Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Gemotoriseerd vliegen

Gemotoriseerd vliegen

Gemotoriseerd vliegen

EEUWENLANG hebben mensen ervan gedroomd te kunnen vliegen. Maar de spieren van mensen zijn niet sterk genoeg om hun eigen gewicht van de grond te krijgen en in de lucht te houden. In 1781 ontwikkelde James Watt een stoommachine waarmee een rotatiemotor kon worden aangedreven, en in 1876 werkte Nikolaus Otto dat idee verder uit door een verbrandingsmotor te bouwen. Nu bestond er een motor die voldoende vermogen leverde voor een vliegmachine. Maar wie kon die bouwen?

De gebroeders Wilbur en Orville Wright wilden al vliegen sinds ze als kind leerden vliegeren. Ze ontwikkelden hun technische vaardigheden door fietsen te bouwen. De broers beseften dat de grootste uitdaging was een vliegtuig te ontwerpen dat bestuurd kon worden. Een vliegtuig dat in de lucht niet onder controle gehouden kan worden, is net zo nutteloos als een fiets zonder stuur. Wilbur bestudeerde hoe duiven vlogen en merkte op dat ze schuin door een bocht gingen, net als een fietser. Hij trok de conclusie dat vogels tijdens het zwenken hun evenwicht bewaren door hun vleugelpunten te bewegen. Daardoor kwam hij op het idee een beweegbare vleugel te maken.

In 1900 bouwden Wilbur en Orville een vliegtuig met beweegbare vleugels. Eerst gebruikten ze het als vlieger en later als bemand zweefvliegtuig. Ze ontdekten dat er drie mechanismen nodig zijn om de op- en neergaande, rollende en zijwaartse bewegingen te besturen. Tot hun teleurstelling produceerden de vleugels echter niet genoeg opwaartse druk, en daarom bouwden ze een windtunnel waarin ze proeven deden met honderden vleugelvormen totdat ze de ideale vorm, grootte en hoek hadden gevonden. In 1902 bouwden ze een nieuw vliegtuig dat ze in de wind stabiel konden houden. Konden ze daar een motor in zetten?

Eerst moesten ze zelf een motor bouwen. Met de kennis die ze met behulp van de windtunnel hadden opgedaan, slaagden ze erin het complexe probleem van het ontwerpen van een propeller op te lossen. Op 17 december 1903 was het eindelijk zover dat de motor werd aangezet, de propellers draaiden en het vliegtuig opsteeg in de ijzige wind. „We hadden onze jongensdroom waargemaakt”, zei Orville. „We hadden leren vliegen.” De broers werden wereldberoemd. Maar hoe was het hun gelukt te vliegen? Inderdaad, ook hier had de natuur een rol gespeeld.

[Illustratie op blz. 4]

De Wright „Flyer” in North Carolina in 1903 (in scène gezet)