Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Ik heb een betere carrière gekozen

Ik heb een betere carrière gekozen

Ik heb een betere carrière gekozen

Verteld door Plamen Kostadinov

HET was al bijna middag toen ik wakker werd. De grond lag bezaaid met lege flessen, en de uitpuilende asbakken stonken. De euforie van het feest van de avond ervoor was volledig verdwenen. Ik voelde me gefrustreerd en eenzamer dan ooit. Alles leek zo zinloos! Maar ik zal eerst vertellen hoe het kwam dat ik zo diep gezonken was.

Op mijn veertiende had ik me al een carrière als kunstenaar ten doel gesteld. Het was de zomer van 1980. Mijn vader had me net verteld dat ik toegelaten was tot een kunstopleiding in Troyan (Bulgarije). Ik was dolgelukkig. In de herfst van datzelfde jaar verhuisde ik van mijn geboorteplaats Lovetsj naar Troyan.

Ik vond het geweldig dat ik ver van mijn ouders vandaan woonde en kon doen waar ik zin in had. Ik begon te roken, en zo nu en dan raakte ik samen met vrienden van school dronken. Roken en drinken was op school niet toegestaan. Maar dat maakte het nog spannender.

Mijn liefde voor kunst werd steeds groter. Ik blonk uit in tekenen, en binnen in mij groeide een verlangen naar roem. Na het afronden van mijn vijfjarige opleiding in Troyan wilde ik doorstuderen aan de kunstacademie in de hoofdstad Sofia. Dat was de meest gerenommeerde academie van Bulgarije. In 1988 was ik een van de slechts acht geselecteerde kandidaten uit heel het land die werden toegelaten. Wat een prestatie! Op een dag keek ik in de spiegel en zei trots tegen mezelf: ’Plamen, het is nu wel zeker dat je een beroemd kunstenaar gaat worden!’

Mijn oude persoonlijkheid wordt gevormd

Al snel ging ik me in het zwart kleden en liet ik mijn haar en baard groeien. Zo hoorde een kunstenaar er namelijk uit te zien. Ik nam ook de naar mijn mening traditionele bohemien leefstijl van kunstenaars over. Dat omvatte onder andere een kamer huren in de kunstenaarswijk en die zo rommelig mogelijk houden. Vervolgens nam ik een puppy en een kat met drie jongen. Geld verbrassen hoorde ook bij mijn leefstijl.

Mijn passie voor kunst werd steeds groter. Ik was constant bezig met het schilderen van abstracte voorstellingen om mijn bizarre fantasiewereld uit te beelden. Ik schilderde zelfs op de muren van mijn kamer. Naar mijn idee was dit het begin van een schitterende carrière.

Feesten met mijn medestudenten was een wezenlijk deel van mijn leefstijl. Vaak zaten we samen in mijn kamer, luisterden naar muziek en dronken ons een stuk in de kraag, zelfs als we voor een examen moesten studeren. Onze filosofische gesprekken gingen over muziek, kunst en de zin van het leven. Vaak hadden we het over bovennatuurlijke krachten en buitenaardse wezens. Zulke gesprekken spraken tot mijn verbeelding en gaven me nieuwe ideeën voor mijn volgende schilderij. Ik wilde die euforische gevoelens vasthouden, maar zodra ik weer nuchter was, waren ze verdwenen. Meestal was er de volgende dag geen spoortje van dat enthousiasme meer over.

Na ongeveer tien jaar zo te hebben geleefd, had ik een ontevreden gevoel. In tegenstelling tot de heldere kleuren die ik voor mijn schilderijen gebruikte, ging ik me vanbinnen steeds somberder voelen en was ik heel eenzaam. Mijn droom om ooit een beroemd kunstenaar te worden, begon te vervagen. Ik was gedeprimeerd en wist niet hoe het nu verder moest met mijn leven. Dat was het moment waarover ik aan het begin van mijn verhaal vertelde.

Gered door de waarheid

In 1990 besloot ik mijn kunst in Lovetsj te exposeren. Ik vroeg Yanita, die ik van de academie in Sofia kende, om ook enkele van haar kunstwerken tentoon te stellen omdat ze eveneens uit Lovetsj kwam. Na afloop van de tentoonstelling gingen Yanita en ik naar een restaurant in de buurt om onszelf te trakteren. Tijdens ons gesprek vertelde ze over de dingen die ze van haar studie van de Bijbel met Jehovah’s Getuigen leerde. Ze had het over een nieuwe wereld die in de Bijbel wordt voorzegd. Dat wekte mijn interesse.

Yanita zette haar Bijbelstudie in Sofia voort, en af en toe gaf ze me Bijbelse lectuur. Ik zal nooit vergeten hoe enthousiast ik de brochure „Zie! Ik maak alle dingen nieuw” doorlas en hoe ik in slechts een paar dagen het boek U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven verslond. * Ik vond het niet moeilijk te aanvaarden dat God bestaat, en ik wilde meteen weten hoe ik moest bidden. Ik herinner me nog mijn eerste gebed. Op mijn knieën legde ik oprecht mijn zorgen aan Jehovah voor, in de volle overtuiging dat hij naar me luisterde. Mijn eenzaamheid begon plaats te maken voor innerlijke vreugde en vrede.

In Sofia stelde Yanita me voor aan een man en vrouw die Getuigen van Jehovah waren. Ze boden aan de Bijbel met me te bestuderen en nodigden me uit voor hun bijeenkomsten. Ik herinner me nog mijn eerste vergadering in juni 1991. Ik was twee uur te vroeg en wachtte in een parkje. Nerveus, ongemakkelijk en vol twijfels vroeg ik me af hoe ze me zouden ontvangen. Tot mijn verbazing heette iedereen me van harte welkom ondanks mijn vreemde uiterlijk. Vanaf die dag bezocht ik geregeld de bijeenkomsten en kreeg ik twee keer per week Bijbelstudie.

Ik was ontzettend blij toen ik mijn eerste persoonlijke exemplaar van de Bijbel kreeg. Nooit eerder in mijn leven had ik iets gelezen wat zo prachtig en treffend was als de wijsheid die in de Bergrede naar voren komt! Toen ik een tijdje de Bijbel bestudeerde, ondervond ik zelf de transformerende kracht van Gods Woord zoals die in Efeziërs 4:23 wordt omschreven: ’Gij dient nieuw gemaakt te worden in de kracht die uw denken aandrijft.’ Ik stopte met roken en veranderde mijn slonzige uiterlijk. Die verandering was zo ingrijpend dat toen mijn vader me op een dag op het treinstation in Lovetsj kwam ophalen, hij me gewoon voorbijliep omdat hij me niet herkende.

Ik begon me bewust te worden van mijn omgeving. De rommel in mijn kamer, de beschilderde muren en de stank van sigarettenrook stimuleerden niet langer mijn creativiteit en ik kreeg zin om alles op te ruimen. Ik schilderde de muren wit en daarmee verdween ook het drieogige buitenaardse wezen dat ik op een muur geschilderd had.

Onnodig te zeggen dat mijn vrienden me al snel in de steek lieten, maar die werden binnen korte tijd vervangen door de vele mensen die ik op christelijke bijeenkomsten ontmoette en met wie ik tot op de dag van vandaag nog steeds goed bevriend ben. Door die positieve omgang maakte ik snel vorderingen. Op 22 maart 1992 werd ik gedoopt op de eerste kringvergadering van Jehovah’s Getuigen in Bulgarije, die in Plovdiv werd gehouden.

Terug naar Lovetsj

Hoewel ik wist dat het voor een kunstenaar niet makkelijk was om in een kleine plaats de kost te verdienen, besloot ik na mijn afstuderen terug te gaan naar Lovetsj. Ik besefte dat het, tenminste voor mij, heel moeilijk zou zijn om een succesvolle carrière in de kunst na te streven en tegelijkertijd Gods koninkrijk op de eerste plaats in mijn leven te stellen. Dus besloot ik mijn carrièreplannen te wijzigen en als vrijwilliger Bijbelonderwijs te gaan geven. Terwijl ik nog steeds op de kunstacademie zat, gaf Yanita, die drie jaar eerder dan ik afgestudeerd was, al ijverig onderwijs uit de Bijbel in Lovetsj. Ze was de enige Getuige daar.

Tegen de tijd dat ik naar Lovetsj verhuisde, was er al een klein groepje dat de Bijbel met Jehovah’s Getuigen bestudeerde. Ik genoot er intens van mensen huis aan huis te bezoeken en hun te vertellen over de hoop voor de toekomst waar ik in geloofde. Ik besloot het grootste deel van mijn tijd aan dit werk te gaan besteden.

Maar er braken moeilijke tijden aan. In 1994 werd de officiële registratie van onze organisatie als kerkgenootschap ingetrokken en werd er in de media een heel intensieve lastercampagne op touw gezet. * Vaak werden de Getuigen op het politiebureau ontboden en werd onze lectuur in beslag genomen. In die moeilijke periode konden we niet legaal in het openbaar bijeenkomen. Toch gingen onze bijeenkomsten gewoon door in een kamertje van twaalf vierkante meter dat grensde aan Yanita’s woning. Bij één gelegenheid zaten we er met 42 mensen. Om ervoor te zorgen dat de buren niets zouden horen, sloten we het raam wanneer we Koninkrijksliederen zongen. Soms, als de temperatuur buiten hoog was, werd het binnen heel warm en vochtig, maar we vonden het fijn om bij elkaar te zijn.

Zegeningen van Jehovah

Ik had veel bewondering voor Yanita’s ijver voor de ware aanbidding, en na verloop van tijd werden we verliefd. Op 11 mei 1996 trouwden we. Ondanks verschillen in persoonlijkheid vullen we elkaar op een geweldige manier aan. Ze is mijn beste vriendin en steun. Ik ben Jehovah dankbaar dat hij me een vrouw gegeven heeft van wie de ’waarde die van koralen ver te boven gaat’ (Spreuken 31:10).

Sommigen van mijn vroegere vrienden hebben carrière gemaakt als kunstenaar, een leefwijze waar ik ooit van droomde. Maar ik ben dankbaar dat ik gekozen heb voor wat in mijn ogen een betere carrière is. Ik heb veel mensen geholpen een doel in het leven te vinden, en ze zijn nu mijn geestelijke broers en zussen. Alle roem of blijken van waardering die ik als kunstenaar zou hebben gekregen, vallen in het niet bij de zegeningen die ik in Jehovah’s dienst heb ervaren. Ik ben blij dat ik de grootste Kunstenaar, Jehovah God, beter heb leren kennen.

[Voetnoten]

^ ¶14 Beide uitgegeven door Jehovah’s Getuigen. Het Eeuwig leven-​boek is nu niet meer leverbaar.

^ ¶22 In 1998, na in beroep te zijn gegaan bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, werd de organisatie van Jehovah’s Getuigen in Bulgarije opnieuw wettelijk geregistreerd.

[Illustratie op blz. 12]

Plamen en Yanita