Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De kleurrijke bergstammen van Thailand

De kleurrijke bergstammen van Thailand

De kleurrijke bergstammen van Thailand

Op de markten van Chiang Mai is het een drukte vanjewelste. Grote groepen mensen verdringen zich bij kraampjes langs de weg waar exotische artikelen liggen uitgestald. Boven het lawaai van het verkeer uit wordt er druk onderhandeld met de verkopers. Hier, in het bruisende noorden van Thailand, kunnen bezoekers kennismaken met de kleurrijke bergstammen.

TOT de 65 miljoen inwoners van Thailand behoren mensen van 23 etnische minderheden die bekendstaan als de bergstammen. De meeste van die stammen wonen in het noorden, een gebied van bergen, rivieren en vruchtbare dalen dat zich tot in Myanmar en Laos uitstrekt.

De meeste bergvolken in Thailand zijn daar de afgelopen tweehonderd jaar komen wonen. De Karen, de grootste van de zes voornaamste stammen, komen uit Myanmar. De Lahu, Lisu en Akha komen uit Yunnan, in de zuidwestelijke hooglanden van China. En de Hmong en Mien komen uit Centraal-China. *

De stammen zijn hoofdzakelijk verhuisd om oorlogen, sociale druk en de strijd om vruchtbare grond te ontvluchten. * Noord-Thailand bleek een ideaal toevluchtsoord te zijn, want het was afgelegen, bergachtig en grotendeels onbewoond. En Thailand gaf de immigranten toestemming om te blijven. Het duurde niet lang of het landschap was bezaaid met bergdorpen. Verschillende volken vestigden zich naast elkaar, waardoor een mozaïek van culturen en talen ontstond.

Klederdrachten en kleurrijke gebruiken

Elk bergvolk is te herkennen aan zijn klederdracht. Akha-vrouwen bijvoorbeeld dragen een imposante zilveren hoofdtooi, die de vorm heeft van een kegel en versierd is met kwastjes, borduursel en munten. Soms dragen ze ook een hoofdtooi die op een helm lijkt en gemaakt is van metalen plaatjes, gedecoreerd met glimmende knopen, kralen en bollen. Mien-vrouwen zien er schitterend uit in hun sierlijk geborduurde broeken, waar ze soms wel vijf jaar aan werken. Stijlvolle tulbanden, enkellange tunieken met een rode, boa-achtige kraag en indigo sjerpen maken het geheel compleet.

Als onderdeel van hun elegante klederdracht dragen de vrouwen een hele reeks zilveren sieraden die glinsteren en rinkelen, waarmee ze hun status en vermogen willen tonen aan bewonderende bezoekers en potentiële huwelijkskandidaten. Andere versieringen zijn gemaakt van glas, hout en garen.

De meeste bergvolken zijn trots op hun tradities. Karen-tieners bijvoorbeeld besteden bij begrafenissen meer aandacht aan hun uiterlijk dan bij andere evenementen. Een heleboel tieners gaan namelijk naar begrafenissen in de hoop hun toekomstige huwelijkspartner te ontmoeten. Na zonsondergang geven de jongeren — jongens en meisjes — elkaar de hand, lopen langzaam in een cirkel om de overledene heen en zingen de hele nacht traditionele liefdesliederen.

Hmong-tieners maken elkaar het hof tijdens het nieuwjaarsfeest. Er wordt dan een speciaal spel gespeeld: jongens en meisjes die elkaar leuk vinden, vormen paren en gaan tegenover elkaar in een rij staan, enkele passen van elkaar af. Vervolgens gooien de jongen en het meisje een zachte stoffen bal naar elkaar. Als een van hen de bal laat vallen — per ongeluk of expres — moet hij of zij een klein sieraad aan de ander geven. Later op de avond kunnen die sieraden teruggewonnen worden in ruil voor een lied. Een jongere die mooi zingt, kan heel wat publiek trekken en maakt grote kans om een hart te veroveren.

Een andere leefstijl

Vroeger deden de meeste bergstammen aan zwerflandbouw, wat wil zeggen dat ze stukken ongerept woud kapten om gewassen te planten en vee te houden. Daarmee brachten ze ernstige schade toe aan het milieu. Maar tegenwoordig gaan de volken verstandiger met de grond om, met goede resultaten.

Veel bergstammen in de Gouden Driehoek — een gebied dat een deel van Thailand, Laos en Myanmar omvat — deden vroeger aan opiumteelt. Tegenwoordig verbouwen ze dankzij programma’s gesponsord door de Thaise koninklijke familie en internationale hulporganisaties andere gewassen, zoals koffie, groenten, vruchten en bloemen. Veel bergvolken leveren ook producten, diensten en traditioneel handwerk voor de groeiende toeristenindustrie.

Toch is het leven voor velen nog steeds een strijd vanwege armoede, slechte sanitaire voorzieningen en analfabetisme. Andere problemen zijn afnemende natuurlijke hulpbronnen, culturele veranderingen, raciale vooroordelen, drugs en alcohol. De voorouders van de bergstammen waren naar Thailand gevlucht om aan dergelijke problemen te ontkomen. Maar waar kunnen ze nu hun toevlucht zoeken?

Een betrouwbare toevlucht

Veel bewoners van de bergdorpen hebben de beste toevlucht gevonden die er is: de ware God, Jehovah. In Psalm 34:8 zegt de Bijbel: „Proeft en ziet dat Jehovah goed is; gelukkig is de fysiek sterke man die tot hem zijn toevlucht neemt.” Jawlay, van de Lahu-stam, vertelt: „Toen ik op mijn negentiende trouwde, was ik een dronkaard en een drugsverslaafde. Zonder drugs kon ik niet werken, en zonder werk had ik geen geld. Mijn vrouw, Anothai, voelde zich onbemind en in de steek gelaten. We maakten constant ruzie.

Na de geboorte van onze dochter, Suphawadee, begon Anothai met Jehovah’s Getuigen de Bijbel te bestuderen. Ik verstopte me steeds in de jungle als de Getuigen bij ons langskwamen. Maar al snel begon het gedrag van mijn vrouw te verbeteren. Ze ging respectvol tegen me praten en deed beter haar best in het huishouden. Dus toen ze me aanmoedigde de Bijbel te bestuderen, stemde ik toe.

Toen de Bijbelse leringen mijn hart begonnen te raken, maakte ik langzaam vorderingen. Uiteindelijk overwon ik met Gods hulp mijn verslavingen. Nu is mijn gezin echt gelukkig, want we hebben de beste manier van leven gevonden! Ook praten we graag met andere bewoners van de bergdorpen over het nut van de Bijbel.”

Jawlays woorden doen denken aan een profetie in het Bijbelboek Openbaring, waarin wordt gezegd dat er in de laatste dagen van de huidige verdorven wereld „eeuwig goed nieuws” bekendgemaakt zou worden aan „elke natie en stam en taal en elk volk” (Openbaring 14:6). Jehovah’s Getuigen vinden het een voorrecht daar een aandeel aan te hebben. Dat werk is een bevestiging van Gods liefde voor alle mensen, onder wie de kleurrijke bergvolken van Thailand (Johannes 3:16).

[Voetnoten]

^ ¶4 Sommige volken hebben meerdere namen. Zo worden de Mien in verschillende landen de Lu Mien, Mian, Yao, Dao, Zao of Man genoemd.

^ ¶5 Er wonen nog steeds veel leden van de bergstammen in China, maar ook in Vietnam, Laos en Myanmar. De laatste tijd hebben zich ook vrij grote immigrantengemeenschappen van bergvolken gevestigd in Australië, Frankrijk, de Verenigde Staten en andere landen.

[Kader/Illustratie op blz. 16]

MAKEN RINGEN DE NEK LANGER?

Kayan-vrouwen dragen soms wel 38 centimeter aan blinkende koperen ringen om hun nek. * Meisjes beginnen met het dragen van de ringen als ze een jaar of vijf zijn. Elke paar jaar worden de ringen vervangen door langere en zwaardere. Volwassen vrouwen dragen soms wel 25 ringen, die in totaal ruim 13 kilo wegen! Hoewel het misschien zo lijkt, wordt hun nek er niet langer door. In plaats daarvan oefenen de ringen druk uit op het sleutelbeen en worden de ribben naar beneden gedrukt.

[Voetnoot]

^ ¶25 De Kayan komen oorspronkelijk uit Myanmar, waar nog steeds zo’n 50.000 Kayan wonen. Daar worden ze Padaung genoemd, wat „Langnekken” betekent.

[Verantwoording]

Hilltribe Museum, Chiang Mai

[Kader op blz. 17]

LEGENDEN OVER EEN GROTE VLOED

Zowel de Lisu als de Hmong hebben legenden over een grote vloed. In één legende van de Hmong waarschuwt de ’Heer van de lucht’ twee broers dat de aarde binnen korte tijd overspoeld zal worden door een vloed. Hij geeft de agressieve oudere broer opdracht om een ijzeren boot te bouwen en de zachtaardige jongere broer om een houten boot te bouwen. Tegen de laatste zegt hij vervolgens dat hij zijn zus mee aan boord moet nemen en ook een mannetje en vrouwtje van elke diersoort en twee zaadjes van elke plantensoort.

Als de vloed komt, zinkt de ijzeren boot, maar de houten boot blijft drijven. Een draak in de vorm van een regenboog laat de aarde vervolgens opdrogen. Uiteindelijk trouwt de jongere broer met zijn zus, en hun nakomelingen bevolken de aarde. Deze legende heeft veel overeenkomsten met het nauwkeurig gedocumenteerde verslag in de Bijbel in Genesis hoofdstuk 6 tot en met 10.

[Illustratie op blz. 16, 17]

Vrouwen van een bergstam in klederdracht

[Verantwoording]

Hilltribe Museum, Chiang Mai

[Illustraties op blz. 17]

Jawlay en zijn gezin

[Illustratieverantwoording op blz. 15]

Both pictures: Hilltribe Museum, Chiang Mai