Als een kind kanker krijgt
Als een kind kanker krijgt
„Ik werd overweldigd door gevoelens van wanhoop. Mijn wereld stortte in. Ik had een gevoel van verlies alsof mijn dochtertje al overleden was.” — Jaílton over het moment dat hij te horen kreeg dat zijn dochtertje kanker had.
HET is voor ouders vaak heel overweldigend en beangstigend als ze horen dat hun kind kanker heeft. Hoe vaak komt het voor dat kinderen die ziekte krijgen? Hoewel „gevallen van kinderkanker een klein percentage van alle gevallen van kanker vertegenwoordigen, wordt deze diagnose [wereldwijd] elk jaar bij meer dan 160.000 kinderen gesteld en is deze ziekte, na ongevallen, de op een na belangrijkste doodsoorzaak bij kinderen in ontwikkelde landen”, zegt de Internationale Unie tegen Kanker. Zo worden er in Brazilië „elk jaar zo’n 9000 nieuwe gevallen van kinderkanker geconstateerd” (bron: Braziliaans Kankerinstituut).
Kinderkanker is „zonder uitzondering voor alle leden van het gezin een verschrikkelijke slag”, zegt een boek voor ouders van kinderen met kanker. De diagnose betekent vaak dat er operaties zullen volgen en chemotherapie of bestraling, of beide, met alle nare bijwerkingen van dien. Voor de ouders is dat heel traumatisch en het kan tot angst, verdriet, schuldgevoelens, boosheid en ontkenning leiden. Hoe kunnen ze hiermee omgaan?
Natuurlijk kunnen zorgzame artsen en verpleegkundigen veel steun bieden. „Ze kunnen soms feiten vertellen die bemoedigend zijn, en informatie geven over eventuele bijwerkingen. Dat kan de ervaring minder traumatisch maken”, zegt een arts uit New York die veel kankerpatiënten heeft begeleid. Ook andere ouders van kinderen die kanker hebben gehad kunnen een grote steun zijn. Met dat in gedachten heeft Ontwaakt! vijf van die ouders in Brazilië geïnterviewd.
● Jaílton en Néia „Bij onze dochter werd acute lymfatische leukemie geconstateerd toen ze tweeënhalf was.”
Hoe lang heeft de behandeling geduurd?
„Ze heeft bijna tweeënhalf jaar chemotherapie gehad.”
Welke bijwerkingen kreeg ze?
„Ze moest veel overgeven en haar haren vielen uit. Het glazuur op haar tanden werd donkerder. En ze heeft drie keer longontsteking gehad.”
Hoe voelden jullie je?
„Eerst raakten we in paniek. Maar toen we zagen dat het beter met haar ging, kregen we er vertrouwen in dat ze er weer bovenop zou komen. Ze is nu bijna negen.”
Wat heeft jullie geholpen met deze traumatische ervaring om te gaan?
„Dat was zonder meer ons vertrouwen in Jehovah God, die ’ons vertroostte in al onze verdrukking’, zoals in 2 Korinthiërs 1:3, 4 staat. Onze geloofsgenoten waren ook een geweldige steun. Ze schreven ons opbeurende brieven, ze belden, ze baden met en voor ons en ze hielpen ons zelfs financieel. Toen ons dochtertje naar een ziekenhuis in een andere staat moest, mochten we daar bij Getuigen logeren, en ze brachten ons bij toerbeurt naar het ziekenhuis. Onze dankbaarheid voor alle steun die we gekregen hebben, is met geen pen te beschrijven.”
● Luiz en Fabiana „In 1992 kregen we te horen dat onze dochter een zeldzame, agressieve vorm van eierstokkanker had. Ze was toen elf.”
Wat was jullie eerste reactie?
„Ontkenning. We konden niet geloven dat onze dochter kanker had.”
Wat voor behandeling heeft ze gekregen?
„Ze is geopereerd en heeft chemotherapie gehad. De bijwerkingen daarvan hebben van ons allemaal een zware lichamelijke en emotionele tol geëist. Onze dochter heeft twee keer longontsteking gehad. De tweede keer is ze daar bijna aan gestorven. Ze kreeg ook een tekort aan bloedplaatjes, waardoor ze soms zomaar via haar huid en neus begon te bloeden. Daar heeft ze toen medicijnen voor gekregen.”
Hoe lang duurde de behandeling?
„Tussen de eerste biopsie en de laatste chemokuur zat ongeveer een halfjaar.”
Wat was de reactie van jullie dochter op de diagnose en de behandeling?
„Eerst wist ze niet precies wat er aan de hand was. De dokter had tegen haar gezegd dat ze ’een kleine ronde bal in haar buik had die weggehaald moest worden’. Maar na een
tijdje begreep ze dat er iets ernstigs aan de hand was. ’Papa, heb ik kanker?’, vroeg ze. Ik had moeite om antwoord te geven.”Wat ging er door jullie heen toen jullie je dochter zo zagen lijden?
„Het is niet makkelijk om de emotionele pijn te beschrijven die we voelden. Stel je bijvoorbeeld voor dat je moet toekijken hoe je kind de verpleegster helpt een ader te vinden voor de chemo. Tijdens de moeilijkste periodes ging ik vaak op het toilet zitten huilen en bidden. Op een avond zat ik er zo doorheen dat ik Jehovah vroeg of ík mocht sterven in plaats van mijn dochter.”
Wat heeft jullie geholpen met de situatie om te gaan?
„We hebben veel gehad aan de steun van geloofsgenoten. We werden vanuit diverse delen van het land gebeld. Eén lieve broeder vroeg me mijn bijbel te pakken en las een aantal hartverwarmende verzen uit het boek Psalmen voor. Die teksten waren precies wat mijn vrouw en ik op dat moment nodig hadden, want het was een van de moeilijkste periodes tijdens de behandeling van onze dochter.”
● Rosimeri „Mijn dochter was vier toen er leukemie bij haar werd vastgesteld.”
Wat was je eerste reactie?
„Ik kon het niet geloven. Ik huilde dag en nacht en bad tot God om hulp. Mijn andere dochter had het emotioneel ook heel zwaar toen ze zag hoe ziek haar zusje was. Ik moest haar zelfs naar het huis van mijn moeder brengen.”
Welke bijwerkingen kreeg je dochtertje?
„Omdat ze elke dag chemotherapie kreeg, kreeg ze bloedarmoede. Daarom gaven de artsen haar ijzer en epo om de aanmaak van rode bloedcellen te stimuleren. We maakten ons constant zorgen over haar bloedwaarden. Ze kreeg ook epileptische aanvallen.”
Hoe lang heeft de behandeling geduurd?
„Ze heeft twee jaar en vier maanden intensieve chemotherapie gehad. In die tijd verloor ze haar haren en kwam ze erg aan. Gelukkig heeft haar gevoel voor humor haar erdoorheen geholpen. Na zo’n zes jaar werd ze genezen verklaard.”
Wat heeft je geholpen met deze moeilijke situatie om te gaan?
„Mijn dochtertje en ik baden veel en we dachten na over Bijbelse voorbeelden van getrouwe aanbidders van God die allerlei moeilijkheden hebben doorstaan. We volgden ook Jezus’ raad op in Mattheüs 6:34 dat we onze zorgen van dat moment niet moeten verzwaren door ons druk te maken over de toekomst. We hebben ook veel hulp gehad van geloofsgenoten, onder wie leden van het plaatselijke ziekenhuiscontactcomité, en van zorgzame artsen en verpleegkundigen, die ervaring hebben met zulke situaties.”
Is er in uw vriendenkring of misschien zelfs in uw familie een kind dat kanker heeft? Dan kunnen deze interviews u misschien helpen te beseffen dat uw verdriet normaal is. Zoals de Bijbel zegt, is er „een tijd om te wenen” (Prediker 3:4). En u kunt er zeker van zijn dat de ware God, Jehovah, die de „Hoorder van het gebed” wordt genoemd, iedereen zal troosten die zich met een oprecht hart tot hem wendt (Psalm 65:2).
[Kader op blz. 13]
Bijbelverzen die troost bieden
„Weest dus nooit bezorgd voor de volgende dag, want de volgende dag zal zijn eigen zorgen hebben. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.” — Mattheüs 6:34.
„Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader die zich over ons ontfermt, de God die ons altijd troost en ons in al onze ellende moed geeft.” — 2 Korinthiërs 1:3, 4, De Nieuwe Bijbelvertaling.
„Weest over niets bezorgd, maar laat in alles door gebed en smeking te zamen met dankzegging uw smeekbeden bij God bekend worden; en de vrede van God, die alle gedachte te boven gaat, zal uw hart en uw geestelijke vermogens behoeden door bemiddeling van Christus Jezus.” — Filippenzen 4:6, 7.
’Werp al uw bezorgdheid op hem [God], want hij zorgt voor u.’ — 1 Petrus 5:7.
[Kader/Illustratie op blz. 14]
Een liefdevolle regeling
De ziekenhuiscontactcomités van Jehovah’s Getuigen zetten zich in om de samenwerking tussen ziekenhuizen en patiënten te bevorderen. Met dat doel helpen ze patiënten die Getuige zijn om bekwame artsen te vinden die hun wens respecteren om zich te houden aan het Bijbelse gebod: ’Onthoud u van bloed’ (Handelingen 15:20).
[Illustratie op blz. 13]
Néia, Sthefany en Jaílton
[Illustratie op blz. 13]
Luiz, Aline en Fabiana
[Illustratie op blz. 13]
Aline en Rosimeri