De levende planeet
De levende planeet
DE AARDE herbergt een enorme variëteit aan levende organismen, misschien wel miljoenen soorten. Veel van dit leven — in de grond, de lucht en het water — is niet met het blote oog te zien. Zo zijn in slechts één gram grond wel tienduizend soorten bacteriën aangetroffen, en dan hebben we het nog niet over het totale aantal microben! Er zijn zelfs levensvormen ontdekt op een diepte van drie kilometer onder de grond.
Ook de atmosfeer zit vol leven, en dan gaat het niet alleen om vogels, vleermuizen en insecten. Afhankelijk van de tijd van het jaar zit ze ook vol pollen en andere sporen, zaden en — in bepaalde gebieden — duizenden soorten microben. „De diversiteit van microben in de lucht komt hiermee gelijk te staan aan de diversiteit van microben in de grond”, aldus het tijdschrift Scientific American.
Ondertussen blijven de oceanen grotendeels een mysterie, omdat er vaak dure technieken nodig zijn om op grote diepte wetenschappelijk onderzoek te kunnen doen. Zelfs de koraalriffen, die relatief makkelijk toegankelijk zijn en waar al veel onderzoek gedaan is, bevatten wellicht nog miljoenen onbekende soorten.
Wat we wel weten is dat de aarde zo veel leven bevat dat het de chemische eigenschappen van de planeet verandert, en dan vooral de biosfeer — het deel van de aarde waar leven is. In de oceanen draagt het calciumcarbonaat in schelpen en koraal er bijvoorbeeld toe bij de chemische samenstelling van het water te stabiliseren, „ongeveer zoals een zuurremmer in de maag werkt”, stond in een rapport van het Amerikaanse instituut voor oceanografie en meteorologie (NOAA). Planten en fytoplankton, eencellige algen die dicht onder de oppervlakte van meren en oceanen leven, helpen de hoeveelheid kooldioxide en zuurstof in het water en de lucht te reguleren. En in de grond zetten bacteriën en schimmels stoffen om in anorganische voedingsstoffen voor planten. De aarde is dan ook heel toepasselijk wel de levende planeet genoemd.
Er zou geen leven op aarde kunnen bestaan als bepaalde dingen niet zo uiterst precies op elkaar waren afgestemd. Sommige zaken werden pas in de twintigste eeuw helemaal begrepen. Denk bijvoorbeeld aan:
1. De plaats van de aarde in het Melkwegstelsel en het zonnestelsel, alsook haar baan, schuine stand, rotatiesnelheid en de maan
2. Een magnetisch veld en atmosfeer die als een dubbel schild fungeren
3. De overvloed aan water
4. Natuurlijke kringlopen die de biosfeer aanvullen en reinigen
De volgende artikelen gaan verder op deze onderwerpen in. Vraag u bij het lezen ervan af: Zijn de kenmerken van de aarde het resultaat van blind toeval of van intelligent ontwerp? Als er ontwerp aan te pas is gekomen, wat was dan het doel van de Schepper toen hij de aarde schiep? Die vraag komt in het laatste artikel van de serie aan bod.
[Kader op blz. 3]
„WE KUNNEN GEEN GODDELIJKE VOET TUSSEN DE DEUR TOELATEN”
Ondanks de bewijzen dat de natuur te goed ontworpen lijkt om blind toeval te zijn, weigeren veel wetenschappers in een Schepper te geloven. Het is niet zo dat de wetenschap atheïsten als het ware dwingt „een materiële verklaring” voor het bestaan van de wereld te accepteren, zegt de evolutionist Richard C. Lewontin. Het komt volgens hem doordat ze „a priori het materialisme zijn toegedaan”, en al hun inspanningen gericht zijn op „denkbeelden die materiële verklaringen opleveren”. Sprekend voor wetenschappers in het algemeen voegt hij daaraan toe: „Dat materialisme is absoluut, want we kunnen geen Goddelijke Voet tussen de deur toelaten.”
Is zo’n dogmatische kijk verstandig, vooral omdat er zo veel aanwijzingen zijn dat er een Schepper bestaat? Wat denkt u? — Romeinen 1:20.