Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De ’bosmens’ van Indonesië

De ’bosmens’ van Indonesië

De ’bosmens’ van Indonesië

EEN enorm beest dat aan een tak hangt die er te dun uitziet om zijn gewicht te kunnen dragen, staart ons aan. We houden onze adem in en staren terug. Hij lijkt zich niet veel van onze aanwezigheid aan te trekken, maar wij zijn helemaal gebiologeerd. Daar staan we, oog in oog met een orang-oetan, de grootste boombewoner op aarde!

Orang-oetans behoren net als gorilla’s en chimpansees tot de familie van de mensapen. Deze zachtaardige, solitaire dieren leven in de dichte wouden van Borneo en Sumatra, twee van de grootste eilanden in Zuidoost-Azië. In het Indonesisch worden ze orang hutan genoemd, wat „bosmens” betekent.

Zou u graag meer willen weten over deze fascinerende grote rode apen? Reis dan met ons mee naar hun natuurlijke leefomgeving in het binnenland van Borneo.

Oog in oog met de orang-oetan

Om orang-oetans te zien, reizen we naar het Tanjung Puting National Park, de habitat van een groot aantal diersoorten. De duizenden orang-oetans die daar leven, zijn de grootste attractie.

Onze tocht begint in het haventje van Kumai, waar we aan boord gaan van een klotok, een gemotoriseerde houten boot. We varen de kronkelende rivier op en dringen steeds dieper de groene jungle in. De oevers zijn dichtbegroeid met nipapalmen, en in het rustige, zwarte water liggen gevaarlijke krokodillen op de loer. De vreemde geluiden die we in de omringende jungle horen weerklinken, maken ons alleen maar enthousiaster.

Eenmaal van boord brengen we een dikke laag insectenwerend middel aan en gaan dan het woud in. Al na een paar minuten zien we onze eerste orang-oetan: het eerder genoemde grote mannetje. Zijn stugge, rode vacht heeft in de namiddagzon een gloed als die van gepolijst koper. Door de enorme spierbundels onder zijn vacht ziet hij er echt indrukwekkend uit!

Wilde volwassen mannetjes, die zo’n 1,70 meter lang zijn als ze rechtop staan en ongeveer negentig kilo wegen, zijn twee keer zo zwaar als vrouwelijke orang-oetans. Volgroeide mannetjes ontwikkelen grote wangkwabben, die hun gezicht schijfvormig maken. Ook hebben ze een bungelende keelzak, waarmee ze brommende en brullende geluiden voortbrengen. Soms maken ze een bulderende opeenvolging van geluiden, die wel vijf minuten kan aanhouden en op zo’n twee kilometer afstand te horen is! Mannetjes brullen om ontvankelijke wijfjes aan te trekken en rivaliserende mannetjes af te schrikken.

Boombewoners

Terwijl we het pad verder volgen, zien we orang-oetans van boom naar boom slingeren. Ze hebben sterke, flexibele grijphanden en -voeten, met lange vingers, korte duimen en grote tenen. Ze grijpen takken met gemak vast en bewegen zich gracieus en doelbewust door de bomen, maar ze lijken nooit haast te hebben.

Orang-oetans zijn experts in camouflage; ze lijken wel schimmen in het bladerdak. Op de grond bewegen ze zich langzaam voort; daar wint de mens het van de aap.

De dieren brengen bijna hun hele leven in de boomtoppen door, wat uniek is onder de mensapen. Meestal kiezen ze ’s avonds rond zonsondergang een stevige, gevorkte tak uit en bouwen dan met kleinere takken en twijgjes een gezellig nieuw slaapnest — soms wel twintig meter boven de grond. Als beschutting tegen de regen bouwen ze soms nog een beschermend ’dak’, iets wat chimpansees en gorilla’s nooit doen. Al dat werk kost ze hooguit zo’n vijf minuten!

In de bomen vinden ze ook hun favoriete kostje: fruit. Orang-oetans hebben een uitstekend geheugen en weten precies waar en wanneer rijpe vruchten te vinden zijn. Op hun menu staan ook bladeren, schors, scheuten, honing en insecten. Soms gebruiken ze een takje om honing of insecten uit boomholten te halen. Alles bij elkaar eten ze ruim vierhonderd soorten voedsel.

Verder langs het pad zien we nog een leuk schouwspel: orang-oetans die zich aan stapels bananen te goed doen. Deze dieren zijn in gevangenschap grootgebracht en vervolgens in het wild vrijgelaten. Omdat ze niet de overlevingstactieken van wilde apen hebben, krijgen ze eten als aanvulling op wat ze zelf kunnen vinden.

Familiebanden

We zien schattige baby’s die zich aan hun moeder vastklampen en ondeugende jongen die zich op de grond en in de bomen uitleven. Orang-oetanwijfjes kunnen 45 jaar worden. Nadat ze rond hun vijftiende de volwassen leeftijd hebben bereikt, krijgen ze elke zeven à acht jaar een jong. Een gemiddeld wijfje krijgt in haar leven niet meer dan drie jongen. Daarmee behoren ze tot de zoogdieren die zich het traagst voortplanten.

De band tussen de moeder en het pasgeboren jong is bijzonder sterk. Wijfjes zogen en verzorgen hun jong acht jaar of langer. Het eerste jaar van zijn leven zit een jong zowat aan het lichaam van zijn moeder vastgekleefd. Daarna zal het nooit ver van haar vandaan gaan tot het volgende jong geboren wordt. Wijfjes in de puberteit blijven vaak nog in de buurt van hun moeder en observeren hoe ze voor het pasgeboren jong zorgt.

Jonge mannetjes daarentegen worden kort na de geboorte van een nieuw jong door hun moeder verstoten. Ze zwerven dan alleen door het woud, in een gebied van minstens vijftien vierkante kilometer. Gewoonlijk mijden ze andere mannetjes en zoeken ze alleen toenadering tot wijfjes als ze willen paren.

Wijfjes blijven gewoonlijk hun hele leven in een veel kleiner deel van het woud. Af en toe zitten ze samen met andere wijfjes in dezelfde boom te eten, maar zelfs dan is er weinig of geen sociaal contact. Het solitaire leven van de orang-oetan is uniek onder de mensapen. Maar er valt nog meer over de ’bosmens’ te leren, dus maken we nog een laatste stop in het nationale park.

Een bedreigde soort

We gaan naar Camp Leakey, een onderzoeks- en rehabilitatiecentrum voor het behoud van de orang-oetan, genoemd naar de antropoloog Louis Leakey. Hier hangen altijd orang-oetans rond. Sommige komen heel dichtbij en poseren voor ons of halen allerlei toeren uit. Eén volwassen wijfje graait zelfs naar de jas van mijn vriend! Het is geweldig zo dicht bij die mooie dieren te zijn.

Maar in Camp Leakey wordt ook gewezen op een ernstig feit: orang-oetans worden met uitsterven bedreigd. Sommige milieudeskundigen geloven dat de vooruitzichten voor hun overleving in het wild somber zijn — tien jaar of minder. Er zijn drie grote bedreigingen.

Houtkap. De afgelopen twintig jaar is zo’n 80 procent van de habitat van de orang-oetan verloren gegaan. Indonesië verliest elke dag gemiddeld vijftig vierkante kilometer aan woud, oftewel vijf voetbalvelden per minuut.

Stropers. Omdat mensen steeds meer bomen kappen, worden orang-oetans kwetsbaarder voor jagers. Een orang-oetanschedel is op de illegale souvenirmarkt wel vijftig euro waard. Sommigen zien orang-oetans als een bedreiging voor de oogst. Anderen doden ze voor voedsel.

Handel in huisdieren. Op de zwarte markt worden voor een schattige orang-oetanbaby bedragen gevraagd die variëren van een paar honderd tot tienduizenden euro’s. Naar schatting worden er elk jaar zo’n duizend orang-oetanbaby’s verkocht.

Zowel de regering als particuliere instellingen proberen de orang-oetan voor uitsterven te behoeden. Dat doen ze onder andere door rehabilitatiecentra op te starten, bewustzijn te creëren door educatie, nationale parken en reservaten op te richten en de illegale houtkap onder controle te houden.

De Bijbel laat zien dat God binnenkort ’hen zal verderven die de aarde verderven’ en de hele aarde in een paradijs zal veranderen (Openbaring 11:18; Jesaja 11:4-9; Mattheüs 6:10). Dan zullen de woorden van de psalmist in vervulling gaan: ’Laten alle bomen van het woud losbreken in vreugdegeroep’ (Psalm 96:12). Geen enkel dier zal nog door mensen in zijn bestaan worden bedreigd, en dat geldt ook voor de orang-oetan, de ’bosmens’ van Indonesië.

[Kaart op blz. 15]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

MALEISIË

Borneo

INDONESIË

Sumatra

AUSTRALIË

[Illustratie op blz. 16]

Het gezicht van een volwassen mannetje heeft kenmerkende wangkwabben

[Verantwoording]

© imagebroker/Alamy

[Illustraties op blz. 17]

Orang-oetans bewegen zich met gemak door de bomen maar zijn op de grond een stuk langzamer

[Verantwoording]

Top: © moodboard/Alamy; bottom: Orangutan in the Camp Leakey of Tanjung Puting National Park, managed by BTNTP, UPT Ditjen PHKA Dephut

[Illustratieverantwoording op blz. 15]

Orangutan in the Camp Leakey of Tanjung Puting National Park, managed by BTNTP, UPT Ditjen PHKA Dephut

[Illustratieverantwoording op blz. 18]

Orangutan in the Camp Leakey of Tanjung Puting National Park, managed by BTNTP, UPT Ditjen PHKA Dephut