoonlijke tegenslagen echt een straf van God?

Trouwe aanbidders maakten tegenslagen mee

De Bijbel vertelt over de tegenslagen van een man genaamd Job. Zonder waarschuwing verloor hij ineens zijn rijkdom. Vervolgens kwamen zijn tien kinderen allemaal om in een storm. Kort daarna kreeg hij een slopende, walgelijke ziekte (Job 1:13-19; 2:7, 8). Als gevolg van die tegenslagen riep Job uit: „De hand van God heeft mij getroffen” (Job 19:21, De Nieuwe Bijbelvertaling). Blijkbaar had Job, net als heel wat mensen in deze tijd, het gevoel dat God hem strafte.

Maar volgens de Bijbel had God zelf Job voordat zijn beproevingen begonnen, beschreven als „een onberispelijk en oprecht man, godvrezend en wijkend van het kwaad” (Job 1:8). Omdat God te kennen gaf dat hij Job goedkeurde, is het duidelijk dat Jobs ellende geen straf van God was.

De Bijbel staat feitelijk vol verslagen van oprechte mensen die persoonlijke tegenslagen meemaakten. Hoewel Jozef een loyale aanbidder van God was, zat hij zo’n twee  jaar ten onrechte in de gevangenis (Genesis 39:10-20; 40:15). De getrouwe christen Timotheüs had met „veelvuldige ziektegevallen” te maken (1 Timotheüs 5:23). Zelfs Jezus Christus, die nooit iets verkeerds had gedaan, werd wreed mishandeld voordat hij een pijnlijke dood onderging (1 Petrus 2:21-24). Het is dus onjuist te concluderen dat tegenslag een uiting van Gods afkeuring moet zijn. Maar als God niet verantwoordelijk is voor problemen, is er dan iemand anders verantwoordelijk?

De oorzaken van onze problemen

De Bijbel laat zien dat Satan de Duivel de oorzaak was van Jobs ellende (Job 1:7-12; 2:3-8). Bovendien wordt Satan geïdentificeerd als de voornaamste bron van onze problemen in deze tijd wanneer er wordt gezegd: „Wee de aarde en de zee, want de Duivel is tot u neergedaald, en hij heeft grote toorn, daar hij weet dat hij slechts een korte tijdsperiode heeft” (Openbaring 12:12). Als „de heerser van deze wereld” heeft Satan veel mensen ertoe aangezet slechte dingen te doen, wat tot ongekend leed en verdriet heeft geleid (Johannes 12:31; Psalm 37:12, 14). *

Maar we mogen de Duivel niet te snel de schuld geven van elke tegenslag die we meemaken. Als gevolg van de erfzonde en onvolmaaktheid zijn we geneigd onverstandige beslissingen te nemen die ons in de problemen kunnen brengen (Psalm 51:5; Romeinen 5:12). Stel dat iemand bewust ongezond eet en te weinig slaapt. Als dat uiteindelijk tot ernstige gezondheidsproblemen leidt, kan hij dan de Duivel de schuld geven? Nee, zo iemand oogst gewoon de bittere gevolgen van zijn eigen onverstandige gedrag (Galaten 6:7). In zo’n geval geldt de Bijbelse spreuk: „Dwaasheid brengt een mens op de verkeerde weg” (Spreuken 19:3, NBV).

En dan moeten we ons natuurlijk ook realiseren dat veel onprettige ervaringen gewoon het gevolg zijn van „tijd en onvoorziene gebeurtenissen” (Prediker 9:11). Neem bijvoorbeeld iemand die onverwachts in een stortbui terechtkomt. Of hij een beetje nat of helemaal doorweekt wordt, hangt er misschien alleen maar van af waar hij toevallig staat als het begint te regenen. Zo kunnen ook in deze ’kritieke tijden, die moeilijk zijn door te komen’, negatieve omstandigheden snel tot een stortbui van tegenslagen leiden (2 Timotheüs 3:1-5). In welke mate we persoonlijk getroffen worden, is vaak een kwestie van timing en omstandigheden, waarover we misschien weinig of geen controle hebben. Maar betekent dit dan dat we altijd met problemen te maken zullen hebben?

Binnenkort een eind aan alle ellende

Gelukkig zal Jehovah God heel binnenkort een eind maken aan alle ellende (Jesaja 25:8; Openbaring 1:3; 21:3, 4). Ondertussen laat hij zien dat hij echt om ons geeft door in „onderricht” en „vertroosting uit de Schriften” te voorzien, zodat we nu beproevingen kunnen doorstaan terwijl we uitkijken naar de prachtige toekomst die voor ons ligt (Romeinen 15:4; 1 Petrus 5:7). Dan zullen degenen die in Gods ogen oprecht zijn, voor eeuwig kunnen genieten van leven in een nieuwe wereld, vrij van elke vorm van ellende (Psalm 37:29, 37).

[Voetnoot]

WAT DENKT U?

▪ Krijgen alleen personen die in de fout zijn gegaan met problemen te maken? — Job 1:8.

▪ Is de Duivel verantwoordelijk voor al onze problemen? — Galaten 6:7.

▪ Zal er altijd ellende zijn? — Openbaring 21:3, 4.

[Inzet op blz. 29]

„Tijd en onvoorziene gebeurtenissen treffen hen allen.” — Prediker 9:11