Gods naam in Denemarken
Gods naam in Denemarken
ELK jaar zijn een groot aantal van de duizenden toeristen die de hoofdstad Kopenhagen bezoeken, verbaasd Gods naam, Jehovah, of het Hebreeuwse equivalent ervan, יהוה, te zien staan op kastelen en andere gebouwen in en rond de stad. * In het centrum bijvoorbeeld staat de Holmens Kirke. Deze kerk heeft een poort waarop Gods naam in grote gouden letters geschreven staat. Binnen de poort is de naam ook te zien op een gedenkplaat uit 1661.
Op loopafstand van de Holmens Kirke staat een gebouw dat de Rundetårn wordt genoemd. Op de buitenmuur van deze toren staat een Latijnse inscriptie waarin Gods naam in grote Hebreeuwse letters voorkomt. Vertaald staat er: „Moge Jehovah de juiste leer en gerechtigheid in het hart van de gekroonde koning Christiaan de Vierde leggen.” Hoe is Gods naam in Denemarken zo bekend geworden?
De Reformatie en het vertalen van de Bijbel
Een belangrijke factor in de verbreiding van Gods naam was de Reformatie. Hervormers als Maarten Luther, Johannes Calvijn en Huldrych Zwingli maakten een ijverige studie van de Bijbel en de talen waarin die oorspronkelijk geschreven werd: Hebreeuws, Aramees en Koinè (het gewone Grieks). Daardoor raakten ze bekend met Gods persoonlijke naam. „Deze naam Jehovah (...) behoort exclusief aan de ware God”, zei Maarten Luther in een preek.
Toch hield Luther bij het vertalen van de Bijbel in het Duits vast aan het onbijbelse gebruik om de naam van God weer te geven met „Heer” of „God” en gebruikte hij dus titels en niet Gods naam. Later vroeg Luther een vriend, Johannes Bugenhagen, om zijn Bijbel te vertalen in het Nederduits, de taal die in Noord-Duitsland en Zuid-Denemarken werd gesproken. In zijn voorwoord van de uitgave van 1541 (de eerste uitgave was
van 1533) maakte Bugenhagen een aantal keren melding van Gods naam. Zo schreef hij: „Jehovah is Gods heilige naam.”In 1604 sprak Hans Paulsen Resen, een jonge theoloog, met koning Christiaan IV over bepaalde fouten in de Deense vertaling van Luthers Bijbel. Resen vroeg vervolgens toestemming om een nieuwe vertaling te maken gebaseerd op de oorspronkelijke Hebreeuwse en Griekse teksten. Die kreeg hij. In een opmerking bij Genesis 2:4 beschreef Resen „Jehovah” als „het Opperwezen, de enige Heer”. *
Toen Gods naam algemeen bekend werd, begon hij in openbare plaatsen te verschijnen. In 1624 bijvoorbeeld, nadat Hans Paulsen Resen als bisschop was aangesteld, gaf hij de opdracht om in de Brønshøj Kirke een gedenkplaat aan te brengen. Helemaal bovenaan staat in gouden letters Gods naam in het Deens, Jehova. Ook schreef Resen op veel van zijn geschriften als bisschop bij zijn handtekening de woorden „Jehovah ziet toe”.
Tegen het eind van de achttiende eeuw werd de Duitse Bijbelvertaling van Johann David Michaelis in het Deens uitgebracht. Deze Bijbel bevat eveneens op veel plaatsen Gods naam. Ook in de negentiende eeuw hebben de Bijbelvertaler Christian Kalkar en anderen Gods naam gebruikt op de meeste plaatsen waar die in de oorspronkelijke tekst voorkomt. In 1985 brachten Jehovah’s Getuigen de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift in het Deens uit. Personen die liefde voor de Bijbel hebben, waren heel gelukkig te zien dat de naam Jehovah getrouw op ruim zevenduizend plaatsen werd gebruikt.
Jezus Christus zei in gebed tot God: „Ik heb uw naam openbaar gemaakt” (Johannes 17:6). En in zijn modelgebed, soms het Onzevader genoemd, zei Jezus: „Uw naam worde geheiligd” (Mattheüs 6:9). Zoals de religieuze geschiedenis van Denemarken laat zien, hebben heel wat mensen die woorden serieus genomen.
[Voetnoten]
^ ¶2 Deze vier letters, die het Tetragrammaton worden genoemd, zijn medeklinkers en worden van rechts naar links gelezen. Ze worden gewoonlijk getranscribeerd als JHWH of JHVH. In de oudheid vulde de lezer de ontbrekende klinkers in, zoals nu een lezer een afkorting weet aan te vullen.
^ ¶7 In de oorspronkelijke tekst van de Heilige Schrift komt Gods persoonlijke naam voor het eerst in Genesis 2:4 voor. Die naam, die zo’n zevenduizend keer in de oorspronkelijke tekst voorkomt, betekent „Hij veroorzaakt te worden”, wat duidelijk maakt dat Jehovah degene is wiens voornemen altijd verwezenlijkt wordt. Wat hij zegt, gebeurt ook.
[Kader/Illustratie op blz. 25]
TYCHO BRAHE EN GODS NAAM
In 1597 verliet de befaamde Deense astronoom Tycho Brahe zijn vaderland na onenigheden te hebben gehad met de Deense adel en koning Christiaan IV. In een afscheidsgedicht aan Denemarken schreef Brahe in het Latijn: „Buitenlanders zullen me vriendelijk behandelen — dat is de wil van Jehovah.”
[Illustratie op blz. 24, 25]
De poort van de Holmens Kirke
[Illustratie op blz. 24, 25]
De Rundetårn
[Illustratie op blz. 25]
Hans Paulsen Resen
[Illustratie op blz. 25]
Johannes Bugenhagen gebruikte Gods naam in het voorwoord van de Nederduitse uitgave van Luthers Bijbel (1541)
[Illustratieverantwoording op blz. 25]
Hans Paulsen Resen and Tycho Brahe: Kobberstiksamlingen, Det Kongelige Bibliotek, København