Alarmmelding!
Alarmmelding!
De zwaailichten van onze ambulance weerspiegelen in de voertuigen en gebouwen die we voorbijrijden. Het doordringende geloei van de sirene brengt het verkeer tot stilstand, zodat we veilig tussen de auto’s door kunnen zigzaggen op weg naar de plek van de melding.
IK WERK al ruim twintig jaar als paramedic op een ambulance en verleen spoedeisende zorg aan zieken en gewonden voordat ze bij het ziekenhuis aankomen. * Elke werkdag is als het navigeren in onbekende wateren. Ik heb de meest alledaagse maar ook de meest uitzonderlijke situaties meegemaakt, soms met een goede maar soms ook met een heel tragische afloop.
Belangrijke rol in de gemeenschap
Hier in Canada vormen paramedics een essentieel onderdeel van de gezondheidszorg. De deskundige medische zorg die ze geven voordat iemand bij een ziekenhuis aankomt, kan een leven redden of ten minste de nadelige gevolgen van sommige ongelukken of ziekten beperken. *
In veel plaatsen zijn paramedics 24 uur per dag, 365 dagen per jaar, beschikbaar. Ze kunnen in loondienst zijn bij een gemeentelijke, commerciële of met een ziekenhuis verbonden medische instantie voor spoedeisende hulp. Sommigen werken bij een ambulancedienst of bij de brandweer.
Deze speciaal opgeleide mannen en vrouwen komen in actie binnen enkele seconden nadat ze een alarmmelding hebben gekregen. Zo’n melding kan op elk moment binnenkomen, zonder voorafgaande waarschuwing. Waarvoor is een paramedic of ambulancehulpverlener opgeleid?
Opgeleid om levens te redden
Hoewel in Canada de opleiding tot paramedic en de gebruikte termen daarvoor per provincie verschillen, wordt de opleiding over het algemeen in vier niveaus ingedeeld. Diverse bestuurlijke instanties alsook medische autoriteiten eisen dat paramedics in het bezit zijn van een diploma.
In mijn geval hier in Canada omvatte de basisopleiding vele uren in een klas, in een ziekenhuis en op een ambulance. We leerden de vitale functies te meten, zuurstof toe te dienen, beademingsapparatuur te gebruiken en te reanimeren, en ook verbanden aan te leggen, te spalken en een wervelplank aan te brengen.
Vervolgens kreeg ik driehonderd uur praktijkopleiding in verscheidene ziekenhuizen op de afdelingen spoedeisende hulp, intensive care en verloskunde. De eerste geboorte waarbij ik assisteerde was een ervaring die ik nooit zal vergeten — het was net of ik getuige was van een wonder! Die ervaring en ook andere gebeurtenissen waren een hulp om me voor te bereiden op de volgende stap van mijn opleiding: ruim driehonderd uur praktijkles op een ambulance onder leiding van twee ervaren ambulancehulpverleners. Na voor het schriftelijk examen en het praktijkexamen te zijn geslaagd, was ik een gediplomeerd paramedic die in spoedeisende gevallen de juiste basishulp kan geven.
Daarna werkte ik een paar jaar in zowel landelijke als stedelijke gebieden. Ik kwam er al snel achter hoe waardevol mijn nieuwe levensreddende vaardigheden waren toen een bouwvakker met pijn op de borst de afdeling spoedeisende hulp kwam binnenlopen. Kort daarna kreeg de man een hartstilstand. Ik hielp artsen en verpleegkundigen met het reanimeren, defibrilleren en toedienen van medicijnen. Binnen enkele minuten kwam het hart van de patiënt weer op gang en begon hij zelfstandig te ademen. Vervolgens werd hij naar de afdeling hartbewaking gebracht. De volgende dag werd me gevraagd naar de hartbewaking te gaan, waar een arts me voorstelde aan een man die rechtop in bed zat te praten met zijn vrouw. Ik herkende hem niet tot hij zei: „Weet je nog wie ik ben? Je hebt gisteren mijn leven gered!” Dat was een geweldig gevoel.
Tijdens mijn opleiding tot een hoger niveau werkte ik samen met een arts die twaalf uur achter elkaar mijn patiëntenzorg observeerde. Uiteindelijk slaagde ik zowel voor het schriftelijke examen als voor het praktijkexamen en was ik gediplomeerd om meer handelingen te mogen verrichten in acute situaties.
Ambulancehulpverleners staan onder een medisch hoofd. Gewoonlijk zijn er in samenwerking met een medische adviescommissie schriftelijke behandelprotocollen opgesteld. De spoedeisende hulp die ambulancehulpverleners toedienen is daarop gebaseerd, of ze werken via rechtstreekse radiocommunicatie of via de telefoon samen met een selecte groep artsen. Ambulancehulpverleners worden dan ook wel de ogen, oren en handen van een arts genoemd. De behandelingen die ze bij mensen thuis, in een openbaar gebouw of op de plaats van een verkeersongeluk uitvoeren, zijn heel uiteenlopend, van het toedienen van zuurstof of medicijnen en het defibrilleren of intuberen van een patiënt tot chirurgische handelingen. (Zie het kader „Wat kan een ambulancehulpverlener?” op blz. 15.)
Risico’s en uitdagingen
Risico’s en uitdagingen zijn een inherent deel van de dagelijkse routine van een ambulancehulpverlener. Het werk wordt verricht onder allerlei weersomstandigheden, op alle tijdstippen, op onveilige plaatsen en onder gevaarlijke omstandigheden. Zelfs de rit naar een spoedgeval kan gevaarlijk zijn.
Er is een constant risico blootgesteld te worden aan bloed, lichaamsvloeistoffen en besmettelijke ziekten. Om onszelf te beschermen dragen we bijvoorbeeld handschoenen, mondkapjes, beschermbrillen of gezichtskappen, en indien nodig speciale pakken of schorten.
De zorg voor patiënten omvat ook het omgaan met hun familieleden, hun vrienden, of zelfs vreemden die erg emotioneel of onvoorspelbaar kunnen reageren. Het is tragisch als een man en een vrouw die tientallen jaren samen zijn geweest, door de dood gescheiden worden. Het is niet makkelijk om de overlevende partner het slechte nieuws te vertellen. Bij één gelegenheid moest ik een vrouw vertellen dat haar man overleden was. Toen ze dat hoorde, begon ze me te slaan en rende daarna gillend en huilend de straat op. Ik ging haar achterna en haalde haar in. Ze draaide zich om, pakte me vast, drukte zich tegen me aan en begon vervolgens ontroostbaar op mijn schouder te huilen.
Omgaan met personen die emotioneel in de war zijn of onder invloed zijn van alcohol of drugs, vereist empathie, tact en medegevoel. Mensen in zo’n toestand kunnen onvoorspelbaar reageren. Tijdens mijn werk ben ik gebeten, bespuwd en op andere manieren aangevallen door patiënten die zichzelf niet onder controle hadden.
Het werk is ook lichamelijk belastend, omdat je vaak zwaar moet tillen, soms in een heel vreemde houding. Een groot gedeelte van de tijd zit je op je knieën of buig je voorover om voor patiënten te zorgen. Werkgerelateerd letsel is niet ongewoon. Letsel aan rug, schouders en knieën komt heel vaak voor. Sommigen lopen zulke ernstige kwetsuren op dat ze moeten stoppen met het werk. Ook wordt er van je verwacht dat je ploegendiensten draait, wat lichamelijk uitputtend kan zijn.
Zorgen voor mensen die een levensbedreigende ziekte of verwonding hebben, is mentaal en emotioneel zwaar. Een ambulancehulpverlener moet op kritieke momenten kalm blijven, gezond verstand gebruiken en doordachte beslissingen nemen. Ambulancehulpverleners zijn ooggetuigen van menselijk leed en tragedies. Ze zien en dragen zorg voor mensen die afschuwelijke lichamelijke verwondingen hebben. Ik heb nog heel intense herinneringen aan een jonge man die een zwaar bedrijfsongeval had gehad. Zijn lichaam was vanaf de onderzijde van zijn borst verbrijzeld, maar hij smeekte mijn collega en mij om hem niet te laten sterven. Droevig genoeg stierf hij nog geen uur later ondanks alle inspanningen van ons en een team artsen en verpleegkundigen.
Sommige voorvallen zijn echt hartverscheurend. We ontvingen een oproep om naar een huis te gaan waar vroeg in de ochtend brand was uitgebroken. De man was net thuisgekomen van zijn werk, en zijn vrouw en driejarig dochtertje hadden uit het brandende huis kunnen ontsnappen. Nog drie kinderen, in de leeftijd van vier maanden tot vijf jaar, en hun opa zaten binnen gevangen totdat brandweerlieden hen naar buiten konden brengen. Ik zat in een van de vele teams van hulpverleners die tevergeefs hun leven probeerden te redden.
Misschien vraagt u zich op dit moment af waarom iemand ambulancehulpverlener zou willen zijn. Soms heb ik me ook die vraag gesteld. Ik moet denken aan Jezus’ gelijkenis van de barmhartige Samaritaan die zich bereidwillig inzette om een gewonde man te helpen (Lukas 10:30-37). Als ambulancehulpverlener moet je je lichamelijk en emotioneel geven om iemands hulpkreet te beantwoorden. Voor mij persoonlijk is het een lonend beroep, maar ik kijk uit naar de tijd dat ik werkloos zal zijn. Waarom werkloos? Omdat, zoals God belooft, in de nabije toekomst niemand zal zeggen: „Ik ben ziek.” Bovendien ’zal er geen dood en pijn meer zijn’ (Jesaja 33:24; Openbaring 21:4). — Verteld door een paramedic in Canada.
[Voetnoten]
^ ¶3 Zie voor meer informatie over mogelijke gewetensconflicten voor een christen die op een ambulance werkt De Wachttoren van 15 april 1999, blz. 29 en 1 juli 1975, blz. 404, 405.
^ ¶5 In sommige landen zijn ambulances niet bemand met medisch personeel. De ambulancechauffeur heeft dan de verantwoordelijkheid de patiënt zo snel mogelijk naar het ziekenhuis te brengen.
[Inzet op blz. 13]
Ik herkende hem niet tot hij zei: „Weet je nog wie ik ben? Je hebt gisteren mijn leven gered!” Dat was een geweldig gevoel
[Inzet op blz. 14]
Tijdens mijn werk ben ik gebeten, bespuwd en op andere manieren aangevallen door patiënten die zichzelf niet onder controle hadden
[Kader/Illustraties op blz. 15]
WAT KAN EEN AMBULANCEHULPVERLENER?
Een ambulancehulpverlener is opgeleid om ervoor te zorgen dat een patiënt een vrije ademweg verkrijgt, zodat er voldoende lucht in de longen kan komen. Hiervoor moet soms geïntubeerd worden, wat inhoudt dat er met behulp van een laryngoscoop (keelspiegel) een flexibele, plastic beademingsbuis via de mond, tussen de stembanden door, in de luchtpijp wordt gebracht. Of in sommige gevallen is een coniotomie noodzakelijk. Hier komt een naald aan te pas om een katheter via de hals rechtstreeks in de luchtpijp aan te brengen. Om de levensbedreigende complicaties van een klaplong te behandelen, wordt een naald met katheter via de borstkas ingebracht.
Een andere ingreep is intraveneuze therapie. Hierbij wordt een naald gebruikt om een katheter in een ader te brengen. Zo kunnen vloeistoffen zoals een zoutoplossing worden toegediend. Een andere mogelijkheid is om met een intraossale naald een vloeistof rechtstreeks in het beenmerg toe te dienen.
Een ambulancehulpverlener kan een hartmonitor/defibrillator gebruiken om een elektrocardiogram van een patiënt te maken. Bovendien kan hij het apparaat gebruiken om te defibrilleren (het toedienen van een stroomstoot om het normale hartritme bij een circulatiestilstand te herstellen) of voor cardioversie (het toedienen van een gereguleerde stroomstoot om een gevaarlijk snelle hartslag omlaag te brengen). Het apparaat kan ook gebruikt worden als een tijdelijke externe pacemaker om een hart dat te langzaam klopt, sneller te doen kloppen.
[Verantwoording]
All photos: Taken by courtesy of City of Toronto EMS
[Illustratieverantwoording op blz. 12]
Taken by courtesy of City of Toronto EMS