Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De harpij — Roofvogel van het regenwoud

De harpij — Roofvogel van het regenwoud

De harpij — Roofvogel van het regenwoud

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN ECUADOR

▪ De eerste ontdekkingsreizigers in Zuid-Amerika moeten versteld hebben gestaan toen ze deze enorme vogel voor het eerst zagen. Ze waren dusdanig onder de indruk dat ze het dier noemden naar een angstaanjagend monster uit de Griekse mythologie dat half vogel en half vrouw was: de harpij.

Tegenwoordig brengt de opvallende verschijning van de harpij nog steeds een gevoel van bewondering teweeg. Deze vogel van de Midden- en Zuid-Amerikaanse regenwouden is met zijn hoogte van bijna één meter en een spanwijdte van wel twee meter een van de grootste en sterkste arenden ter wereld. De vrouwtjes zijn groter dan de mannetjes en kunnen zo’n negen kilo wegen.

Passend bij hun afmetingen zijn harpijen toegerust met krachtige klauwen die zo’n dertien centimeter lang worden, twee keer zo lang als de klauwen van de Amerikaanse zeearend. De klauwen van de harpij zijn volgens National Geographic Today bovendien zo sterk dat ze „de botten van luiaards, apen en andere prooidieren die de vogel uit het bladerdak van het regenwoud wegrukt” kunnen verbrijzelen, „zodat zijn slachtoffers vaak onmiddellijk worden gedood”. Ondanks zijn grote afmetingen en ontzagwekkende wapens vliegt hij echter zo geruisloos dat hij misschien niet eens wordt opgemerkt wanneer hij overvliegt.

Een bedreigde vogel

Terwijl mensen niet veel van de harpij te vrezen hebben, is het omgekeerde wel het geval. Door stroperij en vernieling van zijn leefgebied is de vogel op de lijst van bedreigde diersoorten terechtgekomen en wordt hij nog maar zelden in het wild gezien. In een poging de harpij voor uitsterven te behoeden, heeft Panama de vogel uitgeroepen tot nationale vogel en worden veroordeelde stropers streng gestraft.

Ook in Ecuador wordt gewerkt aan het behoud van de harpij. In een interview met Ontwaakt! legde dierenarts Yara Pesantes van het Guayaquil-park uit dat harpijen pas met vier of vijf jaar geslachtsrijp zijn. En daar komt bij dat ze maar eens in de twee jaar broeden en dan slechts een of twee eieren leggen. Die trage voortplanting maakt het behoud van de vogel tot een uitdaging. Maar het fokprogramma van het park heeft volgens Pesantes al één gezond kuiken opgeleverd.

Binnenkort zullen mensen zich geen zorgen meer hoeven te maken over het behoud van diersoorten. Waarom niet? De Schepper, Jehovah God, zal de volledige macht over de aarde overnemen en onomstotelijk bewijzen dat hij onze planeet en de verbazingwekkende schepselen erop niet voor niets heeft geschapen (Psalm 104:5; Jesaja 45:18).

[Illustratie op blz. 25]

Een harpij wordt geringd

[Verantwoording]

Pete Oxford/Minden Pictures

[Illustratieverantwoording op blz. 25]

Tui De Roy/Roving Tortoise Photos