Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Moet u bang zijn voor de doden?

Moet u bang zijn voor de doden?

De zienswijze van de Bijbel

Moet u bang zijn voor de doden?

Leden van de Annangstam in Nigeria geloven dat als de doden niet met gepaste eer en erkenning worden begraven, hun zielen moeilijkheden — en ook sterfgevallen — onder familieleden zullen veroorzaken. Ook heel wat Chinezen geloven dat als ze zich niet aan de begrafenisgebruiken houden, de ziel van de overledene anderen zal aanvallen en zelfs zal doden.

IN VEEL culturen over heel de wereld geloven de meeste mensen dat er bij de dood iets is wat het lichaam verlaat — de ziel, de geest. Velen geloven ook dat die ziel of geest zich met het doen en laten van familieleden of vrienden kan bemoeien.

Maar is het echt zo dat er na iemands dood iets met een bewustzijn voortleeft? En kan dat ’iets’ de levenden kwaad doen? Wat zegt de Bijbel hierover?

Hebben de doden een bewustzijn?

De Bijbel zegt dat de doden „zich van helemaal niets bewust” zijn en dat ze „machteloos [zijn] in de dood” (Prediker 9:5; Jesaja 26:14). Over de eerste mens, Adam, legt Gods Woord uit: „Jehovah God ging ertoe over de mens te vormen uit stof van de aardbodem en in zijn neusgaten de levensadem te blazen, en de mens werd een levende ziel” (Genesis 2:7).

Merk op dat Adam werd geschapen als een ziel, dat wil zeggen een levend persoon. De Bijbel zegt niet dat Adam een ziel kreeg die los van zijn lichaam kon leven. Dus toen Adam zondigde, stierf hij en werd hij een „dode ziel” (Numeri 6:6). De Bijbel zegt ook: „De ziel die zondigt, díé zal sterven” (Ezechiël 18:4). Wij hebben allemaal zonde of onvolmaaktheid van de eerste mens, Adam, overgeërfd. Als we sterven, sterft dus de ziel (Romeinen 5:12).

De Bijbel gebruikt geen mysterieuze termen om de toestand van de doden te beschrijven, maar uitdrukkingen die we kunnen begrijpen, zoals ’in de dood ontslapen’ (Psalm 13:3). Jezus zei een keer over een twaalfjarig meisje: „Zij is niet gestorven, maar slaapt.” Hierop lachten mensen hem uit, „want zij wisten dat zij was gestorven”. Maar de Bijbel legt uit dat Jezus haar uit de doodsslaap wakker maakte (Lukas 8:51-54).

Iets soortgelijks gebeurde toen Lazarus stierf. Jezus vertelde zijn discipelen dat hij naar Lazarus ging om „hem uit de slaap te wekken”. Toen de discipelen niet begrepen wat Jezus bedoelde, ’zei Jezus ronduit tot hen: „Lazarus is gestorven.”’ Ook de apostel Paulus sprak over „de ontslapenen” en hij zei dat ze op Gods bestemde tijd weer tot leven zouden worden gebracht (Johannes 11:11-14; 1 Thessalonicenzen 4:13-15).

Het is veelbetekenend dat de Bijbel nergens leert dat een ziel voortleeft nadat iemand gestorven is. Er is dus geen reden om bang te zijn voor de doden. Hoe komt het dan dat zo veel mensen geloven dat een deel van de mens na de dood voortleeft? En wat schuilt er achter de angst dat de doden de levenden kwaad kunnen doen?

Bedrogen en misleid

Valse religies hebben het denkbeeld verbreid dat mensen bij de dood niet echt sterven. Al vroeg in de menselijke geschiedenis werd de leer van de onsterfelijkheid van de ziel over de hele wereld aanvaard. Dat had als gevolg dat bij de dood van sommige regeerders — zoals de farao’s van het oude Egypte — hun slaven werden gedood zodat de regeerder in een volgend leven van hun diensten gebruik kon maken.

Heel wat mensen is wijsgemaakt dat ze gekweld worden door de zielen of geesten van de doden. Ze zijn ervan overtuigd dat zulke kwellingen afkomstig zijn van de zielen van overleden familieleden en anderen die niet gunstig gestemd werden. Maar de Bijbel laat duidelijk zien dat dit niet klopt. Achter zulke aanvallen zitten onzichtbare krachten, demonen genaamd, die het heerlijk vinden mensen te kwellen en bang te maken (Lukas 9:37-43; Efeziërs 6:11, 12).

De Bijbel noemt Satan „de vader van de leugen”, die zich blijft „veranderen in een engel des lichts”. Hij en zijn demonen ’misleiden de gehele bewoonde aarde’ (Johannes 8:44; 2 Korinthiërs 11:14; Openbaring 12:9). Satan is het die achter de leugen zit dat de ziel onsterfelijk is en de levenden kwaad kan doen.

Degenen die in de Bijbel geloven worden echter niet door zulke leugens misleid. Ze zijn de waarheid te weten gekomen over Satans pogingen om mensen te laten geloven dat de doden met de levenden kunnen communiceren. De Bijbel zegt namelijk: „De levenden zijn zich ervan bewust dat zij zullen sterven; maar wat de doden betreft, zij zijn zich van helemaal niets bewust” (Prediker 9:5). Gods Woord bevat echt bevrijdende waarheden over de toestand van de doden! — Johannes 8:32.

WAT DENKT U?

▪ Zijn de doden zich van iets bewust? — Prediker 9:5; Jesaja 26:14.

▪ Hoe komt het dat zo veel mensen geloven dat een deel van de mens na de dood voortleeft? — Johannes 8:44.

▪ Waar kunnen we de waarheid over de toestand van de doden vinden? — Johannes 8:32; 17:17.

[Inzet op blz. 23]

Boze geesten, en niet overleden personen, vinden het heerlijk mensen te kwellen